26 MEI 2005 180 komende jaren op de middellange en de lange termijn aan exploitatieopzetten kunnen gaan presente ren en wat die exploitatieopzetten uiteindelijk in het salderen gaan opleveren ten behoeve van de al gemene middelen. Daar hoef je niet positief maar ook niet negatief over te zijn. Het is een kunst, als je ziet aankomen dat er grote risico's gaan ontstaan en in ieder geval gelet op de opmerking van de heer Schoenmakers, om in het kader van de informatieplicht aan de raad dat je de raad tijdig daarover informeert. Namens het Grondbedrijf en het college, voorzitter, is dit mijn toelichting als portefeuille houder Grondbedrijf. De VOORZITTER Dank u zeer. Wethouder Arbouw. Wethouder ARBOUW Voorzitter, dank u wel. Als coördinerend wethouder voor de Ontwikkelingsdienst Breda een paar pun ten. Wat betreft de interne verrekening is, denk ik, door de wethouder Financiën reeds voldoende aangegeven wat er inmiddels al is gebeurd. De grote projecten wil ik toch nog even benadrukken. Er werd net in de verschillende bijdrages gesuggereerd dat er niks gedaan was, en daar zet ik toch een aantal kanttekeningen bij. Tijdens de accountantscontrole van de jaarrekening 2004 heeft de afdeling Planeconomie al een meerjarenonderbouwing De heer SCHOENMAKERS Mijnheer de voorzitter, ik zeg niet dat er niks is gedaan. Ik zeg dat het voor de raad in ieder geval niet zichtbaar was. Wethouder ARBOUW Daarom maak ik ook kanttekeningen. De kanttekening is dat de afdeling Planeconomie al een meerja renonderbouwing aan de accountant aanreikte voor de gebudgetteerde plankosten van die 14,25 mil joen Centraal Breda. Ten aanzien van het punt over de aansturing denk ik dat de wethouder Financi en al een aantal zaken heeft aangereikt. Dat is natuurlijk een echt belangrijk aandachtspunt en dat moeten we goed in de hand houden. Wat betreft de sturingsfilosofie voor het programma Via Breda, die is inmiddels in oktober 2004 opgesteld en gepresenteerd aan die programmaorganisatie, en wij zijn nadrukkelijk bezig om te kijken hoe we gaan sturen middels informatieoverzichten en ook hoe we de bewaking en de voortgang gaan monitoren. Dat is voor het college een belangrijk aandachtspunt, zeker als het over dit soort grote projecten gaat. Wij willen het zo snel mogelijk goed realiseren. Ten aanzien van die vier ton waarvan werd gezegd: dat is een overschrijding. Dat is geen overschrijding. Die vier ton valt uiteen in twee bedragen. Het bedrag van 145.000 euro beleidsontwikkeling voor uren binnen Via Breda waar een raadsbesluit onder ligt, genummerd 23012 en het tweede bedrag is een bedrag van 281.000 euro voor in feite de overhead van Via Breda. Dat zijn kosten voor communicatie en bedrijfsvoering en die zijn onderbouwd via een raadsbesluit, namelijk raadsbesluit 23012, dat ove rigens over een groter bedrag ging te weten 1,1 miljoen voor de twee deelgebieden Zoete Inval en Drie Hoefijzers. Waar het wel om gaat is dat met het laatste bedrag De heer BOER Even voor de Wethouder ARBOUW Mijnheer Boer, ik wil even uitleggen hoe het in elkaar zit. De heer BOER Maar even ter interruptie. De VOORZITTER U krijgt dadelijk de ruimte voor het stellen van een vraag en nog een tweede termijn. Ik stel voor dat de wethouder voortgaat. Wethouder ARBOUW De verwarring die ontstaat, gaat over de vraag hoe dat uiteindelijk is toegedeeld binnen die begroting. Boekhoudkundig is er een aantal verschuivingen gemaakt en de reden daarvoor is dat binnen dat deel van Via Breda op dat moment pas voor een klein deel, 80.000 euro, de eerste uitgaven waren ge daan, terwijl je aan communicatie en bedrijfsvoering al voor 281.000 euro kosten hebt gemaakt: daadwerkelijk uitgegeven. Dat is de reden waarom dat is overgeboekt zoals ook hier is beschreven,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2005 | | pagina 22