3 november 2005 Wethouder ADANK Mijnheer de voorzitter, de motie van Leefbaar-Breda/De Parel van het Zuiden is een motie waar het college kennis van neemt. De dictie van de motie luidt bij het besluit: bij de eerste de beste gelegen heid et cetera. Dat is in 2007. Ook dit college wacht af wat te zijner tijd het college of de onderhande laar c.q. de nieuwe raad voor de Grote Kerk structureel gaat betekenen. Een eenmalige oplossing voor dit jaar hoeft niet. Ik denk dat ik in de commissie ECG nogmaals in beeld moet brengen, in de richting van de heer Boer, hoe die financiële situatie van de Grote Kerk is. Daar kan een toekomstige raad c.q. college een wijs besluit nemen over een structurele bijdrage om het vervangingsfonds nou in een keer goed te regelen. Mijn dank in de richting van de VVD voor de steun voor het Museum voor Grafische Vormgeving. U trekt het terecht naar uw raad toe, want een ruime meerderheid van deze raad heeft consequent zes jaar lang alle democratische stappen genomen om dit initiatief, mede on dersteund door Rijk en Provincie, mogelijk te maken. Wij spreken elkaar over enkele weken bij het moment van realiseren. Ik denk, voorzitter, dat ten aanzien van het cultuurdebat de heer Haarhuis de juiste toon aanslaat. In de richting van de heer Akinci zeg ik dat ik nogmaals, ondanks het feit dat in de zomervakantie een gigantische bulk informatie is verzameld op basis waarvan de heer Akinci in ieder geval kennis had kunnen nemen van de situatie zoals die én bij het Cultuurbedrijf en de Vakdirectie maar in algemene zin bij cultuur in Breda is, een verstandige opmerking had kunnen maken. Ik zeg u toe dat ik de komende weken zal gebruiken om u verder daarover heel expliciet te informeren voordat we de discussie in de commissie voortzetten. De heer HAARHUIS Voorzitter, om misverstanden te voorkomen, het is zeker wel de intentie van de Partij van de Arbeid- fractie om de discussie die u met de woordvoerders van de commissie ECG heeft gevoerd, voort te zetten in de lijn zoals die begonnen is Wethouder ADANK Absoluut. De heer HAARHUIS en dat is ook onze intentie, dus Wethouder ADANK Dank. De heer HAARHUIS dat is uiteraard sympathiek volgens u en begripvol, maar we blijven toch op de lijn zitten die we hebben Wethouder ADANK Het is de lijn waarvan ik in de commissie heb gezegd, voorzitter, dat u zelf vanuit de discussie in de commissie over het plan van aanpak nog eens exact moet aangeven in welke richting het college concrete voorstellen op tafel moet leggen als goede onderbouwing voor een volgende periode om de structurele problematiek van de sector cultuur aan te pakken. Dus wij zitten wat dat betreft met elkaar op een lijn en we zullen dat ook voortvarend aanpakken als duidelijk bent in wat u nu wel en wat u nu niet wilt, en niet - dat heeft u niet gedaan - de oneigenlijke argumentatie daaronder legt. De laatste opmerking, voorzitter, over de De heer AKINCI Voorzitter, bij interruptie. Ik wilde toch even een korte opmerking daarover maken als dat mag. Daar mee geeft u dus feitelijk aan, mijnheer Adank, dat sowieso het jaar 2006, met allerlei activiteiten die dan eventueel niet meer kunnen, waarvoor ook al voor een deel bezuinigingsmaatregelen en dergelij ke getroffen zijn, cultureel een volstrekt verloren jaar is, misschien zelfs wel een afbraakjaar. Want dat zegt u dus wel met deze opstelling. Wethouder ADANK Neen. We hebben met elkaar afgesproken ook de problemen op te pakken zoals dat vanaf 2003 is gegaan waarin steeds de eenmalige tekorten afgedekt zijn in het begrotingsjaar. Zoals ik in de com missie heb gezegd, heeft u via de MARAP's en de begrotings- en kadernotastukken daarvan kennis kunnen nemen. Op enig moment heb ik de verantwoordelijkheid niet meer genomen zonder u daar- 415

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2005 | | pagina 42