389
3 november 2005
Mevrouw OVERBOOM
Voorzitter, deze begrotingsbehandeling is, zoals de heer Schoenmakers al zei, met name bedoeld om
te kijken hoe de Kadernota is uitgewerkt in de Begroting. De bijdrage die daar is geleverd, is dan ook
het uitgangspunt voor de beoordeling van deze Begroting. Ik heb bij de kadernotabehandeling al mijn
zorg aangegeven met name over het meerjarenperspectief. Jaarlijks worden uit het spaarpotje bedra
gen gehaald van ongeveer 7,8 miljoen. We zijn er in deze stad zo langzamerhand aan gewend ge
raakt om daarmee zaken te betalen als de buitenruimte, het armoedebeleid en de Rekenkamer. Er is
daarvoor nog geen oplossing gevonden. Ook heb ik indertijd aan het college gevraagd hoe het zit met
de reservepositie voor de volgende raadsperiode, omdat D66 van mening is dat het een keer ophoudt
als je extra investeert en je dit uit je spaarpotje doet. Dat is ook de zorg die door de meeste fracties nu
is uitgesproken. Daarom herhaal ik mijn verzoek aan het college: kom met voorstellen om naar struc
turele oplossingen te zoeken voor deze uitgaven waaraan we gewend zijn geraakt en geef ons even
tueel aan waar de knelpunten zitten. Ik kom helemaal niets hiervan tegen in deze Begroting. Vandaar
dat ik me op dit moment, hoewel ik bij de Kadernota een kanttekening had, in deze Begroting niet
meer kan vinden. Ten aanzien van de Begroting is er nog een aantal inhoudelijke zaken waarop ik op
dit moment zou willen ingaan. Waar ik erg blij mee ben, is dat in ieder geval gegarandeerd is dat het
project-Heuvel uitgevoerd kan worden. Als wij op stedelijk niveau investeren in deze stad is het voor
het draagvlak van dit soort projecten in de stad heel belangrijk - voor D66 zijn dat ook noodzakelijke
investeringen - dat je ook de projecten in de wijken kunt laten doorgaan. Dat geeft draagvlak om door
te kunnen gaan met de investeringen op stedelijk niveau. Het spaarpotje voor Breda-Noordoost wordt
ook steeds beter gevuld. Volgend jaar krijgen we te horen in hoeverre daarmee de zaken gefinancierd
kunnen worden. Voor D66 is daarbij een heel belangrijk uitgangspunt dat Breda-Noordoost net zoals
Heuvel onverkort kan doorgaan. Over de ID-banen, de Instroom- en Doorstroombanen, heb ik nog
een vraag aan de wethouder over het idee dat wij al vaker hebben geopperd om bijstandsgelden door
te schuiven naar deze gesubsidieerde banen. Daarover is landelijk in dit voorjaar een discussie ge
weest. Ik zou graag willen weten wat de voortgang is in die discussie om dit mogelijk te maken. Het
lijkt me toch erg belangrijk dat de ongeveer vijfhonderd mensen die op dit moment nog in deze banen
zitten, niet achter de geraniums terechtkomen. Verder zou ik ook graag het volgende van de wethou
der willen weten. Ik was zeer verontrust over een uitspraak van een inspreker tijdens een commissie
Volkshuisvesting, dat het geld dat we extra binnenkrijgen door de grondprijsverhoging van sociale
woningbouw - maar liefst 9.000 euro per woning - deels in het fonds Wonen zou komen. Wat betreft
dat 'deels' ga ik er toch van uit dat het om 'volledig' gaat. Als het niet volledig is, wat is daarvan dan de
reden? Nog een punt over cultuur. Door veel fracties is daarover ook zorg uitgesproken. We hebben
het cultuurdebat gehad en daar kwam vrij breed uit dat we de oplossing moeten en mogelijk kunnen
vinden in beperking van de overhead. Ik ga ervan uit dat het op die manier ook zou moeten lukken. In
de commissie is aangegeven dat dit onderwerp weer hier terugkomt als dit niet mocht lukken. We
moeten dan andere wegen bewandelen of bezien hoe we alsnog het huidige culturele activiteitenni
veau in deze stad dat een behoorlijke impuls heeft gekregen, handhaven. Tot slot de jongerenvoor-
zieningen. Voor D66 is het heel belangrijk dat, mocht er binnen de Begroting in de nieuwe raadsperio
de financiële ruimte komen, er met name voor jongeren meer voorzieningen komen met wat ons
betreft uitdrukkelijk de optie om dat in zelfbeheer te doen. Dus dat jongeren zelf verantwoordelijk zijn
voor hun eigen jongerensoos, om het zo maar te zeggen. Ik heb dat vroeger ook gehad, en het is
vreselijk leuk. Je bent trots op je soos.
De VOORZITTER
Goed. Dank u zeer. Ik denk dat u zich uitstekend aan de tijd heeft gehouden, waarvoor waardering.
Nu is aan de orde de beantwoording door het college. Ik zal als eerste zeer kort spreken, waardoor de
wethouder van Financiën, denk ik, toch de ruimte heeft om in een bredere context de bemerkingen
over de financiële kant van de Begroting, en ook de andere elementen, toe te lichten. Vervolgens zul
len de andere wethouders antwoorden.
REACTIE VAN HET COLLEGE (EERSTE TERMIJN)
Het college van burgemeester en wethouders krijgt gelegenheid te reageren op de schriftelijke en
mondelinge bijdragen van de fracties.
De VOORZITTER
Ik zal het, gezien uw inbreng in de algemene beschouwingen, kort kunnen houden, omdat er in de
richting van uw voorzitter geen expliciete vragen zijn gesteld. Een tweetal bemerkingen mijnerzijds. Er