10 MAART 2005
95
is gericht en waar die openbare ordezaken niet meer in zitten en dus eigenlijk steeds meer een lege
huls begint te worden waar de belangrijke discussies uit zijn verwijderd. Dat is inderdaad geen
integraal beleid, dat is geen integreren, maar dat is eerder differentiëren. Voor degenen die opgelet
hebben bij wiskunde, dat is eigenlijk precies het omgekeerde. Desalniettemin zien wij de discussie
over de sluitingstijden graag tegemoet, we willen die graag voeren. We zijn erg blij met de inbreng die
de burgemeester kan hebben met zijn ervaring met de sluitingstijden in Bergen op Zoom, de
praktijkervaring die dan kan worden ingebracht. We hebben er goede hoop op dat die sluitingstijden
ook aangepast worden naar een niveau dat in 2005 eerder normaal gevonden wordt. Tot zover.
De VOORZITTER
Ik dank u zeer. Andere leden van uw raad? Dan is het woord aan wethouder Adank. Ga uw gang,
wethouder.
Wethouder ADANK
Naar aanleiding van de laatste woorden, voorzitter, van de SP kijk ik even naar het verslag waar de
heer Vergroesen constateert naast de opmerkingen over de sluitingstijden dat de SP het verder een
uitstekende nota vindt waar zij achter staat. Vandaar dat ik
De heer KWISTHOUT
Voorzitter, wij staan ook achter de nota, maar de belangrijke discussies zijn eruit gehaald.
Wethouder ADANK
Neen, daar waren wij ook niet van. Waar wij van waren, was om voor een beleidsnota, gelet op de
maatschappelijke ontwikkelingen en de wijze waarop de horeca zich in onze stad ontwikkelt en de
plekken waar dat gebeurde en waar dat moet gebeuren, beleidsruimte bij uw raad te vragen om
daarop vooruit te denken, te anticiperen. Dat is het verhaal. En parallel daaraan loopt de discussie
over de sluitingstijden en de annex zaken die u tot top heeft verheven of prioriteit in het beleid, terwijl u
terug moet gaan naar de oude horecabeleidsnota uit 1995/1996 die op alle punten met de
horecaondernemers, bij wie de sluitingstijd ook niet boven aan de agenda stond, maar juist het
vigerende beleid versus het nieuwe beleid op die nieuwe plekken waar we horeca willen vestigen, is
doorgesproken. En op basis daarvan heeft terecht de meerderheid van de raad geconstateerd dat
daar goed naar is geluisterd en dat naar de toekomst dat beleid in overleg met de horecaondernemers
is geformuleerd. Die andere zaken, en die neem ik even serieus, van de heer Akinci waar het gaat om
discriminatie, de wijze waarop wij met horeca en bewonersgroepen omgaan, waar het gaat om al die
andere zaken die u heeft genoemd in de commissie, zijn absoluut fundamenteel in een land waar
iedereen op zijn eigen wijze uit moet kunnen gaan en niet anders beoordeeld wordt dan de andere
burger. Dat heeft u zojuist in uw verhaal over de openbare ruimte ook expliciet aangegeven. Laat
daarover geen misverstand bestaan. Dat doe ik samen, of liever gezegd, dat doet de burgemeester
samen met de wethouder Economische Zaken. Daarvoor heb je vanuit de specifieke bevoegdheid van
de burgemeester eigen beleidsruimte en eigen bevoegdheden. In de commissie Algemene Zaken
zullen we als het gaat om de sluitingstijden, en u kent mijn standpunt daarover, nadrukkelijk niet alleen
vanuit het economisch perspectief maar ook vanuit de doelgroep jongeren alle inzet plegen om daar
met de burgemeester in relatie tot de weglekeffecten uit onze gemeente vanuit economische belangen
alsmede vanuit andere belangen stevig op inzetten. Maar dat was niet het hoofdpunt van deze
beleidsnota. De eenloketfunctie, waarnaar de heer Lips en ook anderen hebben gevraagd, zullen we
in overleg met collega Arbouw invullen. Die toezegging heb ik gedaan en die zal het college gestand
doen voor 1 januari 2006. Het gaat niet zozeer om de horecaspecifieke vragen, maar met name om
de openbare ordevraagstukken, de vergunningverlening, de ontheffingverlening, de
milieuvraagstukken die er leven, dat we daarvoor de eenloketfunctie operationeel maken ten gunste
van het klantvriendelijk zijn als overheid naar deze belangrijke groep ondernemers. De
twaalfdagenregeling, voorzitter, klinkt sympathiek, maar ik ga er toch niet mee akkoord namens het
college, niet alleen omdat we in 2003 als bevoegdheid van de burgemeester dat besluit niet hebben
geaccordeerd om een aantal argumenten waarbij de nadelen van de twaalfdagenregeling zwaar
opwogen tegen de voordelen, en u heeft zojuist bij het punt over de openbare ruimte een bijzonder
hard punt gemaakt van het gelijk berechten van dezelfde mensen onder gelijke omstandigheden et
cetera. Als u dat nu ook toepast op de twaafdagenregeling, dan vind ik dat we ook ten aanzien van
dorpen, wijken, kernen en de stad op dezelfde wijze moeten gaan reageren. Ik heb u wel gezegd dat
ik met de ondernemers waar dan ook, mijnheer Lips, in onze totale gemeente als er knelpunten
ontstaan natuurlijk altijd bereid ben om het gesprek te hervatten om te kijken op welke wijze we dan
een mouw kunnen passen aan mogelijke knelpunten die ontstaan in het kader van de hele