23 DECEMBER 2004
596
De VOORZITTER
Ik dank u zeer. Het woord is aan de heer Schoenmakers namens Breda '97. Ga uw gang, mijnheer
Schoenmakers.
De heer SCHOENMAKERS
Mijnheer de voorzitter, de heer Marcic van het CDA heeft zeer terecht gewezen op een belangrijk punt
in het Programakkoord, afgesloten door CDA, VVD en Partij van de Arbeid, namelijk 54 miljoen voor
onderwijshuisvesting. Dat is een van de punten waarvoor mijn fractie warm heeft geapplaudisseerd,
want ondanks alle bezuinigingsronden en ondanks alle bezuinigingswoede is dit bedrag overeind ge
bleven. En dat is toch een heel belangrijke zaak. Belangrijk voor het onderwijs, belangrijk ook voor
onze scholen. Ik kan mij dan ook niet herkennen in de brief van de Schoolraad waarin gesproken
wordt over een rituele dans in het overleg. Ik kan me best voorstellen dat we, als we 54 miljoen in
deze raadsperiode te verdelen hebben, lang niet alle problemen kunnen oplossen. Dan hadden we
anderhalf keer zo veel moeten hebben. Maar we hebben een Meerjarenonderwijshuisvestingsplan
vastgesteld, en daar is dit deel, 2005, een vertaling van. Mijnheer de voorzitter, wij hebben in de
commissie gesproken, en dat werd naar onze mening door de wethouder zeer goed weerlegd, over:
waarom krijgt het voortgezet onderwijs geen onderhoudsvergoeding meer? De wethouder heeft dat
uitgelegd. In eerste instantie dacht ik namelijk: kijk, hier heeft de Schoolraad een punt. In de afgelopen
periode is er echter meer geld aan onderhoudskosten in het voortgezet onderwijs geïnvesteerd dan
eigenlijk mogelijk was, zodat je daar moet praten van een negatieve reserve. Daarom kunnen wij het
college dan ook op dit punt steunen. Goed onderwijs is nodig en daarvoor hebben we ook nodig goe
de scholen. We hebben in Breda een aantal heel goede scholen en we hebben ook nog een aantal
scholen waar veel knelpunten zijn. Maar gezien de opstelling van het college ben ik ervan overtuigd
dat een uiterste krachtsinspanning gegeven zal worden. Uit de brief van de Schoolraad, en de heer
Marcic heeft zojuist ook al daarop gewezen, komt naar voren dat er op het gebied van de communica
tie nog wel iets te verbeteren valt. Ik wil hem dan ook ondersteunen in zijn verzoek aan het college om
die communicatie goed in de steigers te zetten. Ik ben het ook met hem eens dat het goed is dat wij
weer eens met het scholenveld praten. We hebben daarin in 2003 heel veel geïnvesteerd en we dach
ten dat we een hele stap vooruit gemaakt hadden. Dat moeten we ook eigenlijk wel constateren. Er
gaat in het Bredase onderwijs, nu en in de komende jaren, heel veel veranderen. Er komt een master-
plan. Wij hebben in de commissie al daarover gesproken. Ik wens allen die daarbij betrokken zijn heel
veel succes toe. Mijnheer de voorzitter, zoals u uit mijn betoog zult begrijpen: wij zijn voor dit voorstel.
De VOORZITTER
Ik dank u zeer, mijnheer Schoenmakers. Het woord is aan de heer Posthuma namens de Partij van de
Arbeid. Ga uw gang, mijnheer Posthuma.
De heer POSTHUMA
Voorzitter, de heer Marcic zei het al, de heer Schoenmakers zei het al: onderwijshuisvesting is voor
deze stad van buitengewoon groot belang. Wij zijn het uiteraard daarmee eens. Het is niet voor niets
dat we voor deze periode een bedrag van 54 miljoen hebben uitgetrokken voor het verbeteren van de
onderwijshuisvesting. We mogen hopen dat het ook een volgende periode mogelijk zal zijn om een
substantieel bedrag te investeren, want met deze 54 miljoen, dat moeten we wel vaststellen, zijn we er
zeker nog niet. Over het programma voor 2005 kan ik heel kort zijn, want dat is in feite de uitwerking
van het Meerjareninvesteringsplan voor deze periode dat we gezamenlijk hebben vastgesteld. Als ik
dan toch nog iets wil zeggen, dan is dat over de brief die we hebben ontvangen van de Schoolraad.
Die is op enkele punten feitelijk onjuist, maar waarover ik het vooral zou willen hebben, is de toonzet
ting. De heer Schoenmakers noemde het in de commissievergadering 'een schalks schrijven'. Wij
vonden dat wel leuk gevonden, maar wat ons toch vooral opviel, was de hoge zuurgraad. Over het
Meerjareninvesteringsprogramma, de heer Marcic wees daar ook al op, hebben wij zo'n anderhalfjaar
geleden in een buitengewoon goede verstandhouding uiteindelijk, want het was even wennen aan
elkaar, overleg kunnen voeren met het scholenveld. Deze brief staat daarmee in een schril contrast.
Wij vinden dat jammer. Ik wil dan ook vanaf deze plaats een klemmend beroep doen op de dames en
heren van de Schoolraad om terug te keren op de dwalingen huns weegs, zodat er, naar ik hoop,
binnen zeer afzienbare tijd in een plezierige sfeer weer kan worden gesproken over het in de maak
zijnde masterplan voor het voortgezet onderwijs. Want wij hebben daar in ieder geval grote verwach
tingen van. Dank u.
De VOORZITTER
Dank u zeer. Het woord is aan de heer Braat namens de VVD. Ga uw gang.