10 MAART 2005 96 I -v.» ;V- regelgeving. Om generiek nu te besluiten tot een twaalfdagenregeling klinkt sympathiek, voorzitter, maar de voor- en nadelen die u in de nota van commentaar, die u als onderlegger heeft aangetroffen bij de horecanota, heeft kunnen lezen, zijn daarin omstandig uitgelegd, en het college blijft daarbij. De sluitingstijden, voorzitter, hoef ik nu niet te doen, daar gaan wij in goede samenwerking met elkaar in twee commissies aan werken. Wij zijn uitermate benieuwd in hoeverre u de argumenten die het college zal aandragen tot u wilt nemen in die discussie die uiteindelijk toch, naar mijn idee, dit jaar zal moeten leiden tot een uitspraak van uw raad of u, ik verwijs even naar Amsterdam, Groningen, Utrecht en enkele andere grote gemeenten, ruimte wilt bieden om deze stad met 170.000 inwoners gelet op de ruimte die de beleidsnota horeca geeft, mee te laten gaan met deze tijd en wel op basis van meerdere argumenten dan alleen het economisch gewin. Voorzitter, de opmerking over de Grote Markt van de heer Stubenitsky: ik zie zelden bruidjes met natte voeten op hoge hakken van de Reigerstraat naar het stadhuis lopen. Meestal worden ze met een automobiel of een oude andere gedateerde wagen uit de dertiger jaren afgezet en De heer STUBENITSKY Ik had het over het gevolg van de bruiloft, de mensen die ook op die bruiloft komen. Meestal doen ze dat niet met z'n tweeën maar met een heel gezelschap. Wethouder ADANK Maar die hebben meestal nog zo'n fantastische dag voor de boeg dat ze dat wel voor lief zullen nemen,zeker met een uitzicht op een fantastische markt in een historische stad. Ik heb er in ieder geval nog nooit zo zwaar commentaar op gehoord. Maar we moeten er wat flexibel mee omgaan zonder de regels die we op dit moment hanteren overboord te gooien. Voorzitter, dank ook voor de bijdrage van de heer Taks die toen die avond niet aanwezig was maar hier in ieder geval ook nadrukkelijk zegt dat deze nota de komende jaren het kader van het horecabeleid aangeeft. Toch? Dank u wel. De VOORZITTER Dank u zeer. Is er behoefte aan een tweede termijn met nieuwe feiten? De heer Kwisthout, SP. Ga uw gang. TWEEDE TERMIJN De heer KWISTHOUT Heel kort, voorzitter. Ik vind om meerdere redenen dat de wethouder te gemakkelijk zegt dat de discussie over de sluitingstijden een aanverwante discussie is. Een van die redenen is dat het in de nota van commentaar als een van de twee hoofditems staat. Een andere reden is dat het voortbestaan van ons poppodium er wellicht van afhangt. Een derde reden is dat het natuurlijk ook heel grote economische en beleidsmatige consequenties heeft. Ik denk dat ook de wethouder het met mij eens zal moeten zijn dat eigenlijk die discussie samen met deze discussie gevoerd had moeten worden, zodat je daarmee rekening kunt houden bij het vaststellen van je beleidsplannen. Dat is wat ik heb willen inbrengen. De VOORZITTER Korte reactie, wethouder. Wethouder ADANK Ik ben het niet oneens met de heer Kwisthout, voorzitter, maar we hebben gelet op de tijd. Ik had afspraken met u over de bijstelling van de nota horeca, daar heeft u zelf om gevraagd, en dan denk ik dat een bestuurder moet voldoen aan de toezegging aan de gemeenteraad. Dit spoorde niet met die discussie die wij samen nog moeten gaan voeren in deze stad, want die zal breed zijn, daar zullen velen bij betrokken zijn. Je moet dat niet in een tijdsklem zetten. Ik vind dat we, gelet op de belangen die ik hecht aan de sluitingstijd en de verruiming daarvan onder andere voor een poppodium, daarvoor in ieder geval de tijd moeten nemen. Vandaar dat we die splitsing erin hebben aangebracht. De VOORZITTER Ik dank u zeer. U kunt instemmen met de nota? Wenst iemand aantekening tegen of anderszins? Neen. Dan is aldus besloten. Akkoord.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2005 | | pagina 27