7 JULI 2005 297 stap is in de commissie gecommuniceerd, is breed hier tijdens informatieavonden en commissiever gaderingen goedgekeurd en is steeds met raadsbesluiten vanaf het program van eisen, het plan van aanpak, de eerste schets, het voorlopig ontwerp en het definitief ontwerp geaccordeerd door de ge meenteraad. Dat is niet lichtzinnig en dat is ook niet de persoonlijke voorkeur erdoor gedrukt krijgen door de wethouder. Dat is een standpunt van een ruime meerderheid van de gemeenteraad, 26 leden van deze raad, tot aan het besluit van het definitief ontwerp. Het college, voorzitter, is gehouden om die opdracht uit te voeren en zal dat doen met respect voor de uitspraak van de rechter. In 2004, voorzitter, 28 februari meen ik, heeft de gemeenteraad aan het college opdracht gegeven om een definitief ontwerp vast te stellen om vervolgens op weg te gaan naar de aanbesteding. Dat is een defi nitieve weg die je inslaat om uiteindelijk in 2005 of 2006 met het finale besluit en een kredietvotering te komen tot het realiseren van een Museum voor de Grafische Vormgeving. Vanaf begin 2004 tot en met 2005 De VOORZITTER Wilt u ook aan de tijd denken, wethouder? Wethouder ADANK hebben we de bezwaarprocedure gekend die uiteindelijk heeft geleid tot de uitspraak van de recht bank. Door de rechtbank is duidelijk uitgesproken in tweede instantie, in eerste instantie door de onaf hankelijke commissie voor bezwaar- en beroepschriften, dat de procedure in al haar deugdelijkheid en zuiverheid helder was en dat we ons mochten baseren op twee deskundigen: de Rijksdienst voor de Monumentenzorg en vervolgens onze eigen commissie Welstand en Monumenten. Dat waren de ijk- punten op basis waarvan het raadsbesluit in al zijn duidelijkheid in de richting van de raad heeft aan gegeven de kwaliteit, de helderheid en de deugdelijkheid van het ontwerp ook ten aanzien van het bouwhistorisch onderzoek voorzover dat al in de wet verankerd ligt. Maar dat is het niet. Het is een toelichting op de richtlijnen van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg waar overigens, voorzitter, en dan sluit ik af, de heer Dröge aan meegewerkt heeft en waarvan BrES tijdens de hoorzitting op 23 maart heeft aangegeven: de heer Dröge én de richtlijnen van het bouwhistorisch onderzoek, dat is nou de wijze waarop het zou moeten. Wij hebben vervolgens niet een medewerker in vaste dienst, maar wel een deskundige op dit terrein, de heer Dröge, gevraagd om binnen enkele weken een bouwhistorisch onderzoek af te ronden. En dat kan, hij is deskundig. Hij kan dat met de vraag die ge steld is door de rechter voor elkaar krijgen. Dan gaan we vervolgens de procedure in om met elkaar te pogen, te bereiken de motivering op tafel te krijgen om in september verder te kunnen. Dat is in grote lijnen, voorzitter, het antwoord op de opmerkingen van de heer Akinci en het standpunt dat Groen- Links reeds eerder heeft ingenomen. Ik heb dat ook meerdere malen betoogd. We hebben daar ar gumenten voor uitgewisseld en die heeft de wethouder niet overboord gekieperd, maar die zijn steeds in het politieke debat, want daar horen ze ook thuis, uitgewisseld. En dat heeft geleid tot het standpunt van het college om na de uitspraak van de rechter deze procedure verder voort te zetten. De VOORZITTER Andere leden? De heer Akinci, de heer Boer en de heer Schoenmakers. De heer Akinci. De heer AKINCI Voorzitter, ik moet toch constateren, ik doe het vanaf deze plaats, dat de wethouder een beetje om de vragen heen draait, want garanties, en daarom herhaal ik de vraag nog een keer, over de onafhanke lijkheid van het onderzoek van Dröge hoor ik niet echt in uw antwoord terug. Ook niet of u nog steeds vindt dat het bouwhistorische onderzoek Wethouder ADANK Voorzitter, ter interruptie. Als u planschade vraagt en door een bureau in Breda dat al jarenlang een vast bureau is, niet in vaste dienst, maar steeds voor ons de waardebepaling van de planschade maakt, dan is dat in het Nederlandse recht een volstrekt legale manier van hoe bestuursorganen met adviesorganen of adviseurs omgaan. Dat is wat betreft de relatie met de heer Dröge zeker ook het geval. En als de heer Akinci nog even gekeken had, we hebben dat samen overigens gedaan, naar de bouwhistorische onderzoeken die we in 2001 zijn gestart met de voorwaarden die u eronder heeft gelegd als pilot in de binnenstand bij de bouwblokken, want daar zijn we begonnen om die historische stad in een bouwhistorisch onderzoek vast te leggen, dan weet u dat dat de meest zuivere en onaf hankelijke lijn is om ook het college te adviseren op verzoek van de rechtbank om die bouwhistorische gegevens op tafel te krijgen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2005 | | pagina 8