23 DECEMBER 2004
599
van het vorige HOOG-overleg, dat daarin te zien is dat het overleg wel in een goede sfeer verliep.
Door de Schoolraad is toen ook aangegeven dat men tevreden was over de samenwerking met de
gemeente. Ik heb ook al in de commissie gezegd dat ik in de feitelijke gang van zaken weinig aanlei
ding zie voor zo'n ommezwaai. Die constructieve sfeer is wel hard nodig, want we hebben nog best
een hele hoop met elkaar te doen, maar ik wil wel zeggen dat het van beide kanten moet komen. Ik
zal daarvoor in ieder geval mijn best blijven doen. Ik heb de voorzitter van de Schoolraad ook weer
uitgenodigd om daarover te praten, en daarna gebeurt dat natuurlijk ook met het scholenveld, omdat
het, denk ik, belangrijk is om ons te bezinnen over de inhoud en de vormgeving van het HOOG-
overleg. Wat ik daarin constateer, is dat het erg vaak gaat over de huisvesting. Die is heel belangrijk.
Maar ik denk dat het ook hard nodig is dat het over de onderwijsinhoudelijke kant gaat, temeer daar u
weet dat een aantal onderwijskansengelden bijvoorbeeld rechtstreeks naar de scholen gaat, en het zo
belangrijk is dat wat wij investeren in de allerjongste kinderen ook doorgaat in bijvoorbeeld het basis-
en het voortgezet onderwijs. Dat betekent dus dat je met elkaar moet blijven praten, ook over die on
derwijsinhoudelijke zaken, en niet alleen maar over - ook heel belangrijk - de huisvesting. En daar
komen we te weinig aan toe. Dus ik denk dat het belangrijk is dat we die uitdaging met elkaar aan
gaan. De heer Schoenmakers had het nog over de rituele dans. Ik heb dat ook aangegeven: dat is het
absoluut niet. Het is toch nog eens belangrijk hier vast te stellen: dat er over het Huisvestingspro
gramma 2004 wel degelijk overeenstemming was, dat we nu bijvoorbeeld ook overeenstemming heb
ben over de leerlingenprognoses, wat heel ingewikkeld was, en dat we overeenstemming hebben over
de functionele aanpassingen voor de vier miljoen die we daarvoor hebben uitgetrokken. U heeft ook
een voorlichting gekregen over het masterplan voor het voortgezet onderwijs waar we mee bezig zijn,
waarover we op een constructieve manier met elkaar praten. Het is toch ook belangrijk om je winst te
tellen op andere platforms. Ik denk wel, de heer Posthuma had het ook al over een volgende periode,
dat het belangrijk is dat we ernaartoe gaan om de investeringen in de onderwijshuisvesting ook duur
zaam te laten zijn. Het zou mij een lief ding waard zijn dat dat masterplan van het voortgezet onderwijs
dat zou kunnen gaan bieden, en dat we dat niet ad hoc per school blijven doen. Wellicht kan ook het
primair onderwijs langzamerhand in de richting van een masterplan gaan werken, want ik denk dat
voor onze stad en voor de regio een krachtige onderwijsvisie heel erg belangrijk is. Leefbaar-Breda
had het nog even over achterstallig onderhoud. Dat wil ik toch hier uit de wereld hebben: dat hebben
we gewoon echt niet. Als daarvan sprake was geweest, dan zouden we echt gekeken hebben naar
een overgangsregeling. Dat is er echt niet. Wij hebben altijd meer dan dat gedaan, wij hebben de
scholen goed onderhouden. Juist omdat het onderhoudsgeld dat nu rechtstreeks naar de scholen
gaat, volgens ons voldoende is, als je kijkt naar de feitelijke onderhoudssituatie, omdat we de spullen
gewoon goed bijgehouden hebben, vinden wij dat die overgangsregeling niet nodig is. We hebben dat
in de commissie ook nadrukkelijk aan de orde gesteld
De heer BOER
Even een korte interruptie, mijnheer de voorzitter, als het mag. Het betreft de opmerking van mevrouw
de wethouder over het onderhoud. Wij hebben op een gegeven moment met het bestuur van de Li-
duinaschool gesproken. De ramen daar bestonden uit papier. Dus er is wel degelijk een grote achter-
standspost.
Wethouder HEERKENS
Ik ben destijds zelf ook op werkbezoek geweest bij de Liduinaschool. De situatie daar was zo dat de
noodlokalen die daar stonden onmiddellijk vervangen moesten worden. Bij de Liduinaschool was het
een aparte situatie. We hebben gekeken naar het totale scholenveld en naar het voortgezet onderwijs,
dat nu de gelden rechtstreeks op de rekening krijgt. Het gaat nu om de scholen van het voortgezet
onderwijs. Op geen enkele van die scholen hebben wij achterstallig onderhoud aangetroffen. Onze
mening is ook, als je kijkt naar het geld dat ze per schoolbestuur krijgen, dat zij er in de toekomst zelfs
op vooruit gaan. Ons systeem, Planon, houden wij goed bij, en het moet voldoende zijn voor de feite
lijke onderhoudssituatie. Het laatste punt, de Liduinaschool, waarover door de SP-fractie vragen zijn
gesteld, is aan de orde geweest in de commissievergadering. Er is goed overleg met de Li
duinaschool. Het is nog niet zover dat deze, volgens de criteria die u ook heeft vastgesteld, op dit
huisvestingsplan zou kunnen komen. Het geld is gereserveerd. We zijn bezig met vernieuwingen, ook
wat betreft deze school. Als men zover is dat men naar een definitief ontwerp kan, dan kan dit in het
volgende huisvestingsprogramma aan de orde komen.
De VOORZITTER
Dank u zeer, wethouder. Hebben andere leden van uw raad nog behoefte aan een tweede termijn,
met nieuwe gezichtspunten? De heer Schoenmakers, Breda '97. Ga uw gang.