26 MEI 2005
177
De heer SNIER
Ter interruptie, voorzitter. Mag ik even?
De VOORZITTER
De heer Snier.
De heer SNIER
Misschien even om een misverstand te voorkomen. De reden dat we een aantal malen het woord
ongenoegen hebben verwijderd, was niet zozeer inhoudelijk. Eigenlijk kan ik me aansluiten bij datge
ne wat bijvoorbeeld al door de heer Akinci is verwoord, maar ook door de heer Schoenmakers op enig
moment, want het feit dat er staat dat de Rekeningcommissie iets constateert, doet er niets aan af dat
we ervan uitgaan dat we met die constatering voorkomen dat dat volgend jaar weer gebeurt. Het was
met name een tekstuele reden dat we het veranderd hebben, omdat er nogal vaak stond: met onge
noegen. Toen heb ik gezegd: daar gaan we wat verandering in brengen. Maar ik wil even benadruk
ken dat dat niets afdoet aan de intentie van de opmerkingen die zijn gemaakt.
Mevrouw OVERBOOM
Dat klopt, want ik wil het hier nog een keer benadrukken dat het, wat mij betreft, niet kan wat daar is
gebeurd, en eigenlijk roept dat bij mij ook een vraag op. Ik mag natuurlijk niks over ambtenaren zeg
gen, want het is de verantwoordelijkheid van de wethouder, maar dat een dienstcontroller hiermee
akkoord gaat, dat kan eigenlijk niet. Ik begrijp ook niet waarom het buiten de raad is gehouden. Dat
gene wat bij de dienst Stadsbeheer gebeurt, een dienst die valt onder de wethouder Financiën, zou
zeker een voorbeeld moeten zijn voor andere diensten in het apparaat. Ik vind deze financiële discipli
ne binnen zijn eigen dienst een heel slecht signaal naar andere diensten. Ik wil daarom ook graag van
de wethouder weten welke maatregelen hij denkt te treffen om dit soort zaken te voorkomen. Want wij
horen dit als raad gewoon te zien. Dat waren eigenlijk de twee opmerkingen die ik nog had bij het
jaarverslag.
De VOORZITTER
Dank u zeer. Andere leden van uw raad? Dan is het woord aan de wethouder. Wethouder Oomen.
Wethouder OOMEN
Dank u wel, voorzitter. Voorzitter, zoals afgesproken in het college zal ik in algemene zin reageren op
datgene wat hier door uw raad naar voren is gebracht. Op specifiek inhoudelijke vragen betreffende
de diverse portefeuilles gaan de betreffende vakwethouders verder in. Dames en heren, vorig jaar heb
ik tijdens de Rekeningcommissie het eerste exemplaar van de Rekening in een oogopslag overhan
digd aan de heer Boer. Tevens heb ik toen aangegeven de komende periode te blijven werken aan
een verbetering van de leesbaarheid van het jaarverslag. Ik ben verheugd dat ook de Rekeningcom
missie constateert dat er een kwaliteitsverbetering heeft plaatsgevonden. Het verkorte jaarverslag is
daarvan, denk ik, een goed voorbeeld. Naast de verbetering in de presentatie is het afgelopen jaar
hard gewerkt aan noodzakelijke inhoudelijke verbeteringen. Dit als gevolg van de veranderde voor
schriften in het kader van het BBV, Besluit Begroting en Verantwoording, en de rechtmatigheid. Ik ben
verheugd dat de accountant zich hierover in het rapport in positieve zin uitlaat. Het is wel even wen
nen: een jaarverslag volgens andere voorschriften. Nadere bestudering en uitsplitsing van het resul
taat leren dat het uiteindelijke resultaat van de algemene middelen ligt in de lijn van de verwachting
van de Begroting 2005 en de Bestuursrapportage van eind 2004. Het resultaat dat wordt toegevoegd
aan de algemene middelen bedraagt 1,6 miljoen. Het resultaat voor bestemmingen bedraagt inder
daad 5,3 miljoen negatief. Met betrekking tot de rechtmatigheid ben ik het met de Rekeningcommissie
eens dat we met elkaar in 2004 het onderwerp rechtmatigheid voortvarend hebben opgepakt. Enigs
zins teleurstellend is het wel dat de communicatie van rijkswege over de precieze invulling van het
onderwerp zo laat op gang is gekomen en dat hierdoor voor 2004 een aantal stappen was gezet die
op dat moment niet meer waren bij te stellen. De bevreemding over het laat of niet beschikbaar zijn
van informatie kan ik delen. Ik wijs er echter op dat u van mij en het college niet het onmogelijke kunt
eisen, in die zin, als ik de gelegenheid zou hebben gehad, had ik u natuurlijk eerder geïnformeerd
over de stand van zaken over de rechtmatigheid. Ook het college werd pas op het allerlaatste moment
toen het jaarverslag al bij het college lag, geconfronteerd met de laatste richtlijnen van het Rijk en niet
te vergeten ook van de accountant. Met de Rekeningcommissie ben ik van mening dat in 2005 dezelf
de voortvarendheid aan de dag moet worden gelegd als in 2004, ditmaal erin resulterend dat daad
werkelijk een rechtmatigheidscontrole kan plaatsvinden. Uiteraard zullen mijn inspanningen en die van