21 APRIL 2005 142 De VOORZITTER De beraadslagingen worden heropend. Als u misschien het gevoel zou hebben dat het college zich meer permitteert dan de raad, dan is het wel zo dat naar aanleiding van datgene waarmee u het colle ge bevraagt daar ook ruimte voor moet zijn en soms kan daar enige tijd meer overheen gaan dan afgesproken. Daarbij tracht ik de orde van de vergadering zo goed mogelijk te borgen. Het woord is aan wethouder Arbouw. Ga uw gang, wethouder. Wethouder ARBOUW Dank u wel, voorzitter. Er is een aantal vragen gesteld door verschillende fracties. Die wil ik eerst even doorlopen. De heer Posthuma vroeg het recht van overpad sterk te begrenzen. Ik heb, denk ik, in mijn eerste bijdrage duidelijk aangegeven dat het slechts de bedoeling is dat er een deurtje is waar men doorheen kan. Dat is het enige wat dat recht van overpad inhoudt. Dat betekent dat er ten aanzien van het speelveld geen enkele fysieke vermindering is. Ik denk dat dat een heldere uitleg is. De heer VAN YPEREN Door dat deurtje moet je er toch uit, die deur gaat toch open? Er moet toch iemand weglopen Wethouder ARBOUW Ja, je mag er dus doorheen stappen. En dat is alles. Het is bijna op een De heer VAN YPEREN Dan is het toch meer dan alleen een deurtje? Wethouder ARBOUW Er is een recht van overpad, maar het blijft daar gras. Ten aanzien van de herplantplicht ben ik het toch niet eens met de interpretatie van een aantal van u. Het punt is: die herplantplicht is er ook. Al leen het lastige in relatie met die vergunningen is dat op het moment dat, na de uitspraak van de Raad van State waarin deze aangaf dat die kapvergunning onterecht was verleend, de bomen werden ver nield en de bomen er dus niet meer waren, de bouwvergunning onherroepelijk werd. En dan is die herplantplicht niet hoger dan de bouwvergunning die op dat moment onherroepelijk is. Dus ook al had je de bomen terug willen plaatsen, dan had dat geen invloed gehad op de bouwvergunning. Dan De heer BOER Een korte vraag, mijnheer de voorzitter. Wat was er gebeurd als de bomen niet vergiftigd waren en waren blijven staan? Wethouder ARBOUW Dat is helder, dan was die woning er niet gekomen. Daar waren we het al over eens. Wij hebben in het college vrij lang over de totale situatie gesproken, de zaken afgewogen, en ook de risico's nog eens in beeld gebracht. Wij hebben als college goed naar uw raad geluisterd, ook waar u vraagt om een maximale inspanning te leveren. Wij willen het als college nu zo doen dat wij het voorstel dat op het ogenblik voorligt niet in stemming willen brengen, maar een maand willen aanhouden. In die periode willen we met een maximale inspanning proberen met de ontwikkelaar te kijken of er ruimte is voor een oplossing. Ik moet u daarbij wel zeggen, en dat wil ik toch echt benadrukken, dat de juridische positie van de gemeente uitermate zwak is, en dat dat feitelijk betekent dat u mij met lege handen stuurt. Dat is op zich niet erg, want daar zijn wij voor aangenomen. Maar dat betekent ook dat het, denk ik, wel een lastig gesprek wordt met de ontwikkelaar om te kijken of we uit deze lastige situatie kunnen komen. Tot zover, voorzitter. De heer BOER Nog even een toelichting, mijnheer de voorzitter. Ik weet niet of de ontwikkelaar nog meer wil bouwen in deze stad? De VOORZITTER Ik acht dat niet een terechte benadering. Ik denk dat het antwoord van de wethouder namens het col lege helder is. Er is naar uw raad geluisterd. U heeft signalen gegeven en de wethouder neemt het met het college op zich om daaraan de komende maand aandacht te besteden, daarover te rapporte ren in de commissie en het dan terug te brengen in de raad. Ik dank u wel. Is er nog een vraag? De heer Dubbelman.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2005 | | pagina 31