22 SEPTEMBER 2005 372 De heer BOER Maar dat is gewoon de waanzin van het dualisme. De VOORZITTER Ik stel voor dat de heer Kwisthout verdergaat. De heer KWISTHOUT Ik denk dat je aan al die schijn een eind moet maken. Het zou raar zijn als wij als oppositiepartijen een wethouder zouden uitnodigen en dan zouden zeggen: ja, dat is gewoon politiek overleg. Dat is natuur lijk onzin. Het is gewoon een bestuurlijk overleg geweest. De heer TAKS Maar dat kan wel. Ik denk dat ze best bij u langs willen komen. De heer KWISTHOUT Maar ik denk niet dat we dan lang zaken onder ons zouden kunnen houden. Voorzitter, volgens ons is het gewoon naar alle mogelijk feitelijke en materiële definities een bestuurlijk overleg geweest en dus laakbaar, wat ons betreft. Ten tweede. De wethouder stelde dat het een overleg betrof dat betrekking had op het Programakkoord en dus niet de raad aanging. Dat kan ik volgen. Mijn vraag is dan: als het noodzakelijk is om daarover te overleggen, mogen we dan een aanpassing van het Programakkoord ter kennisname tegemoet zien of is dat niet aan de orde geweest, of wilt u dat nog even voor u hou den? De derde vraag betreft de volgende. De heer Dubbelman stelde dat het overleg op initiatief van wethouder Arbouw plaatsvond. Ik kan me vergist hebben, ik kan het gemist hebben, maar volgens mij heeft de wethouder in zijn bijdrage in het midden gelaten wie dat initiatief nam, een wethouder die ik toch over het algemeen ken als zeer zorgvuldig in zijn beantwoording, en dat suggereert misschien dat u dat toch wat beter had moeten afstemmen voor deze vergadering. Tot zover, voorzitter. De VOORZITTER Ik stel vast dat er nog een aantal vragen is gesteld. Ik neem aan dat de raad daarop een antwoord wil hebben. Ik kan nu heel formeel zijn en zeggen: dit was het, maar dat is, denk ik, niet juist gezien het aantal vragen. Ik stel voor dat de wethouder daarop een korte reactie geeft en dat dat dan ook de beëindiging is van de interpellatie, waarbij ik nogmaals denk dat het wat betreft het fenomeen informa tievoorziening en alles wat daaraan verbonden is nuttig is om daar in ieder geval in oriënterende zin over te spreken. Dat is in ieder geval een opvatting van uw voorzitter. Het woord is aan wethouder Arbouw. Wethouder ARBOUW Dank u wel, voorzitter. Ja, mijnheer Kwisthout, ik ben gaarne bereid om een keer met u te overleggen, dat snapt u. Dus ik zie de uitnodiging wel een keer tegemoet. Maar dan wel als politiek leider, want daar hebben we het vanavond over. Voorzitter, eigenlijk heb ik in mijn eerste bijdrage op al die pun ten, denk ik, al voldoende uitgelegd hoe het college kijkt naar wat er precies in die periode is gebeurd en ik denk dat de fractievoorzitters van de drie coalitiepartijen daar ook hun zegje over hebben ge daan. Ik zal er nog een paar punten uit halen. Het was een politiek overleg tussen politieke leiders en fractievoorzitters. Als het gaat over het Programakkoord, was dat de onderlegger, dat is de relatie waar het in dat verband over ging. We hebben het niet over het Programakkoord gehad, maar dat is wel wat bindt en dat is dus wel wat uiteindelijk de relatie is van het overleg van politieke aard en wat het dus ook politiek maakt. Als het gaat om het uitnodigingbeleid denk ik niet dat ik daar veel over hoef te zeggen, dat doet er op zich ook niet zoveel toe. Als het een overleg is tussen drie coalitiepar tijen is er dus kennelijk een politieke partij geweest die over een bepaald onderwerp wilde spreken en dat is wat aan de orde was op die datum. Dank u wel, voorzitter. De heer BOER Mijnheer de voorzitter, essentieel De VOORZITTER Neen, geen interrupties, hiermee is de gedachtewisseling afgerond. We hebben een Reglement van Orde en dat is, denk ik, strikt gehanteerd. Ik heb nog enige ruimte gegeven, er is in twee termijnen gesproken en dat was het.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2005 | | pagina 42