21 APRIL 2005 137 heb de ontwikkelaar aangegeven dat ik vind dat hij daar geen gebruik van moet maken, en in plaats daarvan heb ik deze oplossing voorgesteld. Ik denk dat dat naar beide partijen een faire oplossing is in de belangenafweging. Hoe het vastgelegd moet worden, is puur via een erfdienstbaarheid. Ik denk dat dat ook met het oog op de belangen van de bewoners op een juiste wijze kan worden vastgelegd. De heerMEEUSEN Voorzitter, ik heb nog een vraag daarover. Met name over het recht van overpad. Wat zijn de conse quenties als wij dat recht van overpad wijzigen, nu het ook niet juridisch afdwingbaar is? Wethouder ARBOUW De ontwikkelaar zal uiteraard duidelijkheid willen hebben over welke oplossing uiteindelijk gekozen wordt en dan zal hij ongetwijfeld proberen de gemeente te houden aan de contracten zoals ze op pa pier zijn gezet. En dat betekent dat dat een slechtere situatie voor de buurt is en een slechtere situatie voor het speelveldje. De VOORZITTER Aan de orde is de tweede termijn. Wie van u voor een tweede termijn? De heer BOER Mijnheer de voorzitter, De heer DUBBELMAN De CDA-fractie heeft behoefte aan een korte schorsing. De heer BOER Daar hadden wij ook behoefte aan. De VOORZITTER Een schorsing van tien minuten. Dan schors ik de beraadslagingen tot 21.10 uur. De VOORZITTER schorst de vergadering. SCHORSING De VOORZITTER heropent de vergadering. TWEEDE TERMIJN De VOORZITTER Wie wenst het woord? Het woord is aan de heer Dubbelman namens het CDA. Ga uw gang. De heer DUBBELMAN Voorzitter, de CDA-fractie heeft schorsing gevraagd. Het resultaat van onze beraadslaging is als volgt. Allereerst constateren we dat de bouwvergunning die verleend is kracht van gewijsde heeft gekregen en dat betekent dat je juridisch grote risico's loopt als je die bouwvergunning na een periode van zes weken alsnog intrekt. Dan moet er sprake zijn van zeer nieuwe ontwikkelingen. Die zijn er naar ons idee niet. Nieuw beleid, een nieuw bestemmingsplan zijn geen nieuwe ontwikkelingen. Als je de bouwvergunning intrekt, betekent dat heel concreet dat degene die daardoor benadeeld wordt naar de bestuursrechter kan stappen en bijna honderd procent kans heeft om die intrekking te laten vernieti gen. En dan zijn we een stuk verder en zitten we alleen maar meer in de puree. Dat is de eerste op merking. De tweede opmerking. Zoals al door diverse sprekers is gezegd, ook namens het CDA, heb ben wij van het geheel toch geen plezierige indruk overgehouden. En nu druk ik me buitengewoon voorzichtig uit. Voor het CDA staat hoe dan ook voorop dat het speelterrein gehandhaafd moet wor den zoals dat gepland is. Hoe je het ook wendt of keert, de bouw van de 180e woning beperkt dat speelterrein. Wij komen tot de volgende conclusie. Wij kunnen het voorstel van het college in die zin wel ondersteunen, mits het college bereid is om op de projectontwikkelaar een beroep te doen en hem op te roepen om geen gebruik te maken van de bouwvergunning, en dat gewoon in goed overleg als heren onder elkaar. Ik bedoel dat niet negatief richting dames, het kan ook als dames onder elkaar, maar in dit metier zijn het allemaal heren. U ziet bij het volgende agendapunt ook dat deze project ontwikkelaar toch graag met de gemeente zaken wil blijven doen. Het tweede punt betreft het speel-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2005 | | pagina 26