414 3 november 2005 De heer BOER Het is Leefbaar-Breda en Parel van het Zuiden. Wethouder OOMEN Dat is een lange titulatuur. Mijnheer de voorzitter, het instrumentarium dat we momenteel als gemeen te breed hanteren als het gaat om inspraak en communicatie is naar mijn overtuiging meer dan vol doende. Wat dacht u van het overleg dat de wethouder met een staf twee keer per jaar heeft met de wijk- en dorpsraden, en het opstellen van een jaaragenda waarin precies staat wat we dat jaar doen in wijken en buurten? Dat kunt u er allemaal in terugvinden. Er zijn klankbordgroepen, en ga zo maar door. En, vergist u zich niet, als het gaat om grote projecten, dan weten de wijk- en dorpsraden u als gemeenteraad ook heus wel te vinden. Het moge dus duidelijk zijn dat het college - wij gaan daar niet over, maar wij zeggen er wel iets van - u niet zal adviseren om deze motie over te nemen. De heer BOER Mijnheer de voorzitter, even een kort vraagje aan wethouder Oomen. Wat is erop tegen om het doen? Wethouder OOMEN Wat erop tegen is, is dat we al een breed instrumentarium hebben, dat de inspraak meer dan vol doende geregeld is, en dat de wijk- en dorpsraden er zelf niet om vragen. U zegt altijd dat u naar de burgers luistert. Dit is nou zo'n punt. Nu moet u luisteren. Dus u moet dat niet doen. Het is misschien onverstandig dat ik het u zeg, maar misschien dat ik het in uw U moet dat niet doen, mijnheer Boer, u gooit hiermee uw eigen glazen in. De baatbelasting. Mijnheer Boer, dat snap ik niet. Wij hebben dit zeer nauwgezet, serieus en zorgvuldig onder leiding van de heer Posthuma in de commissie behan deld. Het is nu bij de rechter. Wij gaan nu in deze algemene beschouwingen niet opnieuw daarop in. Ik ben namens het college niet daartoe bereid. Mijnheer de voorzitter, ik dank De heer BOER Even nog, mijnheer de voorzitter, kort. U onderschrijft dus niet dat het straks eventueel 6,5 miljoen zou kunnen gaan kosten? Dat is toch geen klein bedrag? Dat is een enorm bedrag. Wethouder OOMEN Ik praat niet over bedragen op dit moment. Ik wacht namens het college de ontwikkelingen af die ons de komende jaren zullen bereiken, en dan is het aan u als raad om te kijken hoe u daarmee omgaat. Ik wil u ook nog erop wijzen dat we ook heel veel industriële contracten gesloten hebben die voor u als gemeenteraad rechtszekerheid hebben. Ik snap ook wel dat er een moment komt dat u een nieuwe afweging kunt maken, maar dat is aan u. Op dit moment ga ik er namens het college niet verder op in. Voorzitter, er is nog een amendement over de verhoging van de parkeertarieven. Volgens mij is het zo, mijnheer Stubenitsky, dat u die bij de Parkeernota zelf heeft vastgesteld. U bent voorzover mij bekend daarmee akkoord gegaan en de parkeertarieven gelden tot en met 2007. Nu kan het zijn, dat is menselijk, dat u op uw eigen beslissing terugkomt, maar onze steun heeft u daar in ieder geval niet bij. De heer STUBENITSKY Maar ik ben er niet mee akkoord gegaan, mijnheer Oomen. Als het al zo is dat dat in de Parkeernota stond, want het was drie weken geleden een agendapunt in de commissie, dus het lijkt me sterk dat we dat twee keer gaan beslissen. Wethouder OOMEN Dit is de informatie die ik heb. Als ik hier verkeerde dingen zeg, dan ben ik de eerste die dat zal be kennen, ook vandaag. Dus, mijnheer de voorzitter, misschien mag ik even nog naar de portefeuille houder kijken, want ik spreek natuurlijk uit de tweede hand. De VOORZITTER Ik stel voor dat de wethouder dadelijk daarop terugkomt, ter aanvulling. Wethouder OOMEN Ja, oké. De VOORZITTER Het woord is aan wethouder Adank.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2005 | | pagina 41