7 JULI 2005 299 Mevrouw BOIDIN-VAN HOEVE Dank u wel, voorzitter. In de richting van de heer Akinci, GroenLinks, het volgende. Vanaf het begin is duidelijk geweest dat GroenLinks niet voor een Grafisch Museum gaat. Dat is uw goed recht. U geeft aan: de rechter heeft gesproken. Dat is waar. Maar de commissie Bezwaar en Beroep heeft in eerste instantie gesproken, ik denk dat we daar ook niet aan voorbij moeten gaan, en die had een ander oordeel dan de rechter. Daar gaat u in dit geval verder niet op in. Het bouwhistorisch onderzoek, want dat is inderdaad het punt waar het nu hierom draait, is toegezegd. Ik deel in die zin uw mening dat twee weken wellicht weinig is, maar u weet ook dat wij akkoord zijn gegaan in meerderheid, omdat er toch veel beschreven was en er veel documentatie was. Blijkbaar was dat niet genoeg. Zou blijken dat twee weken te kort is, dan zal dat zeker wat langer moeten duren. Dat ben ik met u eens. Dan merkt u ook op: wij moeten kritisch luisteren onder andere naar de BrES. Wij hebben de Klankbordgroep Mo numenten en men heeft daar een stichting uit gehaald: de BrES. Ik denk dat het draagvlak van de BrES niet zo groot is als dat van de Klankbordgroep Monumenten. Ik weet niet Mevrouw VAN MAANEN Ter interruptie, voorzitter. De VOORZITTER U heeft een vraag? Mevrouw VAN MAANEN Is dit nou de bedoeling van het vragenuur? De VOORZITTER Dit is de eerste keer dat we een andere vorm hebben van het vragenuur en wennen is. Ik heb ook gezegd: ik denk dat het reces een goed moment is om nemen. Ik stel voor dat mevrouw Boidin tot een afronding komt. Mevrouw BOIDIN-VAN HOEVE Dat was ook mijn bedoeling, voorzitter. Ik denk dat wij als CDA zeker zoveel adviezen van de Klankbordgroep Monumenten dan van een actiegroep BrES. De VOORZITTER Een korte reactie van de wethouder. Het gaat namelijk om het stellen en beantwoorden van vragen, en er is een lichte neiging om tot een gedachtewisseling te komen naar aanleiding van de gestelde opmerkingen. Mevrouw OVERBOOM Voorzitter, u weet vanuit het fractievoorzittersoverleg dat dat ook mijn wens was voor het vragenuur en niet wat u omschrijft. Dus ik ben blij met deze ontwikkeling. De VOORZITTER Dat is wel aardig, maar ik ga er ook van uit dat we datgene wat we hebben afgesproken, ook proberen te effectueren, los van wat iedereen daarvan vindt soms in nuanceringen. Daarvoor hebben we dan ook het fractievoorzittersoverleg, mits we dat ook kunnen organiseren met elkaar. Het woord is aan de wethouder. Wethouder ADANK Voorzitter, ik zal kort zijn. In de richting van de heer Schoenmakers het volgende. Ik heb geen proble men met een flinke tik om mijn oren, want we weten samen dat de procedure hartstikke zuiver is ge weest. Er is optimaal gecommuniceerd en pas na 2004 heeft u met uw besluitvorming in meerderheid het college die opdracht gegeven. Daarna is de BrES als uitvoerder van de Klankbordgroep Monu menten in procedure gegaan, en wij hebben ons te schikken naar de rechterlijke uitspraak. Daar zal het college middels die lichte tik om de oren als het gaat om het beroep in ieder geval akte van ne men. Vandaar dat bouwhistorisch onderzoek dat in principe heel snel kan, want een jaar geleden is voor uw raad een gigantische stapel bouwhistorische gegevens van de achterbouw van het Grafisch Museum ter visie gelegd. Dus in principe ligt de geschiedenis op tafel en de deskundige kan daar snel een handzaam boek van maken, in plaats van dat we dat zelf willen doen. Waarom heeft u dat zelf niet gedaan, vraagt de heer Akinci, is dat geen inschattingsfout geweest? Het zou erg zijn als een wethouder of een college op eigen houtje in een procedure, die volgens onze eigen regels die u heeft ik merk dat het nog wat daar even kennis van te waarde hechten aan de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2005 | | pagina 10