3 FEBRUARI 2005 14 per 31 december 2004 precies zit? Daarnaast staan er ook nog legio mensen ingeschreven bij kleine re woonstichtingen, zoals Vitalis en bij particuliere verhuurders en makelaars, zoals Meeüs en derge lijke. Hoeveel mensen staan er ingeschreven als woningzoekenden, al dan niet rekening houdend met doublures? Zeker zo belangrijk is het om te weten hoe de verdeling van de opgeleverde woningen is. In 1995 was er de afspraak van een derde goedkoop, een derde middelduur en een derde duur. De vraag: wat is er vanaf 1995 tot op heden in deze categorieën gebouwd? Hoeveel is er in deze catego rieën gesloopt of onttrokken aan de woningvoorraad, en wat is het netto resultaat in deze categorie- en? De VOORZITTER Dank u zeer. Het woord is aan wethouder Arbouw. Wethouder ARBOUW Voorzitter, het aantal opgeleverde woningen in 2004 was inderdaad heugelijk nieuws. Immers, met die 1.576 woningen is dit de grootste groei van de afgelopen tien jaar. En dat is ook een compliment voor u natuurlijk als raad. De vraag van de SP over de vermelde 9 duizend woningen. Inderdaad, dat is een netto aantal, dus daar hadden we de gesloopte woningen reeds van afgetrokken. Bruto zijn er name lijk in de periode 1995-2004 9.936 woningen toegevoegd. Er zijn 989 woningen gesloopt. En dan kom je dus op een netto toevoeging van 8.947, zeg maar, die 9 duizend. Die 9 duizend kun je dan vergelij ken met de Vinex-afspraken datje uiteindelijk dus op die 11.200 netto toevoeging moet komen. Hoe veel woningen zijn er in 2004 gesloopt? Hier gaat het om een aantal van 66 woningen. In 2004 zijn uiteindelijk bruto 1.642 woningen opgeleverd. Netto zijn dat er dus 1.576. Dan, voorzitter, het aantal ingeschreven woningzoekenden. Het cijfer van 20 duizend is bij het college niet bekend. De cijfers over 2004 zijn op dit moment nog niet aan te geven, want de corporaties moeten die cijfers verzame len. Daar zijn ze inmiddels mee bezig, maar ze moeten ze ook analyseren. Met de corporaties is afge sproken dat deze cijfers uiterlijk in mei 2005 beschikbaar zijn en als die er zijn wordt u uiteraard als commissie VSM geïnformeerd. Voorzitter, ik wil in die context toch nog een opmerking maken over dat aantal van 17 duizend en 20 duizend. Want heel vaak wordt de term 'wachtlijst' gebruikt. Maar u moet zich realiseren dat er natuurlijk een nuance in zit, omdat we inmiddels een elektronisch optiemodel hebben voor de toewijzing van huurwoningen. Dat betekent dat iedereen ongelimiteerd opties kan nemen. Uiteindelijk zijn, als we gaan kijken naar hoe het systeem werkt, die aantallen waar we het over hebben, die 17 duizend, die 20 duizend, dus aantallen van mensen die willen verhuizen. En dat is wat anders dan mensen die geen dak boven hun hoofd hebben. Dat wil zeggen dat we praten over het zoeken naar een kwalitatief betere woning. Dat betekent dat er ook heel veel mensen rechten opbouwen en eigenlijk niet actief staan ingeschreven, maar in feite strategisch al voor een bepaalde plek, omdat er een bepaalde fase in hun leven gaat aanbreken, voorsorteren. Dat wil zeggen dat u, wilt u inzicht hebben in dat aantal, net als de vorige keer, zoals we dat in november 2003 met u heb ben besproken, zult moeten ontrafelen en analyseren, en dan komt u uiteindelijk op een veel kleiner aantal echte knelpuntencategorieën uit. En daar moet u dan, denk ik, het debat over voeren. Wat be treft de woningbehoefte heb ik u net al aangegeven dat wij in mei 2005 inzicht in de feiten en ontwik kelingen zullen hebben. Dus wat mij betreft, kunnen we dan ook dat debat voeren. De cijfers van de knelpunten zijn dan ook beschikbaar. De gegevens over inschrijvingen bij makelaars, zoals Meeüs en bij Vitalis, die u noemde, zijn op dit moment niet bekend. We willen ze wel betrekken bij die analyse in mei, zoals ik die heb aangegeven. Dat wil zeggen dat we een belronde zullen maken met de grote makelaars om inzicht te krijgen in de in die tak ingeschrevenen. Voorzitter, de laatste vraag betreft de een derde, een derde, een derde. Ik moet u zeggen dat we in 2001 met de vaststelling door uw raad van de nota Maatwerk Wonen dat principe hebben verlaten. We zijn sinds 2001 echt wel vier jaar ver der, maar ook in het denken over de volkshuisvesting. Toch even misschien terug naar de cijfers. Over de periode 1995-2004 praten we over een totaal van 9.936 woningen waarvan sociale woningen pakweg 2.661. Dat is een percentage van 27 procent. Voor het totaal van de markt, inclusief wat de corporaties boven de bereikbare prijzen maken, zitje op 73 procent, zo'n 7.275. Dat zijn uiteraard de bruto cijfers. De netto cijfers, uitgesplitst naar categorieën, zijn over deze periode op dit moment nog niet bekend. Tot zover, voorzitter. De VOORZITTER Is er behoefte aan een reactie? De heer Meeusen. De heer MEEUSEN Ja, voorzitter. Ik wil een vraag stellen en ik zal hem even kort inleiden. U had het over het aantal wo ningzoekenden dat ingeschreven staat. Natuurlijk is het zo dat daar mensen in zitten die niet actief

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2005 | | pagina 8