26 MEI 2005
197
om een vraag te stellen aan de portefeuillehouder. Over de HOV hebben we eerder in de commissie
gesproken en toen leek het haar ook een goed idee om daar misschien eens een keer een extra ver
gadering aan te wijden, want wij zijn erachter gekomen, het is wel even een zijpaadje, maar dat mag,
dat er over de HOV bijzonder anders gedacht wordt in Etten-Leur en Oosterhout en dat het lijkt alsof
dat niet helemaal synchroon loopt. Misschien kunt u daar even op reageren. We kunnen ook wel over
de Stationslaan praten, hartstikke belangrijk, of over de plaats van de fietser in het geheel, maar we
krijgen wel het gevoel: verkeerde plaats, verkeerde tijd en verkeerde volgorde. Wanneer moeten we
dat dan wel doen en waar?
De VOORZITTER
Dank u zeer. De heer Meeusen, SP.
De heer MEEUSEN
In de commissie hebben we het er uitgebreid over gehad en dat gaan we hier niet overdoen. Ik wil wel
voor twee punten hier de aandacht vragen. Op de eerste plaats de bereikbaarheid en de ontsluiting
van dit gebied. Die zullen met name gaan verlopen via de Noordelijke Rondweg, een weg die nu ei
genlijk al bomvol zit en waar regelmatig filevorming plaatsvindt. Als de geplande 4.000 woningen en
de duizenden arbeidsplaatsen daadwerkelijk gerealiseerd gaan worden, dan zal dat een forse toena
me betekenen van de automobiliteit in dat gebied. Wij vrezen dat dat ook gevolgen heeft voor de
luchtkwaliteit in de omgeving en dat dat, voorzover wij dat met een natte vinger kunnen inschatten,
een overschrijding van de normen zal kunnen betekenen waardoor we met z'n allen in de problemen
geraken. Daarnaast is, in onze optiek, een verkeersinfarct eigenlijk een heel reële optie, want door
verkeersdoorstroming te bevorderen door kruispunten weg te laten, betekent dit dat hetzelfde verkeer
op een ander kruispunt tweemaal zoveel zal worden aangeboden en heb je eenzelfde soort probleem.
Vandaar dat wij eigenlijk toch vinden dat er naast de huidige verkeersafwikkeling een soort alternatief
in deze visie moet worden meegenomen, omdat je kunt verwachten, want er komt een MER, dat dan
naar voren komt dat het niet kan doorgaan. En dan heb je weer een bak vertraging. Daarom denk ik
dat het toch eigenlijk heel erg goed zou zijn wanneer je daar nu al op anticipeert en dan kan het gelijk
in de Mer worden meegenomen. Voor ons is dat een heel hard punt. We zouden ook graag van de
wethouder vernemen of dat alsnog kan. Het tweede punt. De Partij van de Arbeid heeft het gelukkig
weer over woningbouw. Het Euretcoterrein kan, naar onze mening, niet los gezien worden van deze
Structuurvisie en het Euretcoterrein staat pas in de ontwikkeling voor na 2015. Het is een locatie die
aangekocht is door de woningcorporaties die daar plannen hebben, die liggen al klaar, om daar socia
le woningbouw te plegen. Woningen die we kei- en kei- en keihard nodig hebben als je je realiseert
dat er volgens onze informatie 7.000 burgers in Breda geen woning kunnen krijgen. Voorzover wij
begrepen hebben, kan dit niet naar voren worden gehaald, omdat we geen geld hebben om het terrein
te ontwikkelen, want er moet infrastructuur worden aangelegd en daar hebben we de centen niet voor.
Voor ons is het eigenlijk een must dat dit terrein naar voren wordt gehaald en dan moeten er, wat ons
betreft, maar andere projecten worden uitgesteld of wijken, zodat er geld kan worden vrijgemaakt om
dit terrein versneld te ontwikkelen. En ook daarover zou ik graag de mening van de wethouder horen.
De VOORZITTER
Dank u zeer. Mevrouw Overboom, D66.
Mevrouw OVERBOOM
Voorzitter, in de commissie heb ik al aangegeven dat ik het een goed plan vind dat ten opzichte van
het concept ook behoorlijk vooruit is gegaan wat betreft natuur en milieu en het behoud van de cul
tuurhistorische gebouwen in het gebied. Dus kortom, ik kan me vinden in het plan. De enige kantteke
ning die ik erbij heb, en dat staat ook in relatie tot het vorige agendapunt bij Breda-Oost en de visie op
de stad, is dat wij van mening zijn dat wat je hier kunt bouwen je niet in het buitengebied hoeft te bou
wen. Wat ons betreft zou het voor een deel van het gebied intensiever kunnen en dan denken wij met
name aan het CSM-terrein en het Havenkwartier, en dat is toch wel de helft van het plangebied.
De VOORZITTER
Ik dank u zeer. Het woord is aan de wethouder.
Wethouder ARBOUW
Voorzitter, dank voor de lovende woorden van de verschillende fracties en ook voor de enthousiaste
reacties die ik heb gehoord. Ik heb goed naar de verschillende opmerkingen geluisterd en ik heb nog
een aantal kleine kanttekeningen die aanvullend zijn op de commissievergadering. Voorzitter, deze