22 SEPTEMBER 2005
361
king van de raad helemaal niet nodig heeft. Het tegendeel is echter waar. Want om zijn voorstel er
door te krijgen, en daar is het hem natuurlijk om begonnen, heeft hij wel degelijk een meerderheid in
de raad nodig. Het is dus niet ondenkbaar dat deze burger een heleboel werk en administratieve
rompslomp heeft om een voorstel op de agenda te krijgen waar wellicht geen enkele steun voor is
onder de raadsleden. Teleurstelling en frustratie zijn het gevolg en de betrokkenheid is dan ver te
zoeken. Bovendien bedenkt deze burger zich wel twee keer voordat hij weer zal participeren in het
politieke proces. Wanneer zijn voorstel ondersteund zou worden bijvoorbeeld door mij, dan had hij
veel beter gewoon de telefoon kunnen pakken om zijn voorstel voor te leggen. Ik had het dan in mijn
fractie en in de raad aan de orde gesteld.
De VOORZITTER
Het gaat om het afleggen van een stemverklaring. Dus ik wil u vragen puntig tot een opvatting te ko
men, mevrouw.
Mevrouw VAN MAANEN
Ja, sorry. Hij kon zich zo de gang langs de deuren besparen en hoefde geen ingewikkelde procedure
te volgen. Niet alleen doe ik dat graag voor iemand met een goed idee, ik zie het als een van mijn
belangrijkste taken als raadslid. Ik wil niet net doen hier alsof er niks aan de hand is. Ik vind ook dat er
iets mis is in de relatie tussen de politiek en de burger. Maar ik heb de afgelopen jaren wel gezien dat
burgers de politiek prima weten te vinden als zij dat nodig achten, en als je ziet dat sommige families
al jarenlang de raadsagenda weten te domineren, dan zie ik niet in wat het probleem is waarvoor we
hier een oplossing denken te hebben.
De heer AKINCI
Voorzitter, mogen er vragen gesteld worden naar aanleiding van
De VOORZITTER
Neen, de stemverklaring is afgelegd. Ik stel vast dat een lid van de VVD-fractie tegen is. De andere
leden zijn voor en daarmee is het initiatiefvoorstel aangenomen.
Akkoord, met de aantekening dat mevrouw Van Maanen, lid van de VVD-fractie, geacht wenst te wor
den te hebben tegengestemd.
VERZOEK OM INTERPELLATIE VAN BREDA '97, GROENLINKS EN LEEFBAAR-BREDA/PAREL
VAN HET ZUIDEN.
De VOORZITTER
Aan de orde is het interpellatieverzoek, ingediend door de fracties Breda '97, GroenLinks en Leefbaar-
Breda/Parel. Even voor de orde, maar ik denk ook voor de hier aanwezigen alsmede de kijkers, de
interpellant, en in dit verband zijn het drie sprekers, voert niet meer dan twee maal het woord en de
leden van het college niet meer dan een maal tenzij de raad hun hiertoe verlof geeft. Ik hecht eraan
dat te melden omdat het gaat om een interpellatie en niet om een zeer uitgebreide en langdurige ge
dachtewisseling. Het woord is aan de heer Schoenmakers. Ga uw gang.
De heer SCHOENMAKERS
Mijnheer de voorzitter, dank u wel. Toen ik op 7 juli jongstleden na de raadsvergadering naar huis
kwam, dacht ik: hè, het reces kan beginnen, ik kan wat gas terugnemen van mijn politieke activiteiten.
Maar op zaterdagmorgen, en de zaterdagmorgen gebruiken mijn vrouw en ik altijd om het cryptogram
van BN/DeStem op te lossen, werd mijn aandacht plotseling getrokken door een nogal zware kop in
de krant: 'Crisissfeer rond bouw Teteringen'. En het betrof, mijnheer de voorzitter, een artikel van een
overleg dat op 8 juli gehouden is tussen de coalitiepartijen. Met een overleg tussen de coalitiepartijen
is natuurlijk niks mis, wij als oppositiepartijen hebben ook onze overleggremia. Maar toen ik dat zag
'crisissfeer rond bouw Teteringen' ging ik er als lid van de oppositie toch eens goed voor zitten. En het
bericht verontrustte mij, mijnheer de voorzitter, want in dat artikel wordt er gewag van gemaakt dat er
sprake zou zijn van een ernstig probleem. In dat artikel werd gesteld dat wethouder Arbouw daarbij
enkele uitkomsten van bureau Royal Haskoning, dat belast is met de Merrapportage, heeft voorge
legd. U begrijpt dat oppositiepartijen dat niet over hun kant laten gaan, want er werd minstens de sug
gestie gewekt dat het hier zou gaan om aanvullende informatie en ook kwam naar voren in dat artikel
dat in het college de VVD-wethouders voor vermindering van het aantal te bouwen woningen zouden
zijn, terwijl de CDA- en de Partij van de Arbeidwethouders dat om voor hen moverende redenen zou-