2 JUNI 2005
268
Wethouder OOMEN
Zeker, ja. Volmondig. Ze mogen allemaal met me mee. Voorzitter, mevrouw Overboom sprak weer
over de 20 miljoen. Ik heb uitvoerig, ik geloof wel tien keer, uitgelegd hoe het nu echt zit, en ik heb dat
bedrag op basis van analyse teruggebracht naar 2 miljoen. U moet die vraag nu niet meer aan mij
stellen, die moet u aan de raad stellen. Ja? De raad heeft de bevoegdheid om die 2 miljoen die nu
ongelabeld is, waar dan ook aan toe te voegen, dus wat dat betreft wacht ik af wat de raad met uw
vraag doet. Ik heb de analyse namens het college gegeven en daar laat ik het bij. De resultaten van
de rentepercentages. De heer Kwisthout sprak daarover. Ik ben altijd een beetje voorzichtig met de
heer Kwisthout als het om percentages en geld gaat, want je weet nooit welke kant dat uit gaat. Mijn
heer Kwisthout, even een kleine toelichting. De percentages die u noemt, zijn percentages over be
staande leningen, dus leningen die op dit moment lopend zijn. Als het gaat om de reserves en nieuwe
leningen, dan komen er andere getallen naar voren. Als ik het goed heb, kunnen we bijvoorbeeld op
dit moment zelfs bij de BNG lenen voor tien jaar tegen 3,5 procent. Met andere woorden, over zorg
vuldigheid gesproken, als we nu een omslagpercentage rekenen van 4,5, dan denk ik, dames en he
ren, dat wij zeer verantwoord bezig zijn. Er is nog een tweede punt, mijnheer Kwisthout, waarom uw
voorstel slecht is, en dat is dat uw voorstel de burgers op kosten, extra lasten jaagt. Ik snap niet waar
om u daarvoor gaat, maar misschien kunt u dat nog even uitleggen.
De heer KWISTHOUT
Ik zal dat meteen doen, voorzitter. Ik denk dat het voorstel van het college de volgende raad met een
financieel probleem opzadelt en dat we beter behoedzaam kunnen zijn met die omslagrente. We moe
ten die niet te veel verlagen. Ik stel dus niet voor om die te bevriezen of te verhogen zelfs, maar om
die verlaging beperkt te houden. Eerlijk gezegd, zie ik niet in waarom dat een tariefsverhoging ten
gevolge zou hebben. U zegt: we kunnen nu gaan lenen bij de BNG voor tien jaar tegen 3,5 procent
rente, maar wat ik me afvraag is hoeveel u van plan bent in de komende periode te gaan lenen, omdat
alle bedragen en investeringen voor een belangrijk deel al vastliggen. Er valt niet zoveel meer te le
nen, want alles is al uitgegeven en is al gevoteerd. Dus is het reëel om te veronderstellen dat we nu
heel veel gaan lenen tegen een lage rente en dat daarom die renteomslag naar beneden kan.
Wethouder OOMEN
Neen, mijnheer Kwisthout. U gaat nu een ander verhaal in mijn richting vertellen. Ik heb gezegd: als
we op dit moment lenen voor tien jaar, dan zitten we aan een percentage van 3,5. Maar dat is ook
afhankelijk van hoelang de bestaande lening nog loopt. Want ook als je leningen gaat vervangen door
een nieuwe lening, dan zit daar boeterente op. Kortom, je moet altijd een kosten-batenanalyse maken.
Ik kan u vertellen dat de mensen van de Treasury bij de gemeente Breda hier elke dag mee bezig zijn.
Heb vertrouwen daarin, heb er vertrouwen in - ik lijk bijna ex-wethouder Niederer wel - dat dit col
lege met betrekking tot dat punt een zeer goed beleid voert. Vandaar ook dat wij met voorstellen ko
men. De ene keer is dat 4,9, dit jaar 4,5. Dat betekent dat wij met die materie bezig zijn.
De heerSCHELTENS
Voorzitter, ter interruptie. Kunt u misschien aangeven waar u burgemeester wordt?
Wethouder OOMEN
Ik heb gekozen voor het wethouderschap van Breda - zolang de kiezer en de politiek, u als raad, mij
dat natuurlijk toestaan. Voorzitter, er waren maar enkele vragen aan mij gesteld en ik denk dat ik die
heb beantwoord.
De VOORZITTER
Dank u zeer. Wethouder Adank.
Wethouder ADANK
Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Mijn dank in de richting van de vertegenwoordigers van de fracties
voor de opmerkingen die ook over mijn portefeuilleonderdelen zijn gemaakt. Twee opmerkingen over
het Museum voor Grafische Vormgeving. Een. Deze hele zaak zit onder de rechter, dus past de wet
houder namens het college in ieder geval terughoudendheid als het gaat om dit onderwerp. Twee. Ik
behoud mij wel het recht voor om u, als de rechter de uitspraak heeft gedaan en wij terug zijn in deze
raad en de discussie weer zullen voeren óf in de commissie óf in de plenaire raad, nog eens eraan te
herinneren hoe vanaf 1997 de toenmalige fractievoorzitter met de toenmalige wethouder in het toen
malige college én de toenmalige coalitie inhoudelijk - inhoudelijk - het Museum voor Grafische Vorm
geving in deze gemeente heeft weggezet. De derde opmerking, voorzitter. We hebben vanmiddag in