7 JULI 2005 305 De VOORZITTER Vanaf deze plaats, uiteraard. De WAARNEMEND VOORZITTER Het woord is aan de heer Schoenmakers. De heer SCHOENMAKERS Een minuut, zei de voorzitter, maar dit is een heel ander onderwerp. Voorzitter, mijn fractie beschouwt de Bestuursrapportage als een belangrijk controle-instrument om te kijken hoe het college uitvoering heeft gegeven aan de Begroting 2005, en dit is tevens een mogelijkheid om eventueel bij te sturen. Mijn algemene indruk is dat het college tot op heden de Begroting 2005 naar behoren heeft uitge voerd. Ik ben ook blij te kunnen constateren dat de kwaliteit van de rapportage is toegenomen, waar voor onze waardering. Ten aanzien van de financiën zien we dat naar de mening van het college geen grote problemen te verwachten zijn, en toch kunnen we, naar de mening van onze fractie, niet spre ken van een echt gezond perspectief voor de komende raadsperiode. Ook de uitspraak van de belas tingkamer van het Gerechtshof in Den Haag van gisteren vervult ons met de nodige zorg. Ik denk hierbij: het zal passen en meten worden in de volgende raadsperiode. Een aantal eenmalige middelen valt weg, ik denk hierbij aan de extra impulsen in het Programakkoord 2002-2006 voor de buitenruim te, het armoedebeleid, voor de onderwijshuisvesting en cultuur. En dat zijn nu net onderwerpen, voor zitter, waaraan wij toch graag ook in de komende raadsperiode meer dan de normale aandacht willen geven. Wij zullen bij het begin van de nieuwe raadsperiode duidelijke keuzes moeten maken en dat zal veel inventiviteit en politieke moed vragen. Het zou waarschijnlijk beter geweest zijn als de coali tiepartijen beter naar de oppositie hadden geluisterd die herhaaldelijk hebben voorgesteld om tot een betere en andere verdeling te komen van de beschikbare middelen. Ik ga daar nu niet verder op in, want dit is daarvoor op dit ogenblik niet de gelegenheid. Wat mij in de achterliggende periode is opge vallen, is de gladheidbestrijding. We hebben een toch wel zeer heftige vorstperiode gehad en de ma nier waarop de gladheidbestrijding door Stadsbeheer is uitgevoerd, verdient alle waardering, met na me voor de medewerkers die vaak onder moeilijke omstandigheden deze taak hebben uitgevoerd. Met genoegen hebben we ook kennis genomen van de weliswaar sobere opknapbeurt van het Dr. Jan Ingenhouszplein als uitvoering van onze motie bij de Kadernota 2005, en ik hoop dat dat de nodige impulsen zal geven om dit plein toch een plaats te geven binnen de wijk Haagpoort. Daar tussendoor, voorzitter, wil ik toch ook mijn complimenten uitspreken voor de manier waarop het Brabantplein is opgeknapt. We hebben dat enige weken geleden samen met de wethouder mogen openen en het ziet er fantastisch uit. De Wet maatschappelijke ondersteuning zal de komende tijd onze aandacht vragen. De startnotitie is, ons inziens, een goed uitgangspunt om deze ingrijpende wet op de juiste manier aan te pakken. Eindelijk is er ook zicht op een voorstel rond de accommodaties van buurt- en gemeen schapshuizen. Het heeft veel tijd maar natuurlijk ook veel overleg gevraagd, en wij mogen dan ook rekenen op een kwalitatief voldragen voorstel. Mijn vraag ten aanzien van de onderwijshuisvesting is: welke problemen komen we tegen door het voorlopig niet doorgaan van de bouw van De Mandt en de Helder Camaraschool in Teteringen? Het definitief ontwerp van de Liduinaschool zou vóór de zomer van 2005 gereed zijn, de zomer is inmiddels begonnen. We vinden dat we daar al veel te lang op hebben moeten wachten. Wanneer kunnen we dat tegemoet zien? De uitgaven voor het inkomens- deel Wet werk en bijstand zullen voor 2005 net voldoende zijn, we hebben dat in de rapportage kun nen lezen. We maken ons wel zorgen voor de periode daarna gezien de bezuinigingsdrift die nog steeds van dit kabinet uitgaat. Ten aanzien van de rechtmatigheidsproblematiek zijn we blij met het reeds gepresenteerde stappenplan zodat we ervan uit mogen gaan dat het normenkader voor de toet sing van de rechtmatigheid nog dit jaar kan worden geaccordeerd. Wat ik in deze rapportage gemist heb, is hoe het staat met de reorganisatie en de activiteiten van de voorlopige directieraad. Wellicht dat we in de volgende rapportage daarover iets kunnen vernemen. Mijnheer de voorzitter, dank u wel. De VOORZITTER De heer Boer. Ga uw gang. De heer BOER Dank u, mijnheer de voorzitter. Ik denk dat ik het kort kan houden, want de heer Schoenmakers heeft het natuurlijk over dezelfde Bestuursrapportage als ik en heeft dus ook dezelfde punten als ik. Wel wil ik beginnen met datgene waarmee ik net ben geëindigd, namelijk met de zaken waarover wij ons grote zorgen maken: de tik van Teteringen, 4,2 miljoen, en de baatbelasting die er nu bij komt. Wat ons betreft, leidt dit tot een niet al te rooskleurige toekomst. Wij hebben er al meer over gediscussieerd, eigenlijk is al het geld al op en wordt de nieuwe raad zonder geld het land ingestuurd. We hebben nog

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2005 | | pagina 16