7 JULI 2005 317 Dat wil zeggen, als bij een simpel bouwplan alleen al wordt gevraagd: toets dat eens even, dan kost dat veel uren, onrendabele uren. Als je dat uiteindelijk in geld gaat uitdrukken dan kost dat de ge meente toch wel veel, terwijl al dat soort aanvragen uiteindelijk niet wordt doorgezet in de stad. Dat is, denk ik, één rechtvaardiging. Voorts moet het ook allemaal nog integraal worden bekeken: archeolo gie, watertoets, geluidshinder, luchtkwaliteit, planschade, al dat soort zaken moet worden gewaar deerd. Natuurlijk moet dat ook zorgvuldig gebeuren, want na zo'n toets bestaat er ook de juridische ingang, want als het niet klopt, wordt de gemeente aansprakelijk gesteld. Het derde punt is de dyna miek van de stad. Wat je heel duidelijk merkt, is dat er verhoudingsgewijs in Breda veel artikel 19- procedures zijn, niet zozeer vanwege de inhaalslag ten aanzien van de bestemmingsplannen, maar vanwege het feit dat er gewoon heel veel in de stad gebeurt. Dat betekent dat we verhoudingsgewijs veel aanvragen hebben en dat zo'n ambtelijk apparaat dus verhoudingsgewijs veel inspanningen moet verrichten om daarop ook een antwoord te geven. De steden die in het voorstel staan, zijn steden die qua aard, grootte en systematiek van werken te vergelijken zijn. Ik heb altijd geleerd: vergelijk appels met appels en peren met peren, en haal ze niet door de war. Ten aanzien van de procedure is er na tuurlijk een heel duidelijke relatie met het reorganisatieproces dat het gemeentelijk apparaat aan het doormaken is in de zin van meer integraal werken, samenwerken en met name ook proberen om aan de ingang een soort van account te hebben, en als het gaat om initiatieven op de markt al vrij vroegtij dig integraal een toets te geven en te kijken van: kan dit of kan dit niet? Daarmee zorg je ervoor dat het ambtelijk apparaat zich alleen met die dingen bezighoudt die uiteindelijk ook tot resultaat zullen leiden in de stad. Wat betreft de kosten kun je dan ook aangeven dat een globale toets minder kost en dat men dan ook snel een antwoord heeft. Dat houdt tevens in dat voor een aanmerkelijk aantal artikel 19-aanvragen waar uiteindelijk niks uit komt een relatief lage prijs betaald hoeft te worden. Voor de plannen die wel worden doorgezet, wordt gewoon de kostprijs berekend op basis van het aantal uren dat zoiets na zorgvuldige afhandeling het apparaat nu eenmaal aan uren kost. Voorzitter, ik denk dat ik hiermee de belangrijkste punten heb gehad. Hiermee wordt dus meer zichtbaar hoe het gemeente lijk apparaat zijn uren precies inzet. Het is dus ook een stuk verantwoording ten aanzien van de kosten van het ambtelijk apparaat. Daarnaast is de procedure veel transparanter en ik denk dat we dan qua dienstverlening de initiatieven op de markt ook beter kunnen bedienen. Dank u wel. De VOORZITTER Is er nog behoefte aan een tweede termijn? De heer Kwisthout. Ga uw gang. TWEEDE TERMIJN De heer KWISTHOUT Voorzitter, het is mij nog niet duidelijk, en dit is voor ons toch wel een cruciaal punt. U zegt dat onder andere door de landelijke regelgeving onze ambtenaren harder moeten werken. Daardoor zijn die leges niet meer kostendekkend. Impliceert dat als we deze leges niet zouden verhogen, dus niet kos tendekkend zouden maken dat dat geld ergens anders vandaan zou moeten komen, bijvoorbeeld uit de algemene middelen? Klopt het dat dit een budgetneutrale operatie is, dat is eigenlijk de belangrijk ste vraag, of is het zo dat de gemeente hier dus echt geld mee genereert? De VOORZITTER De heer Boer. De heer BOER Mijnheer de voorzitter, we hebben hierover in de fractie heftig gediscussieerd en we zijn daar nog steeds mee bezig. Het punt is dat wij begonnen zijn over het oneigenlijk gebruik van artikel 19. Wat zien we nu? Omdat aan elke bouwvergunning een artikel 19 is gekoppeld en er dus eigenlijk gaten worden geschoten in een bestemmingsplan, ontstaat nu dat tekort. U moet zich gewoon aan het be stemmingsplan houden, en als het bestemmingsplan klopt, dan hoeft u geen artikel 19 meer te voe ren. Dat bestemmingsplan is erg duidelijk, want daarover is breed met de burgers gediscussieerd. We mogen blij zijn dat een artikel 19 bij de raad komt, maar wij vinden het een totaal foute procedure. En omdat u die foute procedure voert, krijgt u extra kosten die u nu op iedereen wilt afkoppelen. Daarom zijn wij faliekant tegen dit voorstel. De VOORZITTER Het woord is aan de wethouder.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2005 | | pagina 28