7 JULI 2005
320
Mevrouw Van Hasselt, u bent erg moeilijk te verstaan via deze microfoon.
Mevrouw VAN HASSELT-BLANKERS
Zou het hiermee beter gaan? Ja? Of ik ga wel even
De heer LIPS
Ik vond het zo aardig dat u zo dicht bij de heer Douwes Dekker ging zitten.
Mevrouw VAN HASSELT-BLANKERS
Ik had eigenlijk maar een korte verklaring, dus ik dacht: ik blijf even zitten. Maar blijkbaar werkt dat
toch niet zo. Het is dus zo dat wij het betreuren dat de heer Van Haperen door die grondruil, zoals ik
net aangaf, benadeeld wordt in zijn bedrijfsvoering. Bij hem is toch, al of niet terecht, de indruk gewekt
dat de bestemming van zijn nieuwe gronden aangepast zou kunnen worden. Maar dat is niet gelukt. Ik
moet de heer Augenbroe toch tegenspreken dat alleen hij en de heer Vuijk aan de wethouder hebben
gevraagd om de zaak bij de provincie nog eens naar voren te brengen.
De heer AUGENBROE
Neen, ik heb gezegd, en dat heeft u ook in de krant kunnen lezen, dat is dus onafhankelijk waarge
nomen, dat wij dat in eerste instantie hebben gezegd.
Mevrouw VAN HASSELT-BLANKERS
Ja, maar dat hangt ook af van het feit wie als eerste het woord voert, en als andere partijen zich daar
dan bij aansluiten
De heer AUGENBROE
Ik was niet als eerste aan het woord.
De VOORZITTER
Maak uw verhaal af, mevrouw.
Mevrouw VAN HASSELT-BLANKERS
Ik vind dit een beetje flauw van de heer Augenbroe. Maar ik moet zeggen, en ik praat niet alleen voor
mijzelf, dat ook andere partijen, bijvoorbeeld de PvdA, zich daarbij hebben aangesloten. Ik vind eigen
lijk dat we zo'n beetje commissiebreed aan de wethouder hebben gevraagd om hierover nog eens met
de provincie te gaan praten. U heeft het ook over de wandelgangen, maar ik wil in eerste instantie
gewoon het antwoord van de wethouder afwachten.
De VOORZITTER
Dank u zeer. De heer Schoenmakers, Breda '97.
De heer SCHOENMAKERS
Mijnheer de voorzitter, dat de aanvraag van de heer Van Haperen om planschade niet-ontvankelijk
wordt verklaard, kunnen wij billijken. Maar waarom heeft hij deze aanvraag ingediend? De reden
waarom deze aanvraag is ingediend, heeft toch een bepaalde oorzaak. Wij hebben steeds als ge
meente, als college, als raad, als uitgangspunt gekozen dat HSL-gedupeerden, en dat is Van Haperen
toch, volledig gecompenseerd moesten worden. Van Haperen is een grondruil aangegaan, en nu blijkt
dat hij op dat grondgebied niet in staat wordt gesteld om zijn bedrijf zodanig uit te oefenen dat het
levensvatbaar is. Mijnheer de voorzitter, dit kan toch nooit de bedoeling zijn geweest? Volle grond-
saardbeienteelt is net zo cultuur- en natuurhistorisch als De Rith zelf. Als daar nu een kleine kas bij
moet komen en de heer Van Haperen in dat geval een goede boterham daar kan verdienen, dan kan
dat toch niet zo'n bezwaar opleveren? Van Haperen zit pal tegen de bundel A16/HSL, met alle gevol
gen van dien: verkeers- en geluidsoverlast, luchtvervuiling enzovoort. De raad wil De Rith bescher
men, en terecht, en dat komt de provincie en de gemeente, naar onze mening, ook wel goed uit, van
wege een studie naar de bebouwing in dit ontwikkelingsgebied langs de A16/HSL, en dat is dus op
grond die nu in het bezit is van Van Haperen. Breda '97 vindt dat het college, met name de wethou
der, een uiterste krachtsinspanning moet leveren en met een positieve grondhouding de provincie
moet benaderen om de mogelijkheid te scheppen dat Van Haperen zeker tot 2015 in dit gebied een
levenvatbaar bedrijf kan exploiteren. En tevens verzoeken wij het college de raad te zijner tijd alle
informatie te overleggen om ons in staat te stellen tot een verantwoord besluit te komen voor deze
zone pal aan de bundel A16/HSL. Dank u wel.