23 DECEMBER 2004 603 het als raad in meerderheid alsnog wenselijk vinden het college andere opdrachten mee te geven dan tot nu toe bij het tot uitvoering brengen van onze plannen volgens het definitief ontwerp zoals de ge meenteraad dit vaststelde, nadat wij tussen september 2000 en december 2002 daarover uitvoerig met elkaar van gedachten wisselden. Het college rekende het sindsdien niettemin tot zijn taak om, waar mogelijk, essentiële technische verbeteringen aan ons voor te leggen om straks mee te nemen in de aanbesteding. Op dit moment neem ik even de handschoen op die mevrouw Overboom mij toe wierp over de uitdrukking van het 'pootjebaaibad'. In die fase waarin het overleg diepgaand was over de technische mogelijkheden en onmogelijkheden, en wij op een gegeven moment werden geconfron teerd met een bassin dat wellicht een halve meter diep was, herinner ik mij dat ik de vraag heb ge steld: zijn we hier niet langzamerhand bezig met een pootjebaaibad? Dat is dus een andere diepte dan wij op dit moment, mede door de mogelijkheden die het college heeft gevonden, bediscussiëren. Er is tussentijds geëvalueerd. Er is met marktpartijen onderhandeld. Stel je voor dat dat niet was op gepakt door het college. Maar er zijn grenzen aan wat je als gemeenteraad van het college kunt ver langen. En een van de grenzen - het is vervelend, beste collega's - is het door onszelf aan het colle ge meegegeven budget. Maar nu, kort voor het fluitsignaal van de aanbesteding, breekt de hel los. Aanvankelijk had ik staan: breekt de pleuris uit. Terwijl het college en de ambtenaren niets anders doen dan hun werk. Honderd keer hebben ze het aangenomen plan van honderd kanten bekeken. Ook de VVD is gecharmeerd van een grachtengordel met romantische doorkijkjes, smaragdgroene waterpartijen waar de karpers bij mooi weer aan je tenen sabbelen. Maar er wordt wel iets meer van ons verwacht, namelijk dat wij hier besturen, verstandig investeren, controleren. En niet dat wij hal verwege zonder zwaarwegende argumenten in een proces ingrijpen. De brief van 22 december van het college heeft ons in zijn duidelijkheid aangenaam verrast. Zoals ook onze fractie maandag jongst leden al vaststelde, is het college met ons van mening dat er geen sprake is van een nieuwe situatie. Het college noemt dat: een nieuwe vraagstelling. De brief gaat helder in op de vermeende onomkeer baarheid die, zoals we ook al maandag vaststelden, niet aan de orde is. Het enige onomkeerbare is de wil het water terug te brengen in de stad. Als in de toekomst de wil en de euro's weer beschikbaar komen, zijn er mogelijkheden te over. Zo blijft het zelfs straks ook mogelijk bijvoorbeeld via de oude ijsfabriek de Jan van Polanenkade naar het zuiden met water door te ontwikkelen. De WD-fractie spreekt waardering uit voor de positieve gedachten die het initiatiefvoorstel bevat. D66 was steeds een goede partner in de opzet het water terug te brengen in de stad, maar de gevoerde argumenten zijn niet solide genoeg. Ook zijn wij tegen verder uitstel. Het lijkt wijs en praktisch Mevrouw OVERBOOM Ook als dat maar drie maanden betreft? De heer DOUWES DEKKER Dat is uw mening, die drie maanden. Dat is maar zeer de vraag. Ik meen ook bijvoorbeeld dat het college dat buitengewoon zakelijk heeft beantwoord. Het is maar zeer de vraag of dat voldoende is. Mevrouw OVERBOOM Als je de brief heel goed leest, kun je zien dat het uitstel uiteindelijk ongeveer drie maanden is. De heer DOUWES DEKKER Het is uw mening tegen de onze. Het lijkt wijs en praktisch om werkendeweg te bekijken of er inder daad bij een gunstig aanbestedingsresultaat mogelijkheden komen om in een nabije of verdere toe komst diep water mogelijk te maken. Beslissen doe je met een koel hoofd en met een calculator in de buurt. Wij menen, voorzitter, dat, wat de VVD-fractie betreft, behandeling van dit punt tijdens deze raadsbijeenkomst niet nodig was. Wij blijven daarbij. Als de democratie daarmee gediend lijkt, dan vinden wij dat echter uitstekend, maar het blijft voor ons procedureel een gepasseerd station. Dank u wel. De VOORZITTER Ik dank u zeer. Het woord is aan mevrouw Hak namens de Partij van de Arbeid. Ga uw gang, me vrouw. Mevrouw HAK Dank u wel, voorzitter. Om te beginnen, wil ik graag terugkomen op de commissievergadering van afgelopen maandag, want blijkbaar zijn mijn woorden niet helemaal duidelijk overgekomen. Ik wil meteen maar even duidelijk zijn. De Partij van de Arbeid is een voorstander van het openen van de Haven. Sterker nog, het was een punt van ons verkiezingsprogramma. Maar dat wil niet zeggen dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2004 | | pagina 23