10 MAART 2005 91 De raad van de gemeente Breda, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders met betrekking tot de Buitenruimteverordening Binnenstad Breda 2005; overwegende dat: - in dit voorstel een onderscheid wordt gemaakt tussen de toegestane afstand (gerekend vanuit de gevel) van een terras en andere uitstallingen, respectievelijk 1.50 meter en 60 centimeter; - het uit veiligheidsoogpunt, welstand, gelijke behandeling en functioneren van de economie in de binnenstad wenselijk is om voor beide vormen van uitstallingen een uniforme afstand van 1.50 meter aan te houden; besluit: het ter vaststelling voorliggende ontwerpraadsbesluit te wijzigen als volgt: Op alle voorkomende plaatsen in de voorliggende Buitenruimteverordening de afstand '0.60 meter' met betrekking tot uitstallingen niet zijnde terrassen te wijzigen in '1.50 meter'; en gaat over tot de orde van de vergadering. De VOORZITTER Andere leden van uw raad? Het woord is aan wethouder Oomen. Wethouder OOMEN Voorzitter, dank u wel. Dames en heren, gehoord uw opvattingen in de tweede termijn heb ik toch de behoefte om nog te reageren in de richting van de heer Stubenitsky, want hij maakte in mijn richting de opmerking als zou ik geen oog hebben voor ondernemers en ze misschien ook niet zou begrijpen. Ik zal u vertellen, mijnheer Stubenitsky, dat ik als zoon van een kleine ondernemer precies weet hoe het in ondernemersland werkt. Ik weet precies dat een euro eerst verdiend moet worden voordatje die kunt uitgeven. Dat hoef ik van u niet over te nemen. U kunt misschien van mij nog iets overnemen. Voorzitter, ik had daar behoefte aan, omdat hij een bepaalde suggestie wekte die ik in ieder geval verre van me werp. We hebben juist ook oog voor de ondernemer, dat heb ik gezegd. Ook het artikel in BN/DeStem heeft daar nog een bijdrage aan gegeven, waar men zegt dat een historische binnenstad die er opgeruimd uit ziet ook een stimulans is voor extra toerisme, voor extra bezoek. Dat heb ik hier naar voren gebracht. Maar het is aan u om om te gaan met uw amendement zoals u dat wilt. Voorzitter, met alle respect voor de heer Kwisthout, maar ik kan me niet voorstellen datje in de hele stad uitstallingen van 1.50 meter zou toestaan. Dat kan gewoon niet, dan kom je met andere processen in de knel. Wat ook niet kan, is 60 centimeter en 1.50 meter. Wiskundig gezegd heet dat een zaagtandfunctie en dat betekent datje dan jezelf tegenkomt, dan val je namelijk in je eigen zaag en dat kan niet. Dus voorzitter, zowel om politieke als om mathematische redenen wil ik voorstellen om op dit amendement niet verder in te gaan als college. De VOORZITTER Er is in twee termijnen van gedachten gewisseld. Aan de orde is eerst het door de heer Stubenitsky ingediende amendement (amendement 1) dat door diverse andere fracties is ondersteund. Wie van u is voor dit amendement? Graag met de hand opsteken. Het amendement is unaniem aangenomen. Besluitvorming met betrekking tot amendement 1, inhoudende dat wordt besloten om de ter vaststelling voorliggende Buitenruimteverordening Binnenstad Breda 2005 te wijzigen als volgt: I. artikel 7, lid 2 te laten vervallen en artikel 7, lid 1, sub c. toe te voegen: één losstaand reclamebord aan de gevel van een ter plaatse gevestigde onderneming; II. aan artikel 8 een nieuw lid 6 toe te voegen: op losstaande reclameborden als bedoeld in artikel 7, lid 1, sub c. zijn de volgende reclameaanduidingen toegestaan: de naam van de betrokken onderneming met een maximale letterhoogte van 20 centimeter en teksten die betrekking hebben op producten die in de onderneming verkrijgbaar zijn;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2005 | | pagina 22