3 FEBRUARI 2005
65
De VOORZITTER
Aan de orde is het voorstel, dus ik stel voor dat u dat verder behandelt.
De heer STUBENITSKY
Dit is een historisch moment, omdat het CDA eindelijk laat zien een eigen mening te hebben. Ik heb
een paar maanden geleden hun gedrag vergeleken met mijn Jack Russell. Die heeft toen een paar
weken niet tegen mij gekwispeld. Ik heb er toen niet bij verteld dat een Jack Russell in wezen een
bijzonder strijdlustig en dapper hondje durft te zijn. Mede namens mijn Jack Russell complimenteer ik
het CDA met hun nu getoonde standvastigheid, als ik dat tenminste mag doen van de burgemeester.
De VOORZITTER
Dat mag u doen. Ik zeg ook helemaal niets. Oké. Dank u. De heer Meeusen namens de SP. Ga uw
gang.
De heer MEEUSEN
Dank u, voorzitter. Als eerste wil ik iets opmerken over de brief die ons is toegezonden en ook in de
krant heeft gestaan. Volgens mij klopt die niet. Als wij niet instemmen met de artikel 19-procedure is
dat aan ons en heeft de projectontwikkelaar, voorzover wij kunnen nagaan, geen recht van spreken,
dus ook geen schadeclaims. Hij kan ze indienen zoveel hij wil. Wij zouden in ieder geval nadere op
heldering van het college willen hebben of dit wel zo is, en als dit niet juist blijkt te zijn, waarom is die
brief dan verzonden? Het is een beetje een hoofdpijndossier aan het worden. Twee groepen mensen
komen er niet uit en wisselen allerlei argumenten over en weer. In de commissie kregen wij een beetje
de indruk dat, als er nu maar ondergronds geparkeerd zou worden, het wel pruimbaar zou zijn. Zo
leek het. Nuchter nadenkend constateer je dan het volgende. Die auto's staan onder de grond, die
projectontwikkelaar heeft daar geen zin in. Vervolgens leven we in een land met een schuttingcultuur,
want aan het eind van het stukje grond waarover je beschikt, trek je weer een schutting op. Visueel is
het nettoresultaat dan gelijk. Dat lijkt ons weinig winst. De bewoners willen iets, zij willen een soort
wisselgeld. Wij vinden dat dat ook moet. De projectontwikkelaar vraagt of hij die toren mag bouwen
met zes of zeven bouwlagen. Dat betekent dat hij er zes of zeven zeer luxueuze appartementen bij
kan bouwen, terwijl hij de grond heeft gekocht met het bestaande bestemmingsplan van vier bouwla
gen. Er is dus een extraatje te halen. Wij vinden dat dit extraatje voor een stuk ook terug moet komen
in de onderhandelingen met de bewoners. Als je dan naar het terrein kijkt, zie je een heel groot bin
nenterrein. En er moet geparkeerd worden. Dat kun je op allerlei manieren oplossen, onder de grond,
boven de grond, drie hoog. Er zijn creatieve oplossingen mogelijk. De ruimte is er. Je kunt met de
buurt onderhandelen, de speeltuin groter maken, die openbaar maken. Zo schenk je een stuk grond
aan de gemeente. Dat is allemaal doenbaar. Zo hebben die bewoners vervolgens ook echt iets terug,
want volgens ons hebben de bewoners bij ondergronds parkeren nog echt niks terug. Dus je zou zeg
gen: jongens, terug naar de onderhandelingstafel. Maar als je dat zegt, dan ben je in eerste instantie
niet genegen om dit goed te keuren, want dan ben je immers uitonderhandeld en heb je geen druk
meer op de ketel. Een ander argument is dat de bewoners bang zijn voor parkeeroverlast in hun wijk.
Of de parkeerdruk in hun wijk nog meer toeneemt: daar is een projectontwikkelaar niet voor. Een par
keerdruk die te groot wordt, regel je met een vergunningenstelsel. Je kijkt wie er zijn auto mag zetten,
en that's it. Is er nog onderhandelingsruimte en is de brief van het college juist? Voorzitter, daarbij
wilde ik het voorlopig even laten.
De VOORZITTER
Andere leden nog van uw raad? Het woord is aan wethouder Niederer.
Wethouder NIEDERER
Voorzitter, dank u wel. Ik zal het kort houden. Met een artikel 19, gehouden aan de raad, is het college
nog nooit zo druk geweest als nu met De Zon. Het is wel een heel bijzondere. Zoals u weet, hebben
we vorig jaar in commissie- of raadsverband even een standstill met elkaar afgesproken. Onder voor
zitterschap van het college zou geprobeerd worden of de twee partijen wat naar elkaar toe konden
groeien. Buiten het stadskantoor hebben de partijen ook nog bilateraal een aantal keren met elkaar
gesproken en dat heeft een bepaald resultaat opgeleverd, dus tegen de heer Meeusen zeg ik: een
verder overleg heeft geen enkele zin meer. Mij dunkt dat het vanavond aan uw raad is, het is uw arti
kel 19 geworden. Het is aan u om te beslissen. Verder praten in de bemiddelende sfeer heeft geen zin
meer. Het college heeft geen brandbrief gestuurd. Het heeft u gewoon, en dat is de dure plicht van het
college, actief of proactief willen informeren over het feitencomplex, over mogelijke risico's - mógelijke
risico's - die kunnen gaan spelen op juridisch en bouwtechnisch gebied. Kortom, wij hadden daar nog