3 november 2005
niet op formulering van nieuw beleid. Diverse fracties gaven aan dat de Begroting een wissel trekt op
de mogelijkheden van de nieuwe raad. Deze visie wordt door het college niet onderschreven. In lijn
met voorgaande kadernota's en begrotingen van deze coalitie wordt in deze Begroting de nieuwe raad
juist de ruimte gegeven om een goede discussie over nieuw voor oud te voeren, waarbij dit college
niemand voor de voeten loopt, maar juist iedereen de ruimte wil geven. Daarbij staat het Breda '97
natuurlijk vrij om daarbij de tabel op pagina 15 van de Begroting, de heer Schoenmakers misschien
wel bekend, te betrekken. Uiteraard is de ruimte beperkt door de schaarste van de middelen. Dat is nu
eenmaal een economische wetmatigheid. Natuurlijk wil iedereen altijd meer te verdelen hebben. Dat
wil echter niet zeggen dat het financieel perspectief niet de ruimte zou geven om te kiezen. Integen
deel. In de voorbereiding naar de verkiezingen zal er een overdrachtsdocument worden opgesteld. Dit
document zal uiteraard ter beschikking komen van alle fracties. Zoals ik in mijn inleiding al aangaf, valt
de toonzetting van sommige bijdragen mij enigszins tegen, mede in de context van de oplossing van
Teteringen, waar het college een te optimistisch beeld wordt verweten. Net als voorgaande jaren kan
ik niet anders dan de bijdrage van Breda '97 typeren als een snoepen van twee walletjes, en dan for
muleer ik het nog vriendelijk. In mijn eerste emotie kwamen typeringen naar boven die ik hier niet zal
bezigen. Enerzijds is de bijdrage van Breda '97 er een die ik zo samenvat: veel kritiek op het financiële
beleid van dit college, er moet harder worden ingegrepen. Anderzijds wordt er naar de bühne toe di
rect weer sinterklaas gespeeld door de al jaren gehanteerde werkwijze ten aanzien van de inzet van
de behoedzaamheidsreserve ineens overboord te gooien. Mijnheer de voorzitter, ik weet niet wat Bre
da '97 nu wil. Als ik alles optel aan bedragen uit de algemene beschouwingen van de afgelopen jaren
van Breda '97 en daar de mogelijke ombuigingsvoorstellen van deze partij op in mindering breng, dan
denk ik dat we als gemeente allang de artikel 12-status hadden kunnen aanvragen. Overigens ligt er
een nadrukkelijke relatie tussen de stelpost onderuitputting en de inzet van de behoedzaamheidsre
serve. Het voert te ver om daarop nu uitgebreid in te gaan. Screening reserves en voorzieningen.
Zoals gebruikelijk zal bij de Jaarrekening een screening van de reserves en voorzieningen plaatsvin
den. Lastendruk. De lokale lasten mogen zich steeds in een bijzondere aandacht verheugen. Ook in
de bijdragen van de fracties komt de lastendruk naar voren. Breda '97 pleit ervoor de definitie voor de
lokale lastendruk aan te passen en te verbreden met diverse andere heffingen: parkeren, bibliotheek
en leges burgerzaken. Ik stel voor de huidige definitie te blijven hanteren, een definitie die ook gehan
teerd wordt door bijvoorbeeld het COELO, het parlement, het ministerie, de VNG, de Consumenten
bond, en ga zo maar door. De VVD pleit ervoor om waar mogelijk de kosten terug te brengen, waar
door de tarieven kunnen worden verlaagd. Ik wijs er in dit verband op dat het college deze lijn
ondersteunt en hiervan bij de Begroting 2005 al blijk heeft gegeven. De gedachte hierbij vanuit het
college is om eerder te kiezen voor het bevriezen van tarieven, waardoor een prikkel wordt gegene
reerd om efficiënter en/of goedkoper te werken. Leefbaar-Breda stelt naast de verlaging van de tarie
ven voor om een aantal vergunningen af te schaffen. Ik wil daarop antwoorden dat dit college blijft
uitgaan van het principe dat waar het met minder regels kan we het ook met minder regels zullen
doen. De organisatie. Ten aanzien van de reorganisatie kan ik in de richting van D66 toezeggen dat ik
uiteraard bereid ben om nadrukkelijker in te gaan op de stand van zaken van de reorganisatie. Ik stel
voor om dit te doen in een van de eerstvolgende vergaderingen van de commissie MSO. Buitenruimte.
Diverse fracties gaan in op het beheer en onderhoud van de buitenruimte. Met het vaststellen van
deze Begroting gaan we de laatste periode in van de meerjarenimpuls van de buitenruimte. Tijd om
ook terug te kijken op wat we met die inzet van de beheerimpuls inmiddels allemaal hebben bereikt.
Conform de besluitvorming van de raad zijn de achterstanden in onderhoud op het groen nagenoeg
ingehaald, zijn de speelvoorzieningen up to date, en is er permanent aandacht geweest voor het da
gelijks beheer, de onkruidbestrijding en de aanpak van het zwerfvuil. Onkruid blijft groeien, dames en
heren, en dat mensen het vuil op straat blijven gooien, is iets waarop deze wethouder natuurlijk geen
directe invloed heeft. Daarnaast bestaat er nu een compleet beeld over de onderhoudssituatie van de
verhardingen en de verlichting. Dit inzicht heeft ertoe geleid dat in deze laatste periode de aandacht
verschuift van het groen naar het aanpakken van achterstanden in het onderhoud van de verhardin
gen en de verlichting. De commissie is over deze aanpak steeds geïnformeerd en is betrokken ge
weest bij keuzes die gemaakt zijn. Als de heer Schoenmakers vraagt of men dit goed rentmeester
schap noemt, dan durf ik te stellen dat hier inderdaad sprake is van goed rentmeesterschap. Er is
sprake van een compleet beeld over de beheer- en onderhoudstoestand en de beschikbare middelen
worden op een verantwoorde wijze planmatig en weloverwogen ingezet. Nimmer is beweerd dat met
de inzet van de extra beheerimpuls de totale achterstand in onderhoud zou kunnen worden wegge
werkt. Dat is door mij nooit beweerd. Als wethouder ga ik daar nu over, maar u kunt ervan overtuigd
zijn dat ik binnenkort in een andere hoedanigheid over de leefbaarheid in buurten en wijken uitvoerig
met u zal spreken. Het CDA heeft gevraagd of de kosten voor het verwijderen van het teerhoudend
asfalt voor rekening van het desbetreffende ministerie zouden moeten komen. Helaas moet ik u zeg-
391