22 SEPTEMBER 2005 358 treft mevrouw Remie, ik denk dat iedereen het tot nu toe heeft gezegd, zij verdient alle lof, ook wat ons betreft. Toen mevrouw Remie bij ons kwam met de mededeling: wij willen ons inzetten voor het bur gerinitiatief, hebben we natuurlijk onmiddellijk gezegd: ja, graag. Zij heeft ook verreweg het grootste deel van het werk gedaan. Wat ons betreft is dit eigenlijk geen eindpunt. Wat ons betreft is het een begin. Wij willen vele malen verdergaan met de inspraak van de burgers. Wij willen eigenlijk een bord hebben, zo'n lichtkrant, van wat de burgers vinden van bepaalde voorstellen. Je kan tegenwoordig ook elektronisch kiezen. Ik weet niet hoe dat nou precies gaat, ik heb daar ook vragen over gesteld, of dat met je sofi-nummer gaat of wat dan ook om dat te beveiligen, want anders kiest iedereen 36 keer en dan heb je nog geen beeld. Het initiatief steunen wij dus van harte. Het is voor ons een beginpunt van de medezeggenschap van de burgers vier jaar lang en niet één seconde in de vier jaar op dat knopje drukken en voor de rest je mond houden. Dus nogmaals, ons compliment aan mevrouw Re mie. Ik ben heel blij, want ik begrijp dat het een unaniem voorstel gaat worden en dat is toch heel bij zonder. De VOORZITTER Het woord is aan de heer Schoenmakers, Breda '97. De heer SCHOENMAKERS Mijnheer de voorzitter, ik denk dat wij de burgers van Breda vandaag geluk kunnen wensen, omdat het er toch naar uitziet dat het burgerinitiatief de eindstreep zal halen. Daar zag het eind 2001, begin 2002 lang niet naar uit. Want in de werkgroep die we toen hadden als voorbereiding op de invoering van het dualisme onder leiding van oud-burgemeester Van der Ven van Etten-Leur, bleek zich geen groot enthousiasme te ontwikkelen voor invoering van het burgerinitiatief. De toenmalige coalitiepartij en die ook de huidige coalitiepartijen zijn, waren daar beslist niet voor. We zien nu dat met name de VVD en het CDA toch op een geweldige manier over de streep zijn geholpen. Ik hoor wel dat de heer Taks een aantal bezwaren heeft, maar ik zou de heer Taks willen aanraden, als hij dat tenminste van mij wil aannemen, om de vakliteratuur over het burgerinitiatief eens te lezen, en dan zal hij De heer TAKS Die heb ik volledig gelezen, mijnheer Schoenmakers. Daar hoeft u zich echt geen zorgen om te ma ken. De heer SCHOENMAKERS Ik maak me ook geen zorgen over u, want wie zou ik zijn om dat te doen. Maar daarin zien we toch heel pregnante voorbeelden op welke manier het burgerinitiatief gestalte kan krijgen. We hebben na tuurlijk een aantal zaken uitgezonderd waarover geen burgerinitiatief gemaakt kan worden, en als je dat lijstje leest dan is dat ook terecht. Een van de doelstellingen van het dualisme was toch om de kloof tussen de burgers en de politiek te verkleinen. Nu is dat burgerinitiatief, en ik ben dat eens met iedereen die dat naar voren heeft gebracht, een van de instrumenten om dat te doen, want we kennen ook vele andere: we hebben de inspraakmogelijkheden, we hebben de hoorzittingen, we hebben deze week nog meegemaakt de interactieve discussies over de Wet maatschappelijke ontwikkeling. Ik denk dat de volksvertegenwoordigende taak van de raad, waar de heer Marcic het over had, in de periode die nu op een eind loopt met de hulp van de griffie ook een geweldige stap voorwaarts heeft gezet. Mijnheer de voorzitter, burgers, groepen burgers en organisaties kunnen nu de door hen geformuleer de voorstellen rechtstreeks op de agenda geplaatst krijgen. Dat staat zo eenvoudig in het voorstel, maar het vraagt van die burgers toch wel een geweldige inzet. Het is niet zomaar iets van: nou, wij willen dit of wij willen dat en wij zetten dat maar op papier. Neen, van die burgers wordt een stuk zelf werkzaamheid gevraagd, en ik denk dat wij als politiek ze daarbij ook behulpzaam zouden moeten zijn. Ook de participatie van jongeren, en ik hecht eraan om dat ook te zeggen, vanaf 16 jaar die de mogelijkheid hebben om een burgerinitiatief in te dienen, vind ik van geweldig belang. Want het is namelijk zo dat de jongeren zo moeilijk bij die politiek te betrekken zijn. Daarom zou ik, maar dat is even een zijsprongetje van het burgerinitiatief, toch weer willen pleiten voor wat we een aantal jaren geleden hadden, namelijk dat we samen met jongeren hier in deze raadzaal konden praten over een aantal politieke onderwerpen. Dat was heel interessant, dat was ook heel bevruchtend naar twee kan ten toe. Ik hoop dat we daar op de een of andere manier toch weer wat financiën voor kunnen vrijma ken en anders moeten we dat zeker in de volgende raadsperiode doen. Mijnheer de voorzitter, het behoeft geen betoog dat wij dit initiatief zullen steunen. Ik vraag wel om een goede communicatie naar de burgers toe. De heer Haarhuis heeft daar ook over gesproken. En ik wil mevrouw Remie geluk wensen dat het zover is gekomen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2005 | | pagina 28