Voor de promotie van Breda is ook de b.v.o. NAC-Breda van grote betekenis. Daarom heeft de WD
enkele jaren geleden van harte meegewerkt aan de oplossing van de financiële problemen bij NAC
door aankoop van het stadion. Ook moet volgens de WD worden onderzocht hoe de relatie tussen
NAC en de gemeente naar de toekomst verder vorm en inhoud kan worden gegeven. Voor de WD
zal de grens blijven liggen bij het aspect "ongeoorloofde overheidssteun". Naar de mening van de
VVD mag niet het risico worden genomen, dat wegens strijdigheid met Europese regelgeving NAC
verplicht zou worden "subsidie" terug te betalen met als gevolg geldnood en mogelijk verlies van de
licentie.
De economische ontwikkeling van Breda is gediend met versterking van de banden tussen de
gemeenten in West-Brabant in het kader van de Bestuurlijke Regiegroep Intergemeentelijke
Samenwerking. Door de krachten te bundelen kan West-Brabant in Den Haag en Brussel meer voor
elkaar krijgen.
Het is goed, dat Breda in dit verband een duidelijke rol gaat spelen. Breda heeft als taak gekregen als
grootste stad de belangen van West-Brabant te vertegenwoordigen binnen de B-5 gemeenten op
basis van een ontwikkelingsprogramma, waarin Via Breda als project is opgenomen.
De VVD steunt dit initiatief, dat terecht qua organisatie beperkt blijft tot een lichte vorm van
samenwerking.
Het economisch beleid is gericht op het bevorderen van de kansen op betaalde arbeid. Voor hen die
daar op eigen kracht moeite mee hebben, voert Breda een actief arbeidsmarktbeleid. Aanvullend
daarop is er met instemming van de WD een beleid van inkomensondersteuning voor de mensen met
de laagste inkomens.
Met de invoering van de Wet Werk en Bijstand is Breda ertoe overgegaan bijstandsgerechtigden actief
te ondersteunen bij de arbeidsinschakeling. Naar de mening van de WD moet daarbij zo creatief
mogelijk te werk worden gegaan, bijvoorbeeld door het verstrekken van een persoonsgebonden
reïntegratiebudget voor het starten van een eigen bedrijf.
Nu de gemeente vanaf 2006 niet meer verplicht is tot uitbesteding van de reïntegratie, zou Breda die
activiteiten naar de mening van de WD zeker niet zelf moeten gaan uitvoeren.
Met betrekking tot het armoedebeleid is in 2002 afgesproken, dat de maatregelen binnen de grenzen
van de wet moeten blijven. Op basis van een dergelijke afspraak zal de WD ook in de toekomst
daaraan meewerken, zeker nu het aantal huishoudens met een minimuminkomen blijkt toe te nemen.
Aan het einde van de raadsperiode 2002-2006 luidt de conclusie van de WD, zoals aangegeven in
deze algemene beschouwingen, dat het gevoerde beleid voor de WD een positieve balans te zien
geeft.
Joep Taks, voorzitter WD-fractie.
14