26 MEI 2005 208 college de voortgang aan de hand van concrete ontwikkelingen regelmatig rapporteren aan de com missie SOV." Dat betekent als wij dit raadsvoorstel overnemen dat het college dan primair aan zet is, en dat is een legitiem standpunt. Dat is juridisch toch anders, en naar de mening van de fractie ook feitelijk juridisch, dan wanneer je het aanwijst als een bestemmingsreserve waarover de raad de be voegdheid heeft om daarvoor al of niet een bepaalde besteding te kiezen. Het is een accentverschil, maar in juridische zin, mag ik het zo samenvatten, houdt de raad dan wat meer de vinger aan de pols als het gaat om de besteding van een mogelijk en waarschijnlijk voordeel ten aanzien van de uitvoe ring. Wat dat betreft handhaven wij ons amendement. Wij willen daar de opmerking aan toevoegen dat ons amendement en de motie op zich niet met elkaar in tegenspraak zijn, het is zelfs mogelijk dat je die ziet als aanvulling. Maar of wij overtuigd zijn door de argumenten van het college om de motie te ontraden, daarvoor vragen wij een schorsing van, mag het toch acht minuten zijn? De VOORZITTER Dan stel ik voor dat wij eerst de tweede termijn afronden. De heer DUBBELMAN Oké. De VOORZITTER Het woord is aan de heer Douwes Dekker, VVD. De heer DOUWES DEKKER Dank u wel, voorzitter. Ik wil eerst graag de portefeuillehouder bedanken voor zijn toezegging over het tijdstip van het besluit ten behoeve van fase 2, medio 2006. Wat betreft de motie van D66: sympa thiek, maar bij nader inzien toch volstrekt overbodig. Het collegevoorstel is glashelder, ook de intenties van het college ten aanzien van diep water zijn glashelder. Het amendement van het CDA vinden wij, moet ik eerlijk zeggen, formeel ook overbodig. Laten we bovendien vaststellen dat in december in feite bestuurlijk door het aannemen van het voorstel van het college de raad daarmee op dat moment al een positief gunningsresultaat bestemde tot een reserve indien zich dat zou voordoen. Reeds toen hebben we in feite bestuurlijk al daartoe besloten. Maar van een goede coalitiepartner kunt u verwach ten dat wij natuurlijk met sympathie dit zullen bekijken en stemmen wij voor het amendement. De VOORZITTER De heer Meeusen, SP. De heer MEEUSEN Voorzitter, ik wil het eigenlijk niet meer zeggen, maar ik doe het wel: wij zijn realisten. Als ik de discus sie nu in de raad beluister, dan zie ik dat de optie voor stromend water in de toekomst hier bijna raadsbreed wordt gedragen, waarschijnlijk op alleen de SP na. En zie daar, wat hebben wij jarengele- den gezegd: die waterplannen gaan meer dan 100 miljoen gulden kosten. Als je dat stromend water realiseert, dan zit je dik over de 50 miljoen euro en blijkt het realisme duidelijk aanwezig te zijn bij ons. Investeren in stromend water is natuurlijk een investering die wij als SP totaal niet zien zitten. Het betekent nog meer gemeenschapsgeld investeren in een project waarvan wij vinden dat de stad daar weinig voordeel bij heeft en de burgers in Breda ook niet. Dat wensen wij dus niet, en elke investering die je in die richting maakt, zien wij ook als verspild geld. Voorzitter, deze avond heb ik nog mogen vernemen dat er in de toekomst geen geld is voor nieuwe projecten in deze stad. Mensen beginnen hier wel te lachen als je zegt dat je realist bent, maar als je ziet dat er eigenlijk geen geld is in de toe komst, hoe realistisch zijn die lachers dan in deze raad? Daar wil ik het bij laten, voorzitter. De VOORZITTER Mevrouw Overboom, D66. Mevrouw OVERBOOM Voorzitter, ik wil reageren op de woorden van de wethouder: just in time. Ik denk dat het just in time is om nu het gedeelte ter hoogte van de Trapkes aan te pakken. Dus wat dat betreft, zou er wel een argument zijn om op dit moment, omdat het in de eerste fase zit, te kijken naar de besteding van een deel van het geld aan het gedeelte ter hoogte van de Trapkes. Dus hij onderschrijft met zijn stelling, wat mij betreft, alleen maar de motivatie voor deze motie. Een tweede punt is het amendement van het CDA. Ik vind het erg belangrijk dat wij als raad zicht houden op het geld dat nu over is en dat we

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2005 | | pagina 50