7 JULI 2005
308
De VOORZITTER
Dit is voldoende besproken. U kunt hiermee instemmen?
Akkoord met de Bestuursrapportage voorjaar 2005.
3. ARTIKEL 160-2-PROCEDURE JURIDISCHE HERSTRUCTURERING INTERGAS EN VOORGE
NOMEN VERKOOP BEDRIJFSONDERDELEN INTERGAS.
De gemeente Breda is voor 5% aandeelhouder in Intergas. Als aandeelhouder dient de gemeente zich
uit te spreken over de voorgenomen verkoop van het leveringsbedrijf aan een Deens bedrijf alsmede
over de verdere juridische herstructurering van Intergas in aparte bedrijfsonderdelen.
De VOORZITTER
Aan de orde is de artikel 160-2-procedure juridische herstructurering Intergas en voorgenomen ver
koop bedrijfsonderdelen. Wie van u? Het woord is aan de heer Dubbelman, CDA.
De heer DUBBELMAN
Voorzitter, de CDA-fractie maakt graag gebruik van de gelegenheid om haar zienswijze op dit voorstel
te geven hetgeen uiteindelijk het college zal kunnen oppakken bij de definitieve besluitvorming als
aandeelhouder. Voorzitter, ik memoreer even dat het hier gaat over het verlenen van onze medewer
king aan de verkoop van een aantal onderdelen van Intergas. Ik wil toch even in herinnering roepen:
hoe komen wij aan Intergas, hoe komt dit punt op de agenda? Ik wil constateren dat wij als gemeente
Breda dankzij een van onze kroonjuwelen, de gemeente Prinsenbeek, onderdeel van de gemeente
Breda, beschikken over liefst 5% van het aandelenkapitaal van deze onderneming. Ik weet dat bezit
ook risico's geeft, maar tot nu toe hebben wij daarvan mogen profiteren. Ik wil graag het Prinsenbeek-
se deel van deze gemeenteraad nog hartelijk danken voor het feit dat men heeft bijgedragen aan de
financiële middelen van onze gemeente, want die hebben wij hard nodig. Voorzitter, ik constateer
verder dat Intergas opereert in een buitengewoon dynamische markt en dat gaandeweg de risico's
van deze deelneming groter zijn geworden. Vanuit deze achtergrond zijn wij voorstander van het voor
stel zoals dat hier voorligt, met dien verstande dat wij dit voorstel lezen als een vermindering van onze
risico's. Waar wij wel een kanttekening bij plaatsen, is dat wij dat wel gepaard willen doen gaan met
een maximum aan zeggenschap in de nieuwe structuur. Wij constateren ook met instemming dat het
niet een wilde Amerikaanse onderneming is, een cowboy-onderneming, die de zaak overneemt, maar
een gerespecteerd Deens bedrijf, een bedrijf waarvan duidelijk is dat het er belang bij heeft dat het
iets wil betekenen voor de lokale gemeenschap in Breda en wellicht op niet al te lange termijn ook op
andere fronten. Ik zei het al, we hebben wel een kanttekening ten aanzien van de zeggenschap. Van
uit die achtergrond zijn wij het geheel eens met het nader juridisch advies dat is ingewonnen, waarin
staat dat wij onze medewerking wel koppelen aan een tegemoetkoming van de wijziging van de statu
ten waarbij, ik ga niet op de techniek in, twee artikelen gewijzigd zouden moeten worden in die zin dat
daardoor onze zeggenschap vergroot wordt. Wij willen niet zeggen dat als dat niet lukt we niet mee
moeten doen, maar wij houden het op een maximale inspanningsverplichting die wij graag aan het
college opdragen om inderdaad die statuten zodanig te wijzigen dat er ook een goede zeggenschap
overblijft. Ik constateer, en daar wil ik mee afsluiten, dat het toch de algemene vereniging van aan
deelhouders is die de jaarrekening zal vaststellen, en een onderdeel van de jaarrekening is het vast
stellen van de winst en daarmede het dividend. Naar ons idee zou daarbij de benadering van Breda
als aandeelhouder moeten zijn: verantwoord uitkeren en niet oppotten. Die boodschap zou de CDA-
fractie graag aan de heer Oomen die, dacht ik, als aandeelhouder het college vertegenwoordigt, willen
meegeven. Ik hoop dat de heer Oomen daarmee uit de voeten kan.
De VOORZITTER
Ik dank u zeer. De heer Stubenitsky, Leefbaar-Breda.
De heer STUBENITSKY
Dank u, voorzitter. De heer Dubbelman heeft de inleiding al gehouden en Leefbaar-Breda kan zich
daarbij aansluiten. Eigenlijk vraagt het college aan de raad om het vertrouwen in het college hier uit te
spreken. Een hele rits gemeentelijke en ingehuurde experts heeft wethouder Oomen geadviseerd. Ik
denk niet dat wij deskundiger zijn in deze materie dan zij. Aan elke zakelijke transactie zit een risico en
Leefbaar-Breda is bereid om dat risico met het college te delen. Wij hebben dan ook geen wensen of
bedenkingen ten aanzien van het besluit van burgemeester en wethouders.