26 MEI 2005 207 ook duidelijk aangegeven als overweging dat het college er groot voorstander van is om just in time te besluiten over de inzet van het resterend geld, en dat betekent, de heer Douwes Dekker vroeg daar ook expliciet naar, pakweg medio volgend jaar. Dan is het moment daar dat je voor fase 2 besluiten moet nemen. Dan heb je ook meer zicht op welk bedrag je precies overhebt, je hebt meer zicht op de loon- en prijsstijgingen, en je hebt meer zicht op wat zich met betrekking tot de posten onvoorzien en risico's heeft voorgedaan. U moet er zich ook rekenschap van geven dat wij natuurlijk in het huidig bestek al een aantal maatregelen nemen om diep water in de toekomst mogelijk te maken, zoals de verder reikende damwanden die we bijvoorbeeld aanleggen. Als het gaat om het traject Rondom de Trapkes is dat 60 meter wat met beton wordt afgezet. Maar voor het hele deel van fase 2 is het een normale kleibodem die vrij eenvoudig, als dat nodig is, te verdiepen is. Voorzitter, naar aanleiding van de discussie die net is gevoerd, wil ik toch een paar opmerkingen maken alsmede een reactie geven op het amendement en de motie. Ten aanzien van de motie van D66 het volgende. Als u mijn be schouwing van zojuist hoort over het collegevoorstel en als u kijkt naar het besluit in de motie, dan ziet u dat dat besluit indringend afwijkt van datgene wat het college aan u heeft voorgesteld, en dat is ook de reden waarom wij de motie ontraden. Als het gaat om het amendement wil ik toch een opmerking maken. Datgene wat in het besluit vermeld staat, moet u wel plaatsen in de context van het andere besluit dat daarin wordt genoemd, namelijk dat u als raad het totale bedrag voteert aan het college, maar dat u in punt 3 aangeeft dat u die 3,9 miljoen dan als bestemmingsreserve bestempelt binnen dat project. Feitelijk juridisch gesproken, is dat dus niet anders dan de post Nader te bepalen zoals in het collegevoorstel is voorgesteld. Wat betreft de zeggenschap over de gelden, de heer Dubbelman verwees daarnaar, maakt dat inhoudelijk geen verschil. Daar hebben we het in de commissie uitge breid over gehad waar ik heel duidelijk heb aangegeven: op het moment dat u het totale bedrag vo teert voor het project, betekent dat dat na de volgende verkiezingen het nieuwe college natuurlijk met dat bedrag binnen dat project keuzes kan maken en zou het nieuwe college bedragen uit het project willen halen, dan zal men in elk geval, of het nu gaat om dit amendement of om het collegevoorstel, terug moeten naar de raad, omdat de raad er uiteraard dan een besluit over moet nemen. En vanuit die uitleg, voorzitter De heer AUGENBROE Voorzitter, bij interruptie. De VOORZITTER De wethouder. Wethouder ARBOUW Vanuit die uitleg, voorzitter, kom ik tot de conclusie dat het amendement formeel gesproken overbodig is, maar uiteraard met de aantekening daarbij, omdat het volledig overeenstemt met datgene wat het college inmiddels aan u heeft voorgelegd, dat ik er natuurlijk ook geen bezwaar tegen kan hebben. Dank u wel. De VOORZITTER De tweede termijn. Wie van u? De heer DUBBELMAN Voorzitter, in de eerste plaats De VOORZITTER Een moment. Ik wil even inventariseren. Het woord is aan de heer Dubbelman. TWEEDE TERMIJN De heer DUBBELMAN Voorzitter, we zijn blij met de constructieve benadering van het college. Omdat het om een amende ment gaat, wil ik toch een enkele opmerking maken, ook omdat de wethouder het had over de feitelijk juridische context. Ik wil letterlijk citeren wat in het raadsvoorstel staat op pagina vijf. Daar staat onge veer halverwege de pagina: "Het totale bedrag van het aanbestedingsvoordeel ad 3,9 miljoen euro" - dat kan altijd variëren, maar hier wordt een bedrag van 3,9 miljoen genoemd - "wordt in zijn geheel binnen het projectbudget gereserveerd op een afzonderlijke post Nader te bepalen." Dan staat iets verderop het volgende: "Tot het moment van besluitname komen meerkosten vanwege indexering ten laste van de post Nader te bepalen." En nu komt het: "Tijdens de uitvoering van de eerste fase zal het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2005 | | pagina 49