88 10 MAART 2005 gedaan, en ik weet dat dat bij uw raad niet goed overkomt, dus vandaar dat ik het niet heb uitgedeeld. Maar mocht u nog visuele interesses hebben, ik heb toch nog een plaatje gemaakt, twee plaatjes: het ene voor en het andere na. U moet dan toch eens goed kijken hoe dat beeld eruit komt te zien. Nogmaals, niet uitgedeeld, omdat ik weet dat dat het doel ook bij uw raad vaak niet dichterbij brengt. Voorzitter, ik wil het hierbij laten. De VOORZITTER Ik dank u zeer. Wie van u voor een tweede termijn? De heer KWISTHOUT Voorzitter, even een punt van orde. Ik zou graag vóór mijn tweede termijn heel kort willen schorsen, een paar minuten, het kan hier op de plaats, om even te overleggen over het amendement dat wij eventueel willen indienden. De VOORZITTER Wilt u dat nu? De heer KWISTHOUT Dat mag voor aanvang van mijn bijdrage en het gaat om enkele minuten. De VOORZITTER Dan kunnen we beter nu even schorsen. Ik stel voor drie minuten. De VOORZITTER schorst de vergadering. SCHORSING De VOORZITTER Mag ik de leden vragen de plaatsen in te nemen en de bode verzoeken de raadsleden in de hal even te roepen. De VOORZITTER heropent de vergadering. TWEEDE TERMIJN De VOORZITTER Het woord is aan de heer Stubenitsky. Ga uw gang. De heer STUBENITSKY Dank u, voorzitter. Als ik de wethouder zo hoor praten, word ik toch een beetje boos op hem. Dat is een uitzondering, want ik ben nog nooit boos op hem geweest. Ten eerste zegt hij dat de herinrichting 30 miljoen heeft gekost. Dat was 33 miljoen gulden en de onroerendgoedeigenaren, dus de winkeliers, hebben eenderde daarvan, 11 miljoen gulden, moeten betalen. Dus die 30 miljoen waarover u spreekt, komt niet uit de zak van de gemeente. De commissievergadering was op donderdag, deze vergadering is op donderdag, er zitten ondernemers op de tribune, maar ondernemers zijn geen onruststokers, mijnheer Oomen, dat zijn geen demonstranten die met doeken komen. Dat is ander volk. Sorry, daar wil ik niks negatiefs mee zeggen. De heer LIPS Mijnheer Stubenitsky, ik dacht dat het koopavond was en dat de winkeliers allemaal in hun winkel aan het werk waren. De heer STUBENITSKY Ja, maar een paar hebben zich vrijgemaakt hiervoor en dat vind ik heel erg goed van ze. Als winkeliers meer dan 60 centimeter naar buiten komen, en of dat nu met een uitstalling is of met een bord dat maakt niet uit, een tafeltje kun je ook te ver naar buiten zetten en kaarten mogen ook, dan vallen ze meteen negatief op. Als wethouder Oomen geen verschil ziet tussen één meter en 60 centimeter, als hij daar een centimeter voor nodig heeft, dan moet hij toch eens op dat bord van de opticien gaan kijken of hij een nieuwe bril nodig heeft. Oh neen, dat bord mag er niet staan van u.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2005 | | pagina 19