10 MAART 2005 84 1in artikel 7, lid 2 is bepaald dat geen uitstallingsvergunning kan worden verleend voor het plaatsen van reclameborden; 2. door ondernemers in de binnenstad te kennen is gegeven dat er behoefte is aan het kunnen plaatsen van reclameborden; 3. voor sommige van deze ondernemers dit zelfs de enige mogelijke vorm van uitstalling is; besluit: de ter vaststelling voorliggende Buitenruimteverordening Binnenstad Breda 2005 te wijzigen als volgt: I. artikel 7, lid 2 te laten vervallen en artikel 7, lid 1, sub c. toe te voegen: één losstaand reclamebord aan de gevel van een ter plaatse gevestigde onderneming; II. aan artikel 8 een nieuw lid 6 toe te voegen: op losstaande reclameborden als bedoeld in artikel 7, lid 1, sub c. zijn de volgende reclameaanduidingen toegestaan: de naam van de betrokken onderneming met een maximale letterhoogte van 20 centimeter en teksten die betrekking hebben op producten die in de onderneming verkrijgbaar zijn; III. de toelichting bij de Buitenruimteverordening Binnenstad Breda 2005 overeenkomstig het besluit onder I en II te wijzigen. en gaat over tot de orde van de vergadering. De VOORZITTER Het woord is aan de heer De Craen namens het CDA. Ga uw gang. De heer DE CRAEN Dank u wel, voorzitter. Voorzitter, aan de orde is de Buitenruimteverordening Binnenstad Breda 2005. De huidige verordening is bijna tien jaar oud en is erg gedetailleerd. Omdat we naar minder regelgeving willen, is dit een goed moment om tot een actuele verordening te komen. De bespreking van deze verordening heeft ertoe geleid dat de verordening Precariobelasting ook aangepast gaat worden. Minder regulering vinden wij als CDA een goede zaak en is tevens voor de betrokken ondernemers interessant. Ik kan op voorhand de medewerking van de CDA-fractie toezeggen aan deze lastenverlichting. Voor de ondernemers met name in de binnenstad is dit een steuntje in de rug van de gemeente. Zij hebben dat nodig en dat verdienen zij ook. De voorgestelde verordening buitenruimte dient ook het algemeen belang. Niet alleen ondernemers, maar ook bezoekers en bewoners hebben daar een voordeel bij. Er moet een goed evenwicht ontstaan tussen een bepaalde economische waarde en de esthetische waarde van onze binnenstad. Datgene wat wij belangrijk vinden, is dat de beeldkwaliteit van de binnenstad op niveau moet blijven en zelfs, wat het CDA betreft, nog meer uitstraling mag krijgen. Voorzitter, mij rest nog de volgende opmerking met betrekking tot het amendement van de heer Stubenitsky. Het is een goed gemotiveerd amendement dat wij onder de volgende voorwaarde willen steunen. Deze voorwaarde betreft, zoals ook in de commissie MSO aan de orde kwam, een onderzoek naar de effecten van de nieuwe verordening met name op de kwaliteit van de binnenstad. De heer Stubenitsky heeft dat ook zojuist aangekondigd. Graag vraag ik de steun van de indiener van het amendement om zijn amendement te koppelen aan een onderzoek naar de effecten dat, naar onze mening, het beste plaats kan vinden aan het begin van de nieuwe raadsperiode, en hij heeft dat genoemd over twee jaar. Daar kunnen wij het volledig mee eens zijn. Ik dank u. De VOORZITTER Ik dank u zeer. Het woord is aan de heer Jackson namens de Partij van de Arbeid. Ga uw gang.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2005 | | pagina 15