22 SEPTEMBER 2005
351
het uitvoeren zijn en uiteindelijk zal, zoals de heer Posthuma heeft aangegeven, daar een uitkomst
uitkomen voor de komende tijd. Voorzitter, er is nog een aantal specifieke vragen gesteld. Ten aan
zien van het Luchtkwaliteitsplan zeg ik u dat dit plan in een afrondende fase is, en ik verwacht dat het
in de commissie VSM van november besproken kan worden. Als het gaat over de aantallen snapt u
ook hoe het met die aantallen zit. Wat betreft Bavel-Oost praten we over een aantal van 600 tot 1.000
woningen en wat betreft de rest van het plan gaat het, zoals ook in het structuurplan is beschreven,
over inderdaad 3.000 woningen. En waarom hebben we dat aantal genoemd? Als je de Mercommissie
iets laat onderzoeken, heb je een gericht aantal nodig om het onderzoek op te baseren. Dat betekent
dat dat dan ook het antwoord moet zijn als je eventueel lager zou uitkomen. Dat zou dus kunnen.
Maar je hebt wel een aantal nodig dat je noemt. Dat is dus geen keihard aantal, maar daar moet naar
gekeken worden bij de nadere invulling zoals we dat ook bij andere woningbouwplannen daadwerke
lijk doen. Er is een vraag gesteld over de ontwikkelingsvisie. Die zit aanstaande dinsdag in het college
en ik verwacht dat we spoedig, en volgens mij is de voorlopige planning de vergadering van oktober,
met de commissie SOV over de ontwikkelingsvisie kunnen spreken. U heeft het college gevraagd om
eerst daarvan kennis te nemen om te kijken of dit het resultaat is wat u in de consultatie met de stad
wilt gaan bespreken. Tot zover, voorzitter.
De VOORZITTER
Wie van u voor een tweede termijn?
De heer BOER
Voorzitter, een kort toelichtend vraagje, als dat mag, aan de wethouder. De heer Van Yperen heeft
ook duidelijk aangegeven dat er grote twijfel is over de kwaliteit van de Merbureaus zelf. Wat vindt de
wethouder daarvan?
De VOORZITTER
Is dit ook uw tweede termijn, mijnheer Boer?
De heer BOER
Neen, dit is de eerste termijn, aanvullend op datgene wat de wethouder heeft gezegd.
De VOORZITTER
Ik geef u de ruimte om nu uw tweede termijn verder te completeren.
De heer BOER
Neen, dat doet de heer Leunisse.
De VOORZITTER
Gaat u verder, mijnheer Boer, tweede termijn.
De heer BOER
Neen, dat doet de heer Leunisse.
Wethouder ARBOUW
Voorzitter, mag ik vragen of de vraag nog even kan worden herhaald. Die was niet te verstaan hier.
De VOORZITTER
Uw vraag was niet te verstaan, mijnheer Boer.
De heer BOER
Dit was geen tweede termijn, dit was gewoon aanvullend op het antwoord van de wethouder. De
tweede termijn doet de heer Leunisse.
De VOORZITTER
Wilt u dan uw aanvullende vraag stellen?
De heer BOER
De aanvullende vraag was dat de heer Van Yperen aangeeft dat de kwaliteit van de Merbureaus on
voldoende is en u gaat daar niet op in.