overeenstemming is met de hoofdlijnen van het programakkoord. De prioriteiten worden onverkort
uitgevoerd de grote infrastructurele projecten Via Breda en De Nieuwe Mark, volkshuisvesting,
stedelijke vernieuwing in de Heuvel en Breda Noord-Oost, het onderhoud van de openbare ruimte,
onderwijshuisvesting, het beleid van inkomensondersteuning, de intensivering van het cultuurbeleid,
de ontwikkeling van het integrale veiligheidsbeleid.
De belangrijkste overheidstaak is het waarborgen van de veiligheid van de burgers.
Het integrale veiligheidsbeleid, zoals dat in Breda wordt gevoerd, moet ertoe bijdragen dat Breda zich
verder ontwikkelt tot een veilige en leefbare stad, waarin het voor alle burgers goed wonen en leven
is. Dat is de beste waarborg voor een vreedzame en tolerante samenleving. Uit de
Veiligheidsmonitor 2005 blijkt, dat de veiligheidssituatie wel verbeterd is, maar dat er toch nog veel
werk verzet zal moeten worden om het gestelde doel te bereiken.
Voor de bestuursperiode 2002-2006 is gekozen voor een wethouder integrale veiligheid die de
politieke verantwoordelijkheid heeft voor het ontwikkelen van het veiligheidsbeleid. De VVD is van
opvatting, dat ook in de volgende jaren een wethouder belast dient te zijn met het verder uitbouwen
van de inmiddels ontstane veiligheidsstructuur in de stad.
Versterking van de invloed van de gemeenteraad op het optreden van de politie en de daarbij
gehanteerde prioriteiten is een wens van de WD. Ondanks de tendens naar centralisatie van de
politie, hoopt de VVD dat de burgemeester een oplossing vindt voor het grote belang van
democratische controle van het politiebeleid op lokaal niveau.
De grote infrastructuurprojecten zijn een belangrijke impuls voor het bedrijfsleven.
Voor reeds gevestigde ondernemers is echter ook sprake van langdurige overlast en soms zelfs van
omzetverlies, zoals bijvoorbeeld bij de aanleg van De Nieuwe Mark.
Dat kan niet in alle gevallen als een normaal ondernemersrisico worden gezien. Daarom wenst de
VVD een onderzoek naar de mogelijkheid van aanpassing van de huidige
nadeelcompensatieverordening, zodat die regeling meer toegankelijk en ondernemersvriendelijk
wordt.
De WD heeft hoge verwachtingen van het aanhalen van de banden van economie, ruimtelijke
ordening en het bedrijfsleven met nieuwe ontwikkelingen als de creatieve industrie. Economie en
cultuur horen bij elkaar, zeker in Breda. Het bedrijfsleven verschaft de culturele sector het
noodzakelijke draagvlak. Anderzijds is het culturele voorzieningenniveau een belangrijke
vestigingsfactor voor het bedrijfsleven.
Daarom is de VVD verheugd, dat de procedurele belemmeringen voor de realisatie van het Museum
voor Grafische Vormgeving De Beyerd onlangs zijn weggenomen en de aanbestedingsprocedure nu
kan worden afgerond.
Naast een dergelijk majeur project is ook de bevordering van de actieve en passieve participatie aan
het culturele leven een overheidstaak, waarvoor in deze raadsperiode terecht extra middelen zijn
uitgetrokken. Dat zou naar de mening van de WD ook bij de komende collegeonderhandelingen aan
de orde moeten komen evenals de voortzetting na 2006 van de onderhoudsbijdrage voor de Grote
Kerk.
Een goed cultureel klimaat is een belangrijke voorwaarde voor de marketing en promotie van de stad,
maar daarnaast is ook een actief beleid van citymarketing noodzakelijk om meer bezoekers naar
Breda te trekken. Dat vraagt om een professionele aanpak in goede samenwerking met de VW, die
daartoe over extra middelen zou moeten kunnen beschikken.
Om de aantrekkelijkheid van Breda als uitgaanscentrum te bevorderen is de VVD voor verruiming en
zo mogelijk volledig vrij laten van de openingstijden van de horeca. Ter voorkoming van mogelijk
misverstand wordt er met nadruk op gewezen, dat daarvoor als conditio sine qua non geldt dat bij een
verruiming van de openingstijden de handhaving van de openbare orde en veiligheid moet kunnen
worden gegarandeerd. Voorop staat, dat Breda een veilige en gezellige uitgaansstad moet blijven.
De WD ziet de ontwikkeling van het evenementencomplex nabij De Bavelse Berg als een belangrijk
onderwerp voor de komende coalitiebesprekingen. De planontwikkeling voor dit
evenementencomplex zou dan zo ver moeten zijn gevorderd dat over de realisering definitieve
afspraken kunnen worden gemaakt.
Naar de mening van de VVD zou Breda een actiever evenementenbeleid moeten voeren. De
overdadige regelgeving omtrent evenementen moet tot een minimum worden teruggedrongen. Voor
evenementen met een culturele, recreatieve of sportieve achtergrond zonder winstoogmerk zou de
legesheffing moeten worden beëindigd.
13