3. Thema's voor 2006. Als de minister besluit, dat een bepaalde verwijdering onverwacht wordt verboden en de gemeente hierdoor 1,1 miljoen extra moet betalen, behoren deze kosten dan niet voor rekening van het desbetreffende ministerie te komen? Tweede zorgpunt betreft de ontwikkeling van de reserve grondbedrijf en met name de post: weerstandsvermogen. Wij blijken hier liefst 25 miljoen euro van het wenselijke niveau van de reserve weerstandsvermogen verwijderd! Bovenstaande geeft aanleiding om nog eens te accentueren, dat naar verwachting de nieuwe raad heel wat werk te doen heeft. De begroting wijdt in programma 2 veel woorden aan volkshuisvesting. Vraag 2: klopt het, dat er met geen woord gerept wordt over een veelbelovend project ingediend door enige marktpartijen om betaalbaar bouwen te realiseren en zo ja, moet hieruit geconcludeerd worden, dat het college niet van plan is om medewerking te verlenen aan dit veelbelovende en concrete plan, dat er juist op gericht is, om de mensen met een kleinere beurs aan een koopwoning te helpen? 2.2 Meerjarenperspectief. Een zeer lezenswaardige tabel op pagina 12 m.b.t. het perspectief 2006-2010. Immers, weliswaar wordt in de bovenste tabel een mooi perspectief geschetst te weten: "de nieuwe raad mag zich verheugen in een financiële ruimte op jaar basis van grofweg gemiddeld zo'n 4 miljoen euro!" Maar dit blijkt - als wij de tabel daaronder bestuderen - minder mooi, want die 4 miljoen euro is alleen beschikbaar als wij afzien van de vele extra inspanningen, die in deze periode zijn verricht voor zeer zinvolle zaken, die eenmalig gefinancierd werden. Deze activiteiten kosten op jaarbasis het dubbele t. w. afgerond 8 miljoen Euro. Er worden 17 activiteiten genoemd waaronder: bijna 3 miljoen euro voor sociaal beleid (WVG/WMO, bijzondere bijstand) een schonere stad (2,6 miljoen euro), maar ook zaken als subsidie voor amateur/kunst en vrijwilligerswerk veiligheid. Met andere woorden: de 4 miljoen euro is in theorie beschikbaar en veronderstelt, dat de vele genoemde zinvolle zaken waarvoor het CDA staat (zie hierboven de posten sociaal beleid, schonere stad, vrijwilligerswerk en veiligheid) achterwege blijven. Dit betekent, dat als genoemde activiteiten onverkort worden voortgezet (d.w.z. geen cent extra) dan ontstaat bij ongewijzigd beleid een structureel tekort van 4 miljoen Euro. Dit zal niet gebeuren. Er zal dan ook blijvend gewerkt moeten worden aan uitvoering motie Plan van aanpak (terugdringen overhead, terughoudendheid in inhuren van consultants/onderzoeksbureau's). Het CDA staat voor een plattere organisatie. Daarin moet het accent liggen op goede dienstverlening aan burgers, instanties en bedrijven, en veel minder op beleidsvoorbereiding. Tevens is het CDA voorstander van bereiken van grotere efficiëntie mede d.m.v. een verdere versterking van de centrale aansturing en coördinatie van de ondersteunende functies (ICT, Voorlichting/PR, Financiën, Administratie, Inkoop, Juridisch en Personeel). Denkbaar zou zijn om de inkomsten te verhogen, door verhoging van de gemeentelijke lasten. Dit wordt door het CDA afgewezen. De gemeentelijke lastendruk dient bij voorkeur op een gelijk niveau met voorgaande jaren te blijven. Indien verhoging van de gemeentelijke belastingen en tarieven onvermijdelijk zou zijn, mag deze verhoging niet hoger zijn dan de inflatiecorrectie. Hoewel deze raad nog maar een halfjaar te gaan heeft, is er toch een aantal actuele onderwerpen te noemen, waar wij als raad en college in de laatste periode van ons bestaan nadrukkelijk mee te maken hebben en/of krijgen. De CDA-fractie meent er goed aan te doen onze standpunten over een aantal onderwerpen helder voor het voetlicht te brengen en laat zich in deze ook leiden door het verkiezingsprogramma voor de nieuwe raadsperiode. 6

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2005 | | pagina 58