21 APRIL 2005
130
De heer SCHELTENS
In geval van twijfel had je even een mailtje kunnen doen uitgaan. Een mailtje is natuurlijk een heel
gevaarlijk medium, maar in zo'n geval zou het compleet onschuldig zijn. Je weet binnen de kortste
keren hoe de anderen erover denken.
De VOORZITTER
Dank u zeer. Het woord is aan mevrouw Overboom, D66.
Mevrouw OVERBOOM
Voorzitter, daarnet is al door GroenLinks aangegeven dat ik van plan ben om met een motie te komen
ten aanzien van dit bestemmingsplan over het Wagemakerspark. Ik wil er kort over zijn. Ik heb in de
commissie al gezegd dat D66 van mening is dat die 180e woning op deze plaats niet gerealiseerd
moet worden. Ik vind het een uitermate trieste ervaring voor de mensen die jarenlang hebben gestre
den voor het behoud van de populieren op deze locatie, dat vanwege een illegale actie, het ziek ma
ken van een tiental populieren, die die 180e woning hadden voorkomen, alsnog die 180e woning gere
aliseerd kan worden, en dat er een kleinere speelplek overblijft. Een speelplek die een heel
belangrijke sociale functie in deze buurt vervult, en in mijn optiek ook in de toekomst als in het Wage
makerspark ook kinderen wonen die willen spelen, waardoor die een belangrijke rol kan vervullen voor
de integratie tussen die twee buurten. En wat
De heer POSTHUMA
Voorzitter, ik zou
Mevrouw OVERBOOM
Over de bouwvergunning wil ik nog opmerken dat een bouwvergunning, als die in strijd is met het
ruimtelijk beleid, en de artikel 19-procedure nog niet is afgerond, sowieso nooit afgegeven had mogen
worden.
De VOORZITTER
Een interruptie van de heer Posthuma.
De heer POSTHUMA
Een vraag die wel ongeveer dezelfde richting in gaat, maar ik wil die dan toch nog een keer stellen, is:
welke betekenis heeft het nu volgens u, als we een wijziging aanbrengen in het bestemmingsplan,
voor de onherroepelijkheid van de bouwvergunning? In mijn opvatting is een bouwvergunning
Mevrouw OVERBOOM
Als een bouwvergunning in strijd is met het bestaande ruimtelijk beleid en is afgegeven voordat de
artikel 19-procedure was afgerond, en als daarna is geconstateerd dat die artikel 19 bovendien ook
niet klopte, met name de uitbouw was groter ten opzichte van de oorspronkelijke artikel 19, dan sta je
voor het punt, wat doen we? Trekken we de bouwvergunning in, of doen we dat niet, en gaan we het
legaliseren door nieuw ruimtelijk beleid? Er was toen sprake van óf een artikel 19-procedure óf een
bestemmingsplan. Een jaar geleden, op 29 april, was de eerste inspraakbijeenkomst op het Stadskan
toor. In die hele tussenliggende periode heb ik de wethouder indertijd diverse malen gevraagd om óf
die artikel 19 óf het bestemmingsplan hier in de raad aan de orde te hebben. Wij hebben die nooit hier
ter bespreking gehad, ook niet ter kennisname bij de commissie SOV. Daar heb ik in januari nog om
gevraagd. Daarom dien ik deze motie ook in, want dit is het enige moment waarin de raad de moge
lijkheid heeft om, gezien de situatie die toen bestond, een standpunt daarover in te nemen. Ik heb het
destijds gezegd en ik zeg het nu weer: in mijn optiek overweegt op dit moment het belang van de bur
gers en moeten wij afzien van die 1809 woning. Vandaar mijn motie om het bestemmingsplan dat nu
voorligt, waarover we nooit eerder een standpunt hebben kunnen innemen, dusdanig aan te passen
dat er afgezien kan worden van die 180® woning.
De heer DUBBELMAN
Mevrouw Overboom, voordat u wegloopt, aansluitend op de vraag van de heer Posthuma, het volgen
de. Als een bouwvergunning is verleend, dan kunnen derde belanghebbenden binnen zes weken be
zwaar aantekenen. En als dat binnen zes weken niet gebeurt, dan heeft zo'n bouwvergunning kracht
van gewijsde gekregen. Als de zes wekentermijn is overschreden, denk ik dat het juridisch wat riskant