3 FEBRUARI 2005
19
een vuurwerkbepaling. Ons voorstel voor een strikter koffieshopbeleid heeft niet geleid tot een aan
passing van de APV. Wel hebben wij in de commissie afgesproken dat er in het voorjaar voorstellen
zullen komen waarover wij met elkaar zullen praten. Dus wij wachten die voorstellen af. Zoals u weet,
zijn voor het CDA de koffieshops met name in de buurt van de scholen een grote zorg. Een aantal
voorstellen is niet overgenomen door het college, maar deze voorstellen hadden met name te maken
met de handhaving van de regels. Een belangrijk punt voor het CDA bij het maken van nieuwe regels
is dat wij er ook voor zorgen dat deze gehandhaafd worden. Voorzitter, ik wil bij dezen alle anderen
die aan de voorstellen hebben bijgedragen bedanken. Dat is, neem ik aan, gebeurd in overleg met het
Openbaar Ministerie, de politie, en anderen. Ook dank voor al het werk dat de ambtenaren die aan
deze voorstellen hebben bijgedragen, hebben verricht. Een van de belangrijke voorstellen van het
CDA was het opnemen van een vuurwerkbepaling in de APV. Helaas heeft dit niet geleid tot een
overname van ons voorstel. Wij hebben kort geleden een brief gehad van het college. De brief was
gericht aan de leden van de commissies AZ en VSM. Ons voorstel was het overnemen in de APV van
Breda van het Tilburgse model. Er is in de commissie gezegd dat er andere mogelijkheden zijn. Die
zouden wij kunnen bespreken in de eerstkomende commissie AZ. Om die mogelijkheid te openen, wil
ik een motie indienen die betrekking heeft op het vuurwerk. Dank u wel.
De VOORZITTER
(De voorzitter leest de tekst van de motie voor). Deze motie maakt deel uit van de besprekingen.
De door de heer Ügerler, namens de fractie van het CDA, ingediende motie luidt als volgt:
MOTIE (1met betrekking tot vuurwerkopslag.
De leden van de raad der gemeente Breda,
gelet op artikel 37 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen en overige werkzaamheden
van de gemeenteraad;
stellen de raad voor zich uit te spreken als volgt:
De raad der gemeente Breda, in vergadering bijeen op 3 februari 2005, behandelend het voorstel van
burgemeester en wethouders over de gedeeltelijke herziening van de APV Breda 2004;
constaterende dat:
nog niet voorzien is in de invoering van een vergunningstelsel voor vuurwerkopslag in de APV;
kennisnemende van de brief van het college waar ingegaan wordt op de mogelijke varianten van de
invoering van dit vergunningstelsel voor vuurwerk;
spreekt uit:
dat het wenselijk is om vuurwerkopslagplaatsen in woongebieden te binden aan een vergunningstel
sel;
en nodigt het college uit:
de bespreking voor te bereiden van de meest wenselijke vorm van regulering van vuurwerkopslag, in
de eerstvolgende commissie AZ;
en gaat over tot de orde van de vergadering.
De VOORZITTER
Het woord is aan de heer Kwisthout namens de SP.
De heer KWISTHOUT
Voorzitter, in de voorstellen van het college staat een aantal wijzigingen ten opzichte van de huidige
APV. Ik wil een aantal even langs lopen met uw welnemen. De geprepareerde tassen van de heer
Stubenitsky, naar wie ik ze maar zal noemen. De heer Stubenitsky heeft ons overtuigd van de wense-