10 MAART 2005
75
De VOORZITTER
Moet u luisteren, er is sprake geweest van een ongelukkig misverstand. Het kabinet had doorgegeven
dat ik die dagen er niet was. Wat veel belangrijker is, is dat we in staat zijn om de zaken tot een goed
einde te brengen. Ik weet dat tijdens die gebeurtenissen de politie onder grote druk haar werk heeft
moeten verrichten en dat de gebeurtenissen buitengewoon betreurd worden. Ik denk dat wethouder
Oomen uitstekend de zaken heeft opgepakt. En nogmaals, eenieder betreurt dit gebeuren. Maar wat
voor ons veel belangrijker is, is de vraag: hoe kunnen we deze nare spiraal doorbreken? Ik wil daar
graag met u over spreken en ook over de instrumenten die wij aan het onderzoeken zijn, maar die op
dit moment ook een aantal beperkingen kennen om ten uitvoer te brengen. Maar nogmaals, dat gaan
wij in samenspraak met u bespreken en uiteraard ook met de vertegenwoordigers van NAC.
De heer SCHELTENS
Dan zijn we het op dat punt in ieder geval helemaal met elkaar eens.
De VOORZITTER
Aan de orde zijn de vragen zoals die zijn gesteld door de fractie Leefbaar-Breda/ Parel van het
Zuiden. Mijnheer Boer, ga uw gang.
Vraag 2. Verkeerssituatie in Breda (factie Leefbaar-Breda/Parel van het Zuiden)
De heer BOER
Dank u, mijnheer de voorzitter. Voordat ik aan mijn vragen toekom het volgende. Ik ben blij dat ik toch
even de gelegenheid heb gekregen om iets te zeggen over een zaak die in november speelde.
Tijdens de raadsvergadering van november heb ik opmerkingen gemaakt in de richting van de
bewonersbelangenvereniging Becom in de Haagse Beemden. Die zijn het bestuur in het verkeerde
keelgat geschoten. Deze week hebben we daarover een gesprek gehad om wat zaken duidelijk te
krijgen. Het ging er vooral om dat zij dachten dat ik twijfelde aan de integriteit van de secretaris. Ik wil
nadrukkelijk zeggen dat ik dat niet gezegd heb, het staat ook niet zo in de notulen en ik heb het ook
niet zo bedoeld. Maar het zou eventueel kunnen dat men dat eruit gehaald heeft. Ik ken de secretaris
al twintig jaar en
De heer DUBBELMAN
Mijnheer Boer, is dit nu een vraag aan het college of is dit een schuldbekentenis?
De heer BOER
Ik heb de gelegenheid gekregen om op dit moment daar wat over te zeggen. Ja toch? Ik ken de
secretaris al heel lang en ik ken hem als een zeer accuraat en integer man. Er was geen ander
momentWat zegt u?
De heer DUBBELMAN
U moet uw vragen stellen aan het college.
De heer BOER
In dit geval niet.
De VOORZITTER
Als u uw verhaal even afrondt, dan kunnen we naar de vragen.
De heer BOER
Ja, dat was ook de bedoeling, maar dat wekt dan verwarring. Er was geen ander moment om dit te
doen, mijnheer Dubbelman.
De heer DUBBELMAN
Dit is geen gepast gebruik van het vragenhalfuur. U zit uw paadje schoon te vegen terwijl er vragen
gesteld moeten worden aan het college.
De heer BOER
Ik heb dit ook niet als een vraag gezien.