ALGEMENE BESCHOUWINGEN VAN DE WD-FRACTIE OVER DE BEGROTING 2006
De begroting 2006 is de laatste begroting van de huidige raadsperiode en daarbij past een terugblik
op de voorbije jaren.
De bestuursperiode 2002-2006 werd gekenmerkt door een zeer hoog ambitieniveau.
In de afgelopen jaren is een groot aantal projecten van start gegaan, zoals de aanpak van de
westflank van de binnenstad met het terugbrengen van het water in de stad (De Nieuwe Mark) en de
ontwikkeling van het stationsgebied onder de naam Via Breda. Ook de stedelijke herstructurering in
de Heuvel en Noord-Oost en de ontwikkeling van de Vinex-locaties in Teteringen behoren tot de grote
projecten die voor de toekomst van de stad van groot belang zijn.
Naar de mening van de VVD hebben college en raad aan deze projecten de komende jaren zeker de
handen vol, waarbij ook de problematiek van de luchtkwaliteit en het opstellen van een
luchtkwaliteitsplan extra aandacht vragen.
Daarom en mede vanwege de beperkte financiële mogelijkheden van dit moment zal het accent in de
volgende raadsperiode moeten liggen op uitvoering van bestaand beleid en niet op de formulering van
nieuw beleid.
In de Ontwikkelingsvisie Breda 2020, die inmiddels voor consultatie met de stad is vrijgegeven, wordt
er dan ook terecht vanuit gegaan, dat de eerste planningsperiode 2005-2009 bepaald zal worden door
de besluiten die de voorbije jaren met betrekking tot de stedelijke ontwikkeling zijn genomen.
Na een bijna eindeloze reeks van nieuwe initiatieven is naar het oordeel van de VVD nu het moment
aangebroken om te werken aan een optimale uitvoering van al die initiatieven, zodat alle kostbare
plannen ook de gewenste resultaten opleveren.
Het gaat de komende jaren vooral om verbetering van de kwaliteit van de uitvoering van het
geformuleerde beleid.
De nu ten einde lopende raadsperiode stond ook in het teken van de invoering van het duale stelsel.
Breda heeft de omslag van monisme naar dualisme zonder noemenswaardige problemen doorstaan.
Grote spanningen in de relatie tussen college en raad hebben zich daarbij niet voorgedaan. Dat is te
danken aan de constructieve inzet van alle betrokkenen, waarbij de griffie en haar medewerkers een
uiterst belangrijke rol hebben vervuld. De VVD heeft daarvoor grote waardering, in het bijzonder voor
de nu terugtredende griffier die een pioniersrol heeft vervuld.
Met de recente instelling van de onafhankelijke rekenkamer en de invoering na de verkiezingen van
een andere opzet voor de raadscommissies en de vorming van een raadspresidium is het proces van
organisatorische veranderingen afgerond.
Het verdere dualiseringsproces zal in de praktijk van het raadswerk gestalte moeten krijgen. Ook in
die fase vraagt het behoud en de verdere versterking van de onafhankelijke positie van de raad om
meer dan alleen maar facilitaire ondersteuning door de griffie. Datzelfde geldt voor de uitbouw van de
vertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende taken van de raad. Inhoudelijke en
procesmatige ondersteuning door de griffie blijft de eerstkomende tijd dan ook nog noodzakelijk.
Daarom is de VVD van opvatting, dat wat betreft de omvang en taken van de raadsgriffie de status
quo vooralsnog gehandhaafd moet blijven.
Na de verkiezingen in 2002 waren de gemeentelijke financiële middelen zo ruim bemeten dat door de
fracties van CDA, WD en PvdA een zeer ambitieus programakkoord kon worden gesloten. Daarna is
de financiële situatie van de gemeente echter verslechterd, als gevolg van de economische teruggang
en de in verband daarmee door de rijksoverheid getroffen bezuinigingsmaatregelen in de sfeer van de
gemeentefinanciën. Desondanks kon alle jaren het begrotingsevenwicht gehandhaafd blijven, dankzij
een aantal heroverwegingsmaatregelen en zonder dat daarbij afbreuk werd gedaan aan de prioriteiten
van het programakkoord.
Ook voor het begrotingsjaar 2006 is de begroting sluitend en blijven structurele lastenverzwaringen
voor burgers en bedrijfsleven achterwege.
De WD heeft dan ook grote waardering voor het door het college gedurende deze raadsperiode
gevoerde financiële beleid.
Voor de Bredase burgers is het van belang, dat ze er van jaar tot jaar op kunnen rekenen dat de
stijging van de gemeentelijke lasten, inclusief het rioolrecht en de afvalstoffenheffing, beperkt blijft tot
een inflatiecorrectie.
Mede dankzij de door de landelijke WD bereikte afschaffing van de OZ B voor gebruikers van
woningen wordt daarmee een duidelijke bijdrage geleverd aan de beheersing van de woonlasten.
Het principe van kostendekkendheid van de leges is op zich een goed uitgangspunt. Van deze
11