3 FEBRUARI 2005 66 behoefte aan omdat de discussies over het al dan niet toestaan van die artikel 19 nogal geënt worden op de parkeerproblematiek, terwijl daar die artikel 19 niet op ziet. Dat is het wonderlijke in deze kwes tie. Er wordt voldaan aan de parkeernorm. Dan kun je wel wensen dat het parkeren ondergronds gaat, maar het college ontraadt dat vanwege de technische grondstructuur en wat dies meer zij, U heeft ook gesproken over de bouwmassa, over de hoogte, en dat het niet mooi is. Daarvan kun je zeggen dat die artikel 19 daarover gaat, maar die gaat dus niet over het ondergronds parkeren. U betrekt dat ech ter dominant in uw afwegingen. Daarom heeft het college gemeend, want het hoort ook nogal eens wat via de wandelgangen, u nog even een brief te moeten sturen, zodat uw raad in de aan u gehou den artikel 19 in elk geval het hele complex nog eens tot zich kan nemen. Het is aan u om die te waarderen als zijnde niet onder de indruk, zinnig, onzinnig, fantastisch of bedankt voor de waarschu wing. Daar ga ik niet over. U bent in ieder geval qua exposé op de hoogte gesteld, in kennis gesteld van welke aspecten er allemaal aan deze kwestie zitten. Of die allemaal geoperationaliseerd worden, weet ik ook niet, maar u kunt dan van het college niet zeggen dat het in die bemiddelingspoging niet zijn uiterste best heeft gedaan om dit dossier veilig te laten landen, een dossier waarin het college nog steeds gelooft. Maar, zoals gezegd, het is aan u. Voorzitter, ik wil het ook hierbij laten omdat de standpunten uitvoerig zijn gewisseld in commissies - meervoud - en het oordeel is als vanzelfspre kend aan de raad. Dank u wel. De VOORZITTER Wie van u heeft nieuwe gezichtspunten voor een tweede termijn? De heer Meeusen, SP. TWEEDE TERMIJN De heer MEEUSEN Voorzitter, ik wil toch nog even refereren aan die brief. Daarin staat niet wat mogelijk zou zijn, maar er staat: met groot succes schadeclaims kunnen indienen. Dat lees ik dan zó dat zij schadeclaims kun nen indienen die wij dus kunnen gaan betalen. Volgens mij is dat klinkklare onzin. De VOORZITTER Een reactie van de wethouder. Wethouder NIEDERER Ja, dat is uw opvatting, en ik neem daar kennis van. De VOORZITTER Goed, wij hebben in twee termijnen gesproken. We gaan over tot stemming. Het voorstel luidt als volgt: 'Besluit: 1De aanleg van een speelplaats, ter plaatse van het gemeentelijk kavel nader uit te werken. 2. Ter compensatie van het woningverlies de toren met één bouwlaag één appartement) op te hogen. 3. Het bouwplan voor het overige ongewijzigd te laten. 4. De procedure van artikel 19, lid 1 WRO met in achtneming van de voorgestelde wijzigingen onder 1. en 2. te vervolgen met het ter visie leggen van het verzoek.' Er zijn geen amendementen of moties ingediend. We gaan nu het voor stel in stemming brengen. Wie is voor het voorstel? Ik noteer de leden van de Partij van de Arbeid en de VVD. Dat zijn elf leden. Wie zijn tegen het voorstel? Twintig leden. Daarmee is het voorstel niet aangenomen, (applaus) Het klinkt misschien flauw, ik vind het niet gepast als volksvertegenwoordi gers blijken van goed- of afkeuring geven. Ook niet gepast als dat op een publieke tribune plaatsvindt. Dat hoort niet in zo'n huis. Ook niet als u het wel of niet gewend bent. Hier vindt de gedachtewisseling plaats, en buiten deze ruimte kunt u met elkaar de ervaringen en de waarderingen delen. Ik hoop toch dat we dat een beetje mogen vasthouden. Hiermee hebben wij dit voorstel besproken. Het voorstel van burgemeester en wethouders wordt verworpen, met de aantekening dat de fracties van de VVD en de Partij van de Arbeid geacht wensen te worden te hebben voorgestemd. IX. RONDVRAAG. De VOORZITTER Aan de orde is de rondvraag. Wie van u voor de rondvraag? De heer Augenbroe, mevrouw Over- boom, de heer Leunisse en de heer Stubenitsky. Het woord is aan de heer Augenbroe. Ga uw gang.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2005 | | pagina 60