3 FEBRUARI 2005 22 problemen kunnen zijn met de handhaafbaarheid. Wij hechten eraan dat we geen regels opstellen die niet handhaafbaar zijn, of andersom, als je regels opstelt, dan moetje die ook handhaven. Wat betreft de motie van het CDA over het vuurwerk in woonwijken. Ik heb daarover in de commissie al aangege ven dat ook wij moeite hebben met het opslaan en verkopen van consumentenvuurwerk in woonwij ken. Maar ik vind het te vroeg om nu al bij voorbaat, voordatje de discussie in de commissie AZ hebt, uit te spreken hoe je dat eventueel zou kunnen reguleren. Ik denk bijvoorbeeld aan de optie die toen aan de orde kwam, datje vuurwerk op bedrijventerreinen laat opslaan en verkopen, misschien niet op één locatie maar op meerdere locaties. Dus ik vind het in dit stadium te vroeg om al uit te spreken dat je een vergunningstelsel voor de verkoop van vuurwerk wilt hebben. Ik denk dat het beter is om eerst te kijken, ook om niet onnodig veel regels te realiseren, welke oplossing we zoeken. De VOORZITTER Ik dank u zeer. De heer Akinci namens GroenLinks. De heer AKINCI Voorzitter, ik reageer even puntsgewijze op een aantal wijzigingen die in dit voorstel staan wat betreft de APV. Eerst een voorstel van het CDA met betrekking tot het hinderlijk drankgebruik op de weg. Johan Kwisthout - de heer Kwisthout moet ik zeggen in deze vergadering - heeft daar al wat vraagte kens bij gezet, namelijk: wie bepaalt wat hinderlijk is? Daarin hebben wij frappant genoeg een totaal andere insteek. Dat bleek ook al in de commissie. Ik waardeerde het namelijk dat in het voorstel van het CDA het verbod op drankgebruik gekoppeld werd aan hinderlijk gedrag dat overlast veroorzaakt. Ik heb namelijk niet het idee dat wij hier in Breda dingen moeten willen verbieden die geen overlast veroorzaken. In die zin ben ik daar vrij liberaal in. Daarom ook vond ik het voorstel van het CDA heel aardig en had ik wat moeite met de interpretatie die het college daaraan gaf, namelijk: we handhaven het huidige verbod op alcoholgebruik op bepaalde plaatsen in de stad, dus onder andere in het Val kenberg, en daar voegen we aan toe het verbod op hinderlijk drankgebruik in de rest van de stad. Een situatieschets. Het is een zaterdagmiddag in de zomer, de zon schijnt en buiten is het 28 graden. Dan wil het nog weieens gebeuren - ja, ik heb me daaraan ook weieens schuldig gemaakt, dus u kunt me hierbij oppakken - dat er wat jongelui (of wat minder jongelui) in het park zitten met een boek, dat kan bijvoorbeeld The Catcher in the Rye zijn, en een fles Lambrusco. Zij veroorzaken geen overlast - ja, absoluut, Lambrusco is vaak weinig goedkoop, maar dat is een ander verhaal - en lezen daar rustig hun boek of zitten daar met een klein groepje te genieten van het warme zomerweer. Edoch, de politie patrouilleert daar, nota bene met een auto, pak 'm beet: eens in het halfuur, en dan zie je overal be wegingen van mensen die hun sixpackje met bier of hun fles Lambrusco bedekken met kranten, rug tassen, enzovoorts, enzovoorts. En ja, het gebeurt ook weieens dat er redelijk onschuldige drinkers in het Valkenberg worden opgepakt. Terwijl volgens mij ooit de huidige regeling in de APV is ingevoerd om overlast te veroorzaken eh - ik heb volgens mij ook te veel Lambrusco op - te voorko men. Ik wil dus eigenlijk het CDA uitnodigen om alsnog zijn eigen initiële voorstel in te dienen, name lijk het vervangen van de huidige regelgeving door het CDA-initiatief waarin overlast heel expliciet aan het drankgebruik wordt gekoppeld. Wanneer drankgebruik overlast veroorzaakt, dan grijpt de politie in. In een ander geval doet zij dat niet. Op het moment dat beide regels straks in de APV doorgevoerd gaan worden, betekent dat voor GroenLinks dat het erg veel moeite daarmee heeft. Een ander puntje. De winkeldiefstal en de voorwerpen die men daartoe bij zich kan hebben. Volgens mij is in het huidige voorstel duidelijk genoeg een onderscheid gemaakt tussen geprepareerde tassen en mensen die ge woon een diepvrieskip in hun koeltas hebben zitten. Op dat punt hebben wij geen problemen en kun nen wij het voorstel van de heer Stubenitsky steunen. Met betrekking tot het plakken en kladden zul len wij het amendement van de SP sowieso steunen. Ik haak even aan bij de woorden van mevrouw Overboom die zei dat het moeilijk was om de huidige aanpassing van die regelgeving te handhaven. Daarmee bedoelt zij volgens mij dat, op het moment dat ik op grote schaal tijdens verkiezingstijd CDA- posters op de muur ga plakken, het CDA daarvoor een boete krijgt - om maar even een willekeurige partij te noemen. Ik ben namelijk niet als plakker achterhaalbaar, ik doe dat namelijk heel erg slim. Dat komt nog van mijn rebelse linkse verleden. Verleden, hè? Precies. Nog wel links, maar niet meer re bels, minder althans. En u krijgt op dat moment de boete omdat ik CDA-posters aanplak. Nou, dat kan natuurlijk niet de bedoeling zijn. Dus in die zin lijkt mij de aanpassing zoals die op dit moment in de APV staat totaal en volstrekt niet zinvol. Mevrouw Overboom zei net al heel terecht dat we niet uit voerbare maatregelen niet moeten willen invoeren. De regel over bestuurlijke ophouding wordt uitge breid, of althans, de regel 2.1.2.2. - kunt u het thuis nog volgen? - wordt ergens anders in de APV nogmaals herhaald. Ons is in de commissie op geen enkele manier duidelijk geworden wat de zin van die maatregel is. Het twee keer opnemen van hetzelfde stuk tekst in een APV. Daarnaast is die hele bestuurlijke ophouding, voorzover ik weet, sinds de invoering in Breda absoluut niet toegepast. En als

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2005 | | pagina 16