21 APRIL 2005 151 ment is. Bij dit soort onderhandelingen met private partijen, waarin de gemeente op zich eigenlijk niet zo'n hele sterke positie heeft, blijkt dat je tot een zeer succesvolle afronding kunt komen bij het samen spreken en kijken over hoe je het beleid, dat je als gemeente op de verschillende terreinen hebt, niet alleen op het gebied van volkshuisvesting, in zo'n plan zou kunnen verwerken. Het is een uitdaging om dat bij alle andere ontwikkelingen ook mee te nemen. Ik wil u er wel op wijzen dat met die twee deelgebieden in feite de helft van het totale Via Bredagebied qua ontwikkelingspotentie woningen en gebouwen voor bedrijven gerealiseerd wordt en dat met name de woonfunctie in dit deelgebied een groot deel uitmaakt van de inspanningen. Dat betekent ook dat in de andere deelgebieden wonen minder aan de orde zal zijn. De percentages. In het totaalprogramma Wonen hebben we daarover al gesproken. Als je van iets op een bepaalde plek wat minder kunt realiseren dan je ambitieniveau, dan zul je elders in de stad moeten kijken of er daar op andere punten weer compensaties mogelijk zijn. Niet alleen maar binnen Via Breda, maar over de totale stad gemeten. Voorzitter, een aantal fracties is ingegaan op de communicatie. Ik heb daarover in de commissie al een aantal opmerkingen gemaakt. We hebben geconstateerd dat de inspreker een terecht punt aanhaalde waar dingen fout zijn gegaan. Ik heb toegezegd, de heer Augenbroe refereerde daaraan, dat we daar ook lering uit trekken om dat verder mee te geven. Maar ik heb ook aangegeven dat communicatie best complex is. Ik zal u een beeld schetsen van waar we het hier over hebben. Bij die communicatie waren er namelijk drie ver schillende zaken die eigenlijk parallel liepen. De Structuurvisie Via Breda met haar communicatie over wat die visie uiteindelijk moest gaan brengen, met uitgebreide inspraakrondes ook. Als onderdeel van Noordoost ging het over Linie/Doornbos, grenzend aan het Interbrewterrein. Daar waren we eigenlijk van onderaf een plan aan het maken waren. Ook daar waren er ideeën en plannen die ook door de mensen zelf werden ingevuld, van onderaf nogmaals. Die gaan niet per se allemaal door, wat ook in de beelden en in de communicatie mogelijkheden tot verwarring gaf. En dan als derde, de communi catieslag ten aanzien van het Interbrewterrein zelf, wat een privaat domein is, en waar in eerste in stantie dan ook die partijen, Interbrew en de ontwikkelaar, als ze dingen willen, daarover communice ren. Het kantelpunt zit dan bij het met hen aan tafel zitten en afspraken maken. Vanaf dat moment, en dat is dus nu bij het neerzetten van die visie, wordt die communicatie een verantwoordelijkheid van de gemeente. Het is complex. Dat wil niet zeggen dat we de uitdaging niet moeten aannemen om het zo goed mogelijk te stroomlijnen en duidelijk aan onze inwoners aan te geven wat men kan verwachten, wat de zekerheid daarvan is, en welke invloed de bewoner daarop heeft. In ieder geval is er, denk ik, ook door verschillende mensen aan gerefereerd dat we zoveel mogelijk proberen met klankbordgroe pen de populatie af te dekken. Ik ben het dan ook niet eens met de heer Scheltens, die zegt dat we te laat waren. Ik ga nog even terug naar die drie communicatietrajecten die parallel liepen. Het startmo ment voor de Structuurvisie was februari 2004. Bij die presentatie is er ook bewust voor gekozen ie dereen met een huis-aan-huis verspreide krant in te lichten. Het ging natuurlijk nog maar om een visie, maar wij vonden het toch belangrijk om over zo'n aftrap op die manier te communiceren. Ten aanzien van Linie/Doornbos is dat gebeurd op 27 maart als onderdeel van het project Samenwerken aan Leefbaarheid. Dat ging ook over de Stationslaan en de consequenties daarvoor. En ten aanzien van Interbrew heb ik net al aangegeven dat, zodra de eerste initiatieven vanuit die ontwikkelaar aan de orde waren, men die in de communicatie met de buurtbewoners ook daadwerkelijk heeft doorgeno men. Dus ik zeg niet dat alles goed ging, we zullen er zeker uit leren, maar er gebeurt ook wel heel veel. Ten aanzien van de punten van de heer Van Yperen. Dat zijn natuurlijk zaken die allemaal zo meteen bij de uitwerking van deze visie specifiek aan de orde zullen komen. Bij het uitwerken naar een bestemmingsplan toe, zullen punten als hoe de zaken uiteindelijk dan precies zullen uitpakken allemaal terugkomen. Ten aanzien van de vraag, die ook in een motie is geformuleerd, van de heer Meeusen van de SP. Het is geen 25 procent, het is 23,54 procent. Maar ik houd niet zo van percenta ges, het gaat om de aantallen, en die aantallen zijn keihard afgesproken in de raamovereenkomst die ik hoop aanstaande woensdag met de betreffende partijen te ondertekenen. Dat betekent dat de ge tallen die wij u hebben genoemd zeker zijn. En dat betekent ook dat er minimale aantallen zijn. Als het plan mogelijkheden geeft om nog iets meer neer te zetten, dan zullen we uiteraard kijken of we dat ook gestand kunnen laten doen. Dat betekent, voorzitter, dat de motie van de SP wat mij betreft over bodig is, omdat wij dat daadwerkelijk ook in de raamovereenkomst gaan afspreken. Ten aanzien van de motie van Leefbaar-Breda. Ja, ik begrijp, mijnheer Leunisse, dat u niet alle architectuur in Breda mooi vindt, maar ik denk dat we uitermate goede commissies hebben, welstandscommissies die dat allemaal beoordelen en daarover uitermate goede adviezen aan het college geven. Dank u wel. De heer LEUNISSE En wat vindt u van de motie?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2005 | | pagina 40