10 MAART 2005
89
De VOORZITTER
Wilt u even bij het onderwerp proberen te blijven? Gaat u verder, mijnheer Stubenitsky, en zakelijk.
De heer STUBENITSKY
Ik was klaar, voorzitter. De wethouder was ook niet helemaal zakelijk.
De VOORZITTER
Ik geef het woord aan de heer Van Overveld, WD-fractie. Ga uw gang.
De heer VAN OVERVELD
Dank u wel. Heel kort. Over de aantasting van het stadsgezicht heb ik al opgemerkt dat ik geen
verschil zie in een bord van de VW, of van een kerk, of van een andere non-profit instelling. Die
zouden het stadsgezicht per definitie dus niet kunnen aantasten en een ander bord wel. Dat argument
begrijp ik niet. Een niet bestaand probleem. Ik heb andere informatie. Mij schieten ondernemers wel
aan en zij melden het wel als een probleem. Het missen van eventueel 10 procent omzet moet een
wethouder van financiën aanspreken wanneer hij 10 procent omzet zou missen. Zijn meetlat kan hij
gewoon thuislaten, want het is vrij duidelijk wanneer iets ruim meer dan 60 centimeter is of niet. Wij
houden gewoon voet bij stuk.
De VOORZITTER
De heer Jackson, Partij van de Arbeid.
De heer LIPS
Ik wil toch even een interruptie plaatsen.
De VOORZITTER
De heer Lips.
De heer LIPS
Ik denk dat goed ondernemerschap niks te maken heeft met wat voor bord dan ook. Een goede
ondernemer gaat ieder jaar een stukje meer omzet maken. Ik vind het echt uit de lucht gegrepen om
te zeggen: als borden niet buiten mogen staan, dan scheelt dat 10 procent omzet. Daar klopt
helemaal niks van.
De heer VAN OVERVELD
Dan bent u toch ook als ondernemer slecht op de hoogte. Er wordt regelmatig
De heer LIPS
Ik heb 25 jaar een winkel gehad, mijnheer Van Overveld, dus ik weet wel hoe dat in elkaar zit.
De heer VAN OVERVELD
Waarom wordt er zo verschrikkelijk veel geld uitgegeven aan reclame? Omdat dat niet zou helpen?
Nou, wie is hier nou gek.
De VOORZITTER
Het woord is aan de heer Jackson, Partij van de Arbeid.
De heer JACKSON
Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Misschien is het een goede suggestie aan de wethouder om in
plaats van een ambtenaar met een duimstok een ambtenaar met een kettingzaag op pad te sturen.
Op het moment dat die borden van 60 centimeter op een rij staan en een winkelier heeft de euvele
moed gehad om er 80 centimeter van te maken, dan zie ik het geweldig spektakel al voor me. Ik
verheug me er eigenlijk al op. Zonder gekheid, mijnheer de voorzitter, wij zijn eigenlijk toch niet echt
bang voor de taferelen zoals getoond op de prachtige foto's van de wethouder, die de kijkers thuis en
de mensen op de tribune hebben gemist, met de mooie bananen op straat en dergelijke
reclameborden. Wij zijn daar echt niet bang voor. Mochten dergelijke excessen zich toch voordoen, wij
gaan evalueren, en dan moeten we alsnog de verordening over twee a driejaar weer aanpassen.
De VOORZITTER
De heer Schreiner, Breda '97.