25 NOVEMBER 2004 570 ik hoop dat het college de complimenten die wij daarover hebben gemaakt ook aan hen wil overbren gen. Dit is echt een voorbeeld van de manier waarop het college en de raad met elkaar de gegevens uitwisselen. Ik dank u wel. De VOORZITTER Dank u zeer, mijnheer Schoenmakers. Het woord is aan de heer Snier namens de Partij van de Ar beid. De heer SNIER Dank u wel, voorzitter. Ik wil er geen algemene beschouwingen van maken, maar ik wil toch nog wel een aantal opmerkingen plaatsen. De eerste opmerking, en het is eigenlijk ook door de heer Schoen makers al gezegd, is dat de Bestuursrapportage zoals die nu aan de raad voorligt conform de afspra ken is die we in de Rekeningscommissie hebben gemaakt: een discussie daarover. Het is in ieder geval een compliment aan het college waard dat het goed heeft geluisterd naar de manier waarop wij als raad hebben gevraagd om deze rapportage aan ons aan te bieden. Ook dank voor de beantwoor ding van de vragen, ik denk dat dat ook op zijn plaats is. Op een heel korte termijn, maandagavond, zijn die vragen opgestuurd en woensdag ontvingen we de brief met antwoorden in de bus. Dat is ook zeker een compliment waard. Na twee complimenten mag je, volgens mij, ook wel iets noemen wat mogelijkerwijs iets minder is of in ieder geval iets is waar we nog wat aan moeten doen. En dan heb ik het specifiek over de termijn waarop we de rapportage bespreken. Deze rapportage is afgesloten op 31 augustus, het is de achtmaands rapportage, en we bespreken die nu eind november. Daar zitten drie maanden tussen. We hebben ook heel duidelijk tegen elkaar gezegd: dat is wel heel erg veel. Als je praat over de actualiteit van dit stuk, dan is het toch al behoorlijk verouderd als je het in de tijd be kijkt. En ik hoop eigenlijk dat de portefeuillehouder, hij heeft dat bij de Rekeningscommissie ook al wel impliciet gedaan, nog een keer toezegt dat hij met ons wil blijven streven om in de toekomst de termijn tussen het moment waarop de rapportage wordt afgesloten en het moment waarop wij die behandelen beduidend te bekorten, in ieder geval te beginnen met de viermaands rapportage die begin 2005 zal uitkomen. We hebben nog twee inhoudelijke opmerkingen. De eerste opmerking is een ondersteu nende opmerking en laat ook zien, en in die zin is het dan een klein stukje algemene beschouwing, waar wij als PvdA in ieder geval ons hart aan hebben opgehaald als het om deze rapportage gaat. En dat is heel duidelijk de zin die gaat over de harde afspraken, ook in financiële zin, voor de periode 2005-2009 voor Noordoost. Bij het lezen van die zin sprong bij de hele PvdA-fractie collectief het hart. Ik kan het niet voldoende blijven benadrukken dat dat voor ons een heel wezenlijk punt is. Het tweede punt is eigenlijk ook weer wel een punt van kritiek, zou je kunnen zeggen. We kennen de onderzoeken ex artikel 213a Gemeentewet. Dat zijn geen rekenkameronderzoeken, maar dat zijn zelfonderzoeken van de gemeentelijke organisaties, onderzoeken die het college als het ware inzet om de gemeentelij ke organisatie nader te bekijken. Als we naar de voornemens kijken ten aanzien van dat zelfonder zoek, dan zien we dat er een project wordt genoemd, dat is de ambtelijke projectorganisatie, waarvan eigenlijk in de Bestuursrapportage zelf al staat dat dat niet valt onder artikel 213a Gemeentewet en dus eigenlijk in die zin ook niet echt een zelfonderzoek is zoals dat in die zin bedoeld zou moeten zijn. Verder wordt er een aantal, je zou kunnen zeggen, evaluaties gepland van bestaand beleid waarvan er een Ditjes Datjes heet en dat is, wat mij betreft, eigenlijk ook wel een beetje een verzamelnaam voor de evaluaties zoals die in die planning staan en, wat ons betreft, getuigt dat toch van iets te wei nig ambitie vanuit het college. We hadden in ieder geval gehoopt dat het college op z'n minst een nieuw onderwerp zou hebben aangedragen in het kader van het zelfonderzoek in de periode 2004- 2005. De VOORZITTER Ik dank u zeer. Het woord is aan de heer Boer namens Leefbaar-Breda. De heer BOER Mijnheer de voorzitter, ik had eigenlijk ook kunnen blijven zitten, want ik hoef niet veel te zeggen om dat er al zoveel is gezegd en ik sluit me daarbij aan. Er is één punt waarmee we wat problemen heb ben en dat gaat over de RIEO. In de eerste RIEO, de bladzijde is niet genummerd, staat op de tweede bladzijde een taart getekend, maar daar staat niet aangegeven dat de bedragen die erbij staan, ver menigvuldigd moeten worden met duizend euro. En dat scheelt natuurlijk toch wel een heleboel, want dan hebben we het over miljoenen in plaats van over honderdduizenden. Ten tweede: de brief die u gestuurd heeft naar de leden van de commissie MSO waarin u aangeeft dat u de 'bestpractice-prijs' heeft gekregen voor de RIEO. Ja, je mag natuurlijk niet voor jezelf pleiten, maar wij hebben er wel

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2004 | | pagina 34