3 FEBRUARI 2005 16 inlichtingen verlangen op een door het college of door de burgemeester schriftelijk of mondeling gege ven antwoord. De VOORZITTER Artikel 41-vragen Reglement van Orde. Wie van u? Ik dacht de SP. Mijnheer Meeusen, ga uw gang. ONDERWERP: NADERE VRAGEN OVER 'NIEUWE WONINGNOOD' (ANTWOORD COLLEGE 14- 01-2005). (SP-fractie) De heer MEEUSEN Dank u, voorzitter. We willen het nog even over wonen hebben. Wij hebben in het verleden een aantal vragen gesteld met betrekking tot de realisatie van sociale woningbouw. Het zal u duidelijk zijn dat dit voor ons ook een zeer heet hangijzer is. Die vragen zijn naar onze mening niet echt goed beantwoord, De VOORZITTER Neen, het gaat De heer MEEUSEN vandaar dat we hier nog een aantal De VOORZITTER Even voor de orde. Het gaat om het stellen van een vraag. Ik zou u dus willen vragen of u pregnant tot een opvatting kunt komen, want ik heb zojuist ook al bemerkt dat u allen integraal de teksten voorleest ter onderbouwing van de vraagstelling, en dat is, denk ik, wat erg uitgebreid. Dus ik wil u verzoeken puntig tot de vraagstelling te komen. De heer MEEUSEN Ik zal proberen het samen te vatten. Dit moet dan wel even uit het hoofd. We hebben u een aantal vragen gesteld, en zoals u kunt lezen zijn wij niet tevreden met de antwoorden die we hebben gekre gen. Het zijn althans in ieder geval naar onze mening eigenlijk geen echte antwoorden op de vragen zoals wij ze gesteld hebben. Door de bank genomen, zijn die nogal wollig. We wachten weer op een volgend rapport in mei, maar ondertussen heb ik natuurlijk in de gaten dat al die rapporten ons niks opleveren. Als het rapport in mei 2005 verschijnt, wachten we weer op dat van mei 2006. Dus we zou den wat meer concrete antwoorden op die vraag willen hebben. De VOORZITTER De wethouder. Wethouder Arbouw. Wethouder ARBOUW Voorzitter, de SP heeft in haar schriftelijke vraagstelling ten aanzien van de artikel 41-vragen aange geven dat zij zich niet serieus genomen voelt in de beantwoording van het college. Dat spijt mij zeer, want wij kijken wel degelijk zeer serieus naar deze vragen, en we proberen ook zo goed mogelijk de vragen te beantwoorden, uiteraard voorzover de informatie bij het college bekend is. Voorzitter, voor het beleidsveld wonen werkt de gemeente met een door uw raad vastgestelde beleidscyclus. Dat be tekent dat we in die beleidscyclus informatie verzamelen die gebaseerd is op een groot aantal onder zoeken die we periodiek uitvoeren. Zodra dat cijfermateriaal wordt getoond, kunnen we de beleidsdis- cussies voeren. Het is natuurlijk aan uw raad om aan te geven dat u vindt dat die cyclus te lang duurt en dat u te weinig momenten krijgt om zo'n debat te voeren. Als ik zo naar de afgelopen jaren kijk, denk ik dat er voldoende momenten zijn om op basis van gefundeerd cijfermateriaal van recent onder zoek de discussies te kunnen voeren. Als u vaker dat debat wilt voeren, dan betekent dat ook dat u zich moet realiseren dat u waarschijnlijk maar kleine verschillen krijgt in de resultaten van de onder zoeken die er dan onder liggen. Maar dat is aan u. Ten aanzien van de inhoudelijke punten die u heeft aangegeven, wil ik toch een paar dingen zeggen. Ik heb daarstraks al aangegeven dat we in mei 2005 uitgebreid in de gelegenheid worden gesteld om samen de discussie over het woonbeleid te voeren. Ik heb met de voorzitter van de commissie VSM afgesproken om een informatieve bijeenkomst voor de commissie bijeen te roepen om dat goed voor te bereiden, zodat alle punten die daaronder liggen aan u ook goed zijn uitgelegd voordat het debat begint. Wat betreft uw punt over de herstructurering in Breda-Noordoost, en dan met name ten aanzien van het slopen van woningen, is het duidelijk dat het college daarover de uitspraak heeft gedaan dat het slopen niet kan worden uitgesteld. Jongstleden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2005 | | pagina 10