26 MEI 2005
174
nog wel via de Rekeningcommissie, en we moeten constateren dat er nauwelijks iets mee is gedaan,
althans voor het zicht van de raad, integendeel, we krijgen nog dit jaar een sigaar uit eigen doos want
er is weer een overschrijding bij het ZVK, dan betekent dat, ik kan dan maar één conclusie trekken,
dat het met de beheersing van het project nog niet goed gesteld is. Het zou het college hebben ge
sierd als het in de loop van het traject zou hebben aangegeven, want dat zou best mogelijk zijn, dat
men niet in staat was om uitvoering te geven aan de opdracht van de raad. De actieve informatieplicht
van het college geeft toch mogelijkheden genoeg om op een gegeven ogenblik, bijvoorbeeld in de
Bestuursrapportage, mede te delen dat een bepaalde aanbeveling niet kan worden gehonoreerd. De
Rekeningcommissie zegt opnieuw, en nu citeer ik uit het advies: met nog meer nadruk te verzoeken
om nadere informatie over de resultaten van het door het college reeds vorig jaar aangekondigde
onderzoek naar verdere verbetering op het gebied van projectsturing en -beheersing. Mijnheer de
voorzitter, ik vind dat de Rekeningcommissie dit toch betrekkelijk netjes en beschaafd heeft geformu
leerd. Maar het college moet dit wel goed verstaan. De raad geeft hier een opdracht. Het is méér dan
een verzoek. De raad is hier duidelijk bezig met sturing te geven op welke manier het beleid gestalte
moet krijgen. En dat is een uitvloeisel van het dualistisch gedachtegoed. Het is niet vrijblijvend. En als
het college er niet beter mee omgaat, dan voorspel ik dat het in conflict komt met de raad, maar zeker
in conflict komt met de fractie van Breda '97. Mijnheer de voorzitter, mogelijk kunt u in de volgende
Bestuursrapportage van dit najaar aangeven hoever het hiermee staat. Dan het rechtmatigheidson-
derzoek. Afgelopen jaar is daar heel veel over te doen geweest. De wetgever heeft weinig gedaan om
dat doorzichtig te maken met als gevolg dat het voor de accountant en het Concern een geweldige
zaak was om daar toch goed mee om te gaan. De accountant geeft nu aan dat er in het kader van het
besluit Accountantsonderzoek Provincie en Gemeenten onvoldoende duidelijkheid bestond zodat er
geen rechtmatigheidsonderzoek heeft plaatsgevonden. De heer Snier is er al op ingegaan dat wij er
niet erg gelukkig mee waren dat de accountant geen gevolg heeft gegeven aan het besluit van de
raad. We hebben daarover gesproken en we hebben dat toegelicht. Mijnheer de voorzitter, Breda
speelt een belangrijke rol in de discussie over die rechtmatigheid en er is het Bredase model waarvoor
de heren Van Gronsveld en Van Dorst het voortouw hebben genomen en medeauteurs zijn geweest
van het boekje Schieten op een bewegend doel. Nou is er niks zo moeilijk als op een bewegend doel
schieten, ik heb daarbij nog nooit iets kunnen raken, mijnheer de voorzitter, maar dat zal wel aan mijn
onhandigheid liggen. Maar we gaan nu spreken over het normen-en-waardekader in de rechtmatig
heidsparagraaf van de begroting en we hopen dat we dat in 2006 gerealiseerd krijgen. Mijnheer de
voorzitter, tot slot wil ik namens mijn fractie in ieder geval onze dank betuigen aan het vele werk dat is
verzet door de ambtelijke organisatie. Het is geweldig moeilijk om deze jaarstukken gerealiseerd te
krijgen. De diensten worden nogal onder druk gezet om tijdig de benodigde gegevens aan te leveren.
Vorig jaar was het, ik meen de heer Krusemeijer die zei: deze jaarstukken kunnen als titel meekrijgen:
in minder tijd meer kwaliteit. Ik zou dat nu wat sterker willen zeggen: in minder tijd nog meer kwaliteit,
want we zijn ze daarvoor bijzonder erkentelijk. Mijnheer de voorzitter, ik wil nog op één punt ingaan
naar aanleiding van datgene wat de heer Dubbelman heeft gezegd over het vaststellen van de reke
ning van de raadsgriffie. We hebben die in feite ook niet vastgesteld. In het fractievoorzittersoverleg
zijn we tot de conclusie gekomen dat de rekening op deze manier naar het Concern kon om die daar
in een geconsolideerde rekening op te nemen. Dus we hebben niks vastgesteld, we hebben alleen
gezegd: de rekening ziet er naar onze bevindingen goed uit en daarom kan die dus worden doorge
leid. Mijnheer de voorzitter, dit was mijn eerste termijn.
De VOORZITTER
Ik dank u zeer. Het woord is aan de heer Akinci, GroenLinks.
De heer AKINCI
Wat moet je na zulke sprekers nog zeggen? Het gaat om geld. De heer Snier heeft net al opgemerkt:
het is een moeilijk onderwerp. Er zitten geen 39 financieel experts in deze raad, maar dat moet wel
gebeuren. Dat is ook de reden waarom het jaarverslag en de jaarrekening in één boekje zitten, zodat
de mensen ook daadwerkelijk al die financiële cijfers onder ogen krijgen. Ik had in de Rekeningcom
missie nog de opmerking gemaakt dat ik wat vraagtekens had bij de werkbaarheid daarvan. Ik zie
zoveel blije gezichten dat ik die opmerking nu alsnog intrek en dat dit dan het scenario voor de ko
mende jaren mag zijn. Ik wil niet alles overdoen, want er zijn al veel verstandige opmerkingen ge
maakt. Een paar dingen uit het advies van de Rekeningcommissie wil ik nog even extra benadrukken.
Het gaat daarbij bijvoorbeeld om de dienst Stadsbeheer waarbij opgemerkt wordt door de Rekening
commissie dat er een bedrag van 40.000 euro aan de reserve Parkeren is onttrokken op basis van
interne besluitvorming, oftewel daar zijn wij niet aan te pas gekomen. We hebben heel wat discussie
gehad over welke bewoordingen je daarvoor zou moeten gebruiken. Het staat er nu heel neutraal,