26 MEI 2005 172 begroting. Aan het begin van het volgend jaar hebben we weer de rekening en de rekening komt altijd voor de begroting. De VOORZITTER Ik denk dat de presentator vanavond een makkie heeft. De heer BOER Misschien, maar ik denk dat het toch wel belangrijk is zodat de burgers het goed kunnen volgen, want het is toch altijd een ingewikkeld gedoe. U heeft net gehoord hoe de heer Snier, dat is de voorzitter van de Rekeningcommissie, het een en ander heeft uitgelegd. Waar wij ons toch wel aan storen en grote zorgen over maken voor de toekomst, is dat 2004 een negatief bedrag van 5,3 miljoen heeft opgeleverd en dat dat eigenlijk is opgevuld door een greep uit de spaarport, en dat de spaarpot op een gegeven moment ook in gevaar komt in de zin van: hoeveel geld moet er volgens de Provincie in zitten? Breda heeft lange tijd heel erg ruim in zijn jasje gezeten, 20 miljoen overhouden op de jaarre kening is natuurlijk een stuk prettiger dan 5 miljoen tekortkomen. Aan alle kanten komen we, denk ik, toch een beetje in de knel. De heer Snier heeft net ook een ander belangrijk punt aangegeven: de grote projecten die gefinancierd worden met winst die verwacht wordt van het Grondbedrijf. Dat vinden wij eigenlijk steeds moeilijker worden, omdat de verkopen teruglopen. Dus we zijn onszelf eigenlijk op een aantal manieren klem aan het zetten. Aan de ene kant leven we op te grote voet, aan de andere kant raakt de spaarpot leeg en aan de derde kant hebben we verwachtingen van opbrengsten van het Grondbedrijf die er waarschijnlijk niet zullen komen. En dan komen we in de toekomst toch in de pro blemen. Ik hoop eigenlijk dat we daarvoor in de Kadernota maatregelen nemen om dat naar de toe komst toe te voorkomen, want anders wordt straks de nieuwe raad opgezadeld met problemen die wij hebben veroorzaakt, en dat is een slechte zaak, want zij hebben eigenlijk nog maar heel weinig geld over. Uiteindelijk is er dus een voorstel gedaan om daarmee akkoord te gaan. Tevens zijn er nog een paar punten zoals de verrekening tussen grote diensten. Ik heb nog meegemaakt dat die verrekening 15 miljoen gulden bedroeg, dat is al lang geleden, en dat is toen in een klap weggewerkt. Maar blijk baar ontstaan er nu weer problemen tussen twee grote diensten. De een doet een dienst voor de an der en dat wordt niet gelijk afgerekend en dat zou eigenlijk wel moeten gebeuren. Dat kan dan op een gegeven moment heel snel oplopen en daar moeten we echt van af. Ik vraag dan ook aan het college om ervoor te zorgen dat dat niet weer tot 15 miljoen oploopt, want dan zijn we echt heel verkeerd be zig. De accountant heeft ernaar gekeken en heeft gezegd dat de cijfers overeenkomen met de werke lijkheid en er goedkeuring aan gegeven. Dan zijn wij niet degenen die daarover een ander oordeel hebben, wij zijn geen accountant. Wij volgen dus het advies van de accountant op en zullen ook met het voorstel akkoord gaan en daarmee het college decharge verlenen. De VOORZITTER Ik dank u zeer. Het woord is aan de heer Van Overveld namens de VVD. De heer VAN OVERVELD Dank u wel. Ik zal het kort houden, dus ik kan blijven zitten. De VVD maakt zich ook zorgen om de reserve van 11 miljoen om financiële tegenvallers mee op te vangen. Daar hebben we al een tijdje voor gewaarschuwd. We zien echter wel, en daar zijn we ook blij mee, dat het college al wat maatre gelen heeft genomen om die pot wat meer te vullen. Dat kunnen we gewoon zien in de cijfers 2005 en 2006. Wat betreft de opmerkingen over het Grondbedrijf wil ik die toch wat nuanceren. Het is vrij lo gisch dat je in je planning eventuele opbrengsten meeneemt, want het zou zeer vreemd zijn om eerst te wachten totdat al die opbrengsten tot de laatste euro toe helemaal zeker zijn. Dus je kunt best, vind ik, die winst alvast nemen. Dat is helemaal niet ongebruikelijk. Daar wilde ik het bij laten. De heer KWISTHOUT Voorzitter, bij interruptie. De keerzijde daarvan is dat het geld dus al wel weg is voor een volgende raad, die misschien andere prioriteiten wil stellen. De heer VAN OVERVELD Dat noem ik geen keerzijde, dat noem ik gewoon actief beleid. De heer KWISTHOUT Ik noem dat over het graf heen regeren.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2005 | | pagina 14