362
22 SEPTEMBER 2005
den afwijzen. Zie hier een zwaar politiek dilemma waar wij als oppositiepartijen niets van afweten.
Natuurlijk erkennen wij het recht van de coalitiepartijen om met elkaar te overleggen over het te voe
ren beleid. Maar als blijkt en als er in ieder geval in de krant gesuggereerd wordt dat er aanvullende
informatie gewisseld wordt, moeten wij in actie komen. Het is immers nog steeds zo dat coalitiepartijen
toch al over meer informatie beschikken dan waar wij als oppositie over beschikken, omdat de wet
houders nog steeds, naar onze mening, te dicht op de met hen bevriende fracties zitten. Wij vinden
dat niet erg duaal, maar in het kader van het duale leerproces is dat best te billijken, mijnheer de voor
zitter, maar als dat gebeurt dan moet er wel open kaart gespeeld worden met de oppositie. En het
antwoord van het college van 15 juli jongstleden op ons schrijven was eufemistisch gezegd onbevre
digend. Het ademde de sfeer van: jongens, ga toch lekker vakantie houden, waar maak je je toch druk
over. Op de essentie van onze vragen werd niet ingegaan. Mijnheer de voorzitter, als het dan niet zo
belangrijk was, dan begrijp ik niet waarom dat zonodig naar de pers moest worden geventileerd. Wij
werden met het spreekwoordelijke kluitje in het daarbij behorende riet gestuurd. In ieder geval vinden
wij dat er niet op deze manier met reële vragen van de oppositie mag worden omgegaan. De opmer
king dat het coalitieoverleg geen besluitvormend karakter had, is voor ons een lachertje. Een kind kan
dat zelfs begrijpen, want besluiten worden nu eenmaal in de gemeenteraad genomen. Graag wil ik
ook weten wie bij dat politieke beraad, zo benoemt het college het in de brief van 20 juli, aanwezig
waren. Uit de artikelen in de krant kan ik opmaken dat wethouder Arbouw en mogelijk ook wethouder
Van Blerck daarbij aanwezig waren, maar in de wandelgangen heb ik vernomen dat er ook ambtena
ren ter ondersteuning aanwezig waren. En als dat zo is, kan men niet spreken van een politiek be
raad, zelfs niet als ze alleen maar voor de technische vragen aanwezig waren. Maar waarom waren
ze dan aanwezig voor de technische vragen, want het college had toch niks nieuws te vertellen? Ze
hadden alles toch al gewisseld in de commissie? Mijnheer de voorzitter, wij hebben toen nadere vra
gen gesteld en uw brief van 20 juli jongstleden is voor ons aanleiding geweest om u het voordeel van
de twijfel te geven. Wij kunnen er geen vinger achter krijgen of er nu wel of geen aanvullende informa
tie is gegeven. Onze vraag blijft waarom het college pas in tweede aanleg enige duidelijkheid heeft
gegeven en waarom niet eerder op deze manier is gereageerd. Ook is het ons niet duidelijk waarom
in de eerste reactie wordt gesproken dat het gesprek een informerend karakter had, terwijl de brief van
20 juli spreekt over een consulterend karakter. Naar onze mening is consulteren politiek gezien een
wat zwaardere benadering. Begrijpt u dat wij nog steeds twijfel hebben over de juistheid van de voor
gestelde bespreking? Mijnheer de voorzitter, reeds meerdere malen heb ik hier in deze raad aandacht
gevraagd voor hoe er moet worden omgegaan met de actieve informatieplicht van het college. Een
aantal gemeenten heeft dit in een aparte verordening geregeld zodat alle raadsleden op dezelfde wij
ze van informatie worden voorzien. Namens mijn fractie zal ik dit aan de orde stellen in het fractie-
voorzittersoverleg van oktober 2005 opdat een dergelijke verordening met instemming van de raad
voor de nieuwe raadsperiode van kracht kan zijn. Mijnheer de voorzitter, ik weet ook dat het niet onder
de interpellatie valt als ik nu een vraag zou willen stellen aan de coalitiepartijen. Mijn vraag is: hoe is
het verslag van deze bijeenkomst in de pers terechtgekomen? Het is toch niet zo dat er een journalist
aanwezig is geweest bij die bespreking? En ik vind het ook vreemd dat er boven het artikel staat: van
onze verslaggevers, terwijl alle politieke commentaren altijd worden voorzien van de namen van de
journalisten die altijd bij ons te gast zijn bij commissie- en raadsvergaderingen. Van wie het stuk is, is
dus onduidelijk. Heeft mogelijk een van de fracties dit gelekt naar de pers? Is er wellicht sprake van
een politiek lek, dat iemand met opzet dit naar de pers heeft geventileerd? Of is er een persbericht
uitgegeven van heel de coalitie? Mijnheer de voorzitter, ik hoop hier toch antwoord op te krijgen, om
dat dit anders een aanduiding zou kunnen zijn van spanningen binnen de coalitie. Dank u wel.
De VOORZITTER
Dank u zeer. Het woord is aan de heer Akinci, GroenLinks.
De heer AKINCI
Om maar meteen daarop te reageren, ik zou absoluut geen probleem hebben met spanningen binnen
de coalitie. Tijdens de algemene beschouwingen die op dit moment in Den Haag plaatsvinden, is de
afgelopen twee dagen het woord 'vertrouwen' heel vaak aan de orde gekomen. Het gaat dan om het
vertrouwen dat burgers al dan niet hebben in de politiek. Er zijn grofweg twee manieren waarop je dat
vertrouwen als politiek kunt verspelen. Een: door besluiten te nemen die ontzettend impopulair zijn en
die je ook nog eens niet kunt uitleggen, zoals nu in Den Haag gebeurt. Of twee: door heel erg vaak
jezelf te bedienen van achterkamertjespolitiek, wat ook heel erg vaak in Den Haag gebeurt. En nu
merken we dat in Breda hetzelfde gebeurt. Natuurlijk, er is niks mis met de wandelgangen, die hebben
we hier in het stadhuis ook. Je komt elkaar tegen, je overlegt eens wat, goh, hoe denk je daarover?
Maar dit overleg heeft een totaal ander karakter. Het ging om een overleg, een geheim overleg tussen