26 MEI 2005 173 De VOORZITTER Waarvan akte. Het woord is aan de heer Schoenmakers, Breda '97. De heer BOER Toch nog even een opmerking, als dat kan, naar de VVD toe. Zolang het Grondbedrijf een soort ze kerheid stelt dat dat geld er inderdaad komt, hebben wij er ook geen bezwaar tegen. Maar als er ge twijfeld wordt aan die opbrengsten, dan denk ik dat je zo reëel moet zijn om die ook bij te stellen. En dan hebben we een probleem. De heer VAN OVERVELD Ik twijfel helemaal niet aan die opbrengst. De VOORZITTER Het woord is aan de heer Schoenmakers, Breda '97. De heer SCHOENMAKERS Mijnheer de voorzitter, een jaarverslag, en ik spreek nu de voorzitter van de CDA-fractie daarop aan, is een van de instrumenten die voor de controlerende functie van de raad een belangrijke rol spelen en tevens, en dat heeft de heer Boer ook al aangekondigd, is het een beoordeling voor de Kadernota 2006. In het duale bestel heeft die controlerende functie meer inhoud gekregen en nu het Besluit Be groting en Verantwoording in 2004 van kracht is geworden, wordt het beter toegankelijk. Er dient ove rigens nog wel het een en ander te gebeuren om alles in lijn met dit besluit te brengen. Mijnheer de voorzitter, het jaarverslag is goed leesbaar en heeft duidelijk aan waarde gewonnen, waarvoor onze erkentelijkheid. Ook is het verheugend te constateren dat ook de accountant een progressie consta teert in de kwaliteit van de jaarrekening. Ik ben niet van plan om alle jaarrekeningen en alle dienstjaar rekeningen na te gaan, maar ik moet toch constateren, mijnheer de voorzitter, dat met name de dienstjaarrekening Stadsbeheer, waar we een aantal jaren geleden toch zeer kritisch over waren, een geweldige progressie heeft meegemaakt, en ik denk dat we dat ook best mogen memoreren. Door de programbegroting, waarin de raad bepaalde doelstellingen en prestaties heeft neergelegd, zal de meetbaarheid daarvan toenemen en dat wordt voor de gemeentelijke beleidsterreinen steeds meer zichtbaar. Dat is voor raadsleden die niet zo ingewerkt zijn in de financiële perikelen van de gemeente misschien een mogelijkheid ook om na te gaan: heeft het college nu voldaan aan datgene wat wij hebben opgedragen? Mijnheer de voorzitter, het verschil tussen baten en lasten bedraagt 5,3 miljoen negatief en met dat bedrag is ons eigen vermogen afgenomen. We zijn dus in feite een stukje armer geworden. De provincie schrijft voor dat de algemene vrije reserve 15 miljoen moet bedragen. Voor Breda is er slechts sprake van 11,4 miljoen. Het is al gememoreerd, die vrije reserve vertoont een betrekkelijk grillig beeld, en eigenlijk is dat jammer. Maar door omstandigheden is dat niet anders, en daardoor gaat de transparantie een beetje verloren. Wij vinden het dan ook een beetje vreemd dat als gevolg van de mutaties in de dienstreserve van 25,5 miljoen een bedrag van 20,2 miljoen voor een belangrijk deel weer aan de dienstreserve is toegevoegd. Dit lijkt ons weinig transparant, en naar de mening van Breda '97 zou de algemene vrije reserve op provinciaal normniveau gebracht moeten worden. Nu worden de dienstreserves, naar onze mening, gevoed ten koste van het eigen vermogen. Mijnheer de voorzitter, diverse sprekers voor mij hebben al gesproken over een betere projectsturing en een betere projectbeheersing. Vorig jaar heb ik daaraan ook uitvoerig aandacht besteed. Door de accountant werd toen een aantal maatregelen voorgesteld zoals het benoemen van een projectcontro le, het benoemen van de risico's, het nader onderbouwen van het meerjarenperspectief en de financi ële risicoanalyse, het formaliseren van het budgethouderschap en de financiële verantwoordelijkheid. Als ik nu naar de verslagen van de accountant kijk, dan zit daar toch een aantal elementen in waarvan we zeggen: daar is eigenlijk niet veel mee gedaan. Wat zien we? In 2003 was er een overschrijding bij het Zuidelijk Vervoersknooppunt van 600.000 euro en nu, in 2004, is dat 400.000 euro. Als ik vervol gens kijk naar het memorandum van het college over de opmerking van de accountant, dan komt ons dat toch wat oppervlakkig voor. Wat betreft het advies van de Rekeningcommissie dat een onlosmake lijk deel van de besluitvorming betekent bij het vaststelling van de jaarrekening, we kunnen namelijk niet doen alsof dat advies er zomaar bij hangt, verwachten wij van het college dat het met voortva rendheid de aanbevelingen, de adviezen van de Rekeningcommissie opvolgt. Het gaat hierbij met name over het punt van het Zuidelijk Vervoersknooppunt. Wij hebben gezegd: de plankosten dienen beter begroot te worden, omdat we in dezen nogal eens geconfronteerd worden met overschrijdingen waarvoor dan achteraf dekking moet worden gezocht. De manier waarop dat nu gebeurt, bevordert de transparantie van het financiële beheer niet. Ik ben daar vorig jaar uitvoerig op ingegaan. Mijnheer de voorzitter, Breda '97 vindt dit ronduit een slechte gang van zaken. Als we een aanbeveling doen, en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2005 | | pagina 15