26 MEI 2005 175 maar ik denk dat ik niet alleen namens mijzelf spreek op het moment dat ik zeg dat we dat niet zo neutraal bedoelen. Dat is wel degelijk iets wat de aandacht verdient van de wethouder in kwestie. Op die manier moet je geen zaken regelen. Dat is uiteindelijk aan de raad. Bij de dienst ODB staat min of meer eenzelfde soort opmerking, maar daar gaat het over een veel groter bedrag en dan is er ook gebruikt een woord dat aanmerkelijk meer kracht heeft namelijk: met ongenoegen. Naar aanleiding van datgene wat de heer Dubbelman heeft gezegd het volgende. Hij had het over de huid van de beer die al verkocht is voordat diezelfde beer geschoten is. Dat is natuurlijk waar en dat is onverstandig. Als we naar deze jaarrekening kijken, dan merken we dat een aanzienlijk gedeelte van het tekort waar we op dit moment mee worden geconfronteerd afkomstig is door, laat ik zeggen, minder inkomsten, ook minder uitgaven, maar nóg minder inkomsten van het Grondbedrijf. Dat merk je dus meteen op het moment als daar de voorspellingen niet uitkomen. Daar moeten we inderdaad behoedzaam mee om springen en daar moeten we ons ook enorm bewust van zijn. Voor alle voorspellingen die je doet, geldt, laat ik zeggen, datgene wat je ook altijd op de radio hoort: resultaten uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst. Maar de heer Dubbelman had dat natuurlijk wel een beetje kunnen weten, want ik kan me herinneren dat ongeveer een week na de laatste verkiezingen, en dat is toch al weer bijna zo'n drieënhalf jaar geleden, er een notitie lag van het Stadskantoor waarin aan de onder handelaars voor het nieuwe college voor het nieuwe Programakkoord voor de nieuwe coalitie werd meegegeven dat deze periode, de periode waarin wij nu zitten, financieel niet zo rooskleurig zou zijn als de periode daarvoor. En er stond ook in niet mis te verstane bewoordingen in dat wij keuzes moe ten maken. Voorbeelden van die keuzes waren De Haven en het Museum voor Grafische Vormge ving. Er stond niet in: je moet dat afschaffen, je moet dat afblazen en je moet iets anders gaan doen met dat geld, je moet het reserveren. Maar er stond wel heel duidelijk in dat op de huidige voet verder leven niet meer kon. Deze coalitie, constateren we nu, heeft met die belangrijke opmerkingen heel weinig gedaan en feitelijk het probleem uitgesteld naar de periode 2006-2010, alweer de volgende raad. Wij zijn coüte que coüte met al die projecten doorgegaan, we hebben eigenlijk heel weinig bijge stuurd en we worden nu al geconfronteerd met een probleem. Maar de volgende raad krijgt helemaal een heel vervelende periode, want dan is het gewoon het verdelen van de schaarste. In die zin denk ik dat deze raad, en dan wijs ik met name naar deze coalitiepartijen, hun verantwoording niet hebben genomen en dat zouden de kiezers hun straks ook kwalijk moeten nemen. De volgende raad, en het maakt niet uit welke partijen dat zijn, zal dat deze raad ook kwalijk nemen. De heer DUBBELMAN Voorzitter, mag ik daar meteen op reageren? Het lijkt net alsof u al kennis heeft genomen van de al gemene beschouwingen van het CDA bij de Kadernota, waarin we inderdaad op dit soort zaken, die kentering in de financiële perspectieven, nadrukkelijk de aandacht vestigen en dan ook met concrete voorstellen komen voor de nabije toekomst. Het zag daar toen naar uit. Ik wil daarbij ook wel opmer ken dat als het gaat om deze periode, dus waarin we nu zitten, we bij de Kadernota kunnen constate ren dat het meerjarenperspectief gezond is. En dat was vorig jaar nog niet het geval. Dus er wordt aan gewerkt, maar er zal, om in wielersporttermen te blijven, nog wel een tandje bij moeten en ik hoop dat u in een volgende periode ook uw bijdrage daaraan zou kunnen geven. De heer AKINCI Dat zullen we dan tegen die tijd weer eens zien. Daar zijn we niet vies van. Het is mooi, maar ik heb inderdaad uw bijdrage van de Kadernota nog niet gelezen. Die is, denk ik, strikt geheim tot maandag middag twaalf uur. Daarna zal ik die U heeft die al. Nou, daar kunnen we het straks over hebben. Het is aardig dat we het op dit punt eens zijn. De heer LIPS Jullie niet dan? Hebben jullie die nog niet? De VOORZITTER Ik stel voor dat u verdergaat met uw betoog, mijnheer Akinci. De heer AKINCI Wij hebben uw bijdrage van de Kadernota niet. Nog een opmerking, en dat is wat mij betreft de laatste opmerking in de richting van de heer Dubbelman: het is mooi dat u er nu mee komt, het is alleen ei genlijk wel twee, drie jaar te laat, want we hadden dat al veer eerder in moeten zetten met elkaar. En dat vind ik een beetje jammer. Dat gezegd hebbende, want de opmerkingen over de rechtmatigheid zijn gemaakt, die ga ik niet herhalen, nog het volgende. De Rekeningcommissie is een wat minder politieke commissie, zij gaat over financiën. Ik ben daar op een gegeven moment in gekomen als ver-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2005 | | pagina 17